Jakop Rigter - Basisboek psychologie

1.3  Waaruit bestaat ons centraal zenuwstelsel?

Figuur 1.6 Röntgenfoto van de menselijke hersenen en schedel. De ge plooide vorm van de hersenschors is goed te zien

Opvallend aan de buitenkant van onze hersenen zijn de plooien. Dat komt bij de her senen van alle zoogdieren voor. De buitenste laag – die heet de hersenschors of cortex , (let op het woord ‘schors’, net als de buitenkant van een boom) – van de hersenen zit opgevouwen in de schedel. Op zich is de hersenschors een paar millimeter dik, maar omdat deze zo geplooid is, is de oppervlakte van de hersenschors veel groter dan de omvang van de schedel. De totale oppervlakte als de hersenschors uitgevouwen is, is circa 0,25 m². Dat is ongeveer de oppervlakte van een opengeslagen pizzadoos! Maar die past onopgevouwen niet in een mensenhoofd. Vooral de hersenschors van de men selijke hersenen verschilt – meer dan andere onderdelen – van die van de hersenen van andere zoogdieren. Ze bevatten veel meer hersencellen en verbindingen tussen hersencellen (zie de paragrafen 1.4 en 1.5), wat betekent dat er in potentie ook veel meer mogelijkheden zijn. De hersenen bestaan grofweg uit drie belangrijke onderdelen: grote hersenen, kleine hersenen en de hersenstam. Bij andere zoogdieren en bij vogels is dat ook het geval. Er is één heel opvallend verschil dat eerder al genoemd werd. Bij mensen zijn de grote hersenen naar verhouding erg groot. Hierna worden de drie onderdelen besproken en wat dit verschil betekent.

Figuur 1.7 Schematisch overzicht van de drie onderdelen van de hersenen: grote hersenen (paars), klei ne hersenen (groen) en hersenstam (oranje)

29

Made with FlippingBook HTML5