Jan Bekker en Toby Witte - Jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid

1  Jeugdbeleid in Nederland

problemen en de onrust die sommigen veroorzaakten in de samenleving. Het regeerakkoord (1998) van het kabinet-Kok II (1998-2002) kondigde een nieuwe Wet op de jeugdzorg aan waarin, gebaseerd op het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind, het kind/de jongere centraal staat en niet de depar tementen, sectoren en instellingen. De Wet op de jeugdzorg trad pas in 2005 onder het kabinet-Balkenende in werking. Het recht op jeugdzorg is verankerd in deze wet en kreeg een toegangsbasis in Bureau Jeugdzorg. Doel was te ko men tot een integrale aanpak van de jeugdzorg. Echter, achter deze integraal beoogde toegang bleven de verschillende sectoren ongewijzigd bestaan. Van de gewenste vermindering van de bureaucratie en nagestreefde samenwerking tussen relevante partners als provincies, gemeenten, zorgverzekeraars, zorg aanbieders en Bureau Jeugdzorg kwam in de praktijk niet veel terecht. Met als gevolg dat de discussie over de jeugdzorg en jeugdbeleid niet verstomde en ge roepen werd om een nieuwe en betere jeugdwet. Met de intrede van de eenentwintigste eeuw werd de koers opnieuw verlegd. Jeugdbeleid moest meer decentraal worden georganiseerd en uitgevoerd en werd beschouwd als de primaire verantwoordelijkheid van de gemeentelijke overheid. Gemeenten moesten vooral een lokaal integraal jeugdbeleid tot stand brengen. Dat wil zeggen dat alle beleid, beleidsinstellingen en organisaties die te maken hadden met het opgroeien en opvoeden van de jeugd zich beter tot elkaar gingen verhouden en beter gingen samenwerken. De term ketenbeleid raakte in zwang. Gemeenten hoorden te beschikken over een nota lokaal inte graal jeugdbeleid waarin visie, beleid en samenhang tussen de diverse beleids velden voor telkens een periode van vier jaar werd vastgesteld. Het idee hier achter was dat gemeenten dichter bij de burgers staan, ook qua bereikbaarheid, en goedkoper (minder bureaucratie) en doelmatiger opereren. De gemeenten werden de regisseurs van het jeugdbeleid. Integraal betekende: streven naar samenhang in beleidsvorming en -uitvoering. Dit gold natuurlijk ook voor de diverse ministeries. Deze ontwikkeling werd in belangrijke mate gestimuleerd en ingezet door Operatie Jong (2007) onder het kabinet-Balkenende IV. Deze ‘operatie’ richtte zich voornamelijk op het samenwerken en het afstemmen van het jeugdbeleid tussen zes ministeries met als doel een stevig en resultaatgericht, meetbaar jeugdbeleid om uitval van jeugdigen terug te dringen. Het kwam neer op het streven naar minder jeugdwerkloosheid, het voorkomen van voortijdig school verlaten, het wegwerken van taalachterstanden, het bevorderen van integra tie en inburgering, een krachtige aanpak van jeugdcriminaliteit en huiselijk geweld. In 2006 ontstond het idee om in alle gemeenten een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) te vestigen. Een laagdrempelige en makkelijk te bereiken voorziening in de buurt voor ouders, kinderen, jongeren en professionals die daar terechtkunnen met vragen en problemen met betrekking tot opvoeden,

THEORIE

28

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online