Proefschrift_Holstein

Nederlandse samenvatting

Figuur 1 De verbindingen tussen het striatum en de prefrontale cortex Het striatum is grofweg in te delen in drie deelgebieden: de onder/voorkant (rood/oranje), het midden (groen) en de buitenkant (blauw). Het onderste en voorste deel (rood/oranje) spelen een belangrijke rol bij beloning (in het vervolg het “beloningsstriatum” genoemd). Het middelste deel, de nucleus caudatus (groen), is belangrijk voor gedragscontrole zoals multi-tasken. Het putamen (blauw), helpt bij de regulatie van bewegingen, of motoriek. Bij al deze processen speelt dopamine signalen uit de middenhersenen een belangrijke rol. De cortex, het buitenste deel van de hersenen, speelt ook een belangrijke rol bij motivatie, gedragscontrole en motoriek. Er zijn gebieden in het voorste deel van de cortex, de voorhoofdskwab, die betrokken zijn bij beloning (rood/oranje), gedragscontrole (groen) en motoriek (blauw). De beloningsgebieden in de voorhoofdskwab en het striatum werken nauw samen en zijn sterk met elkaar verbonden (rode en oranje pijl tussen deze gebieden). Hetzelfde geldt voor de gedragscontrole gebieden (groene pijl) en de motoriek gebieden (blauwe pijl). Maar beloning zou nooit invloed op ons gedrag kunnen hebben wanneer informatie over beloningen beperkt zou blijven tot de rood/oranje gebieden. Er zijn verbindingen in het brein die ervoor zorgen dat informatie over beloningen uit de rood/oranje gebieden in de groene gedragscontrole en blauwe motoriek gebieden terecht komt. I) door middel van directe verbindingen tussen de delen van de cortex, II) door directe verbindingen tussen de delen van het striatum, III) via de middenhersenen. Dopamine en het striatum spelen een belangrijke rol bij de integratie van beloningsinformatie en multi-task informatie. Scenario II en III zijn daarom het meest waarschijnlijk. Bij veel psychiatrische stoornissen is sprake van een verstoring in dopamine signalen en van een verstoring in de overdracht van signalen tussen de cortex en het striatum. tasken (het multi-task spel). Dit onderzoek toonde echter geen oorzakelijk verband aan tus- sen dopamine en prestaties op het multi-task spel. In het brein zijn bovendien 5 soorten dopamine receptoren (type 1 tot 5) aanwezig. Een receptor is als een antenne die signalen oppikt en aan de zenuwcel doorgeeft. Medicatie werkt vaak op meerdere soorten receptoren. Het is daarom belangrijk om te weten welke dopamine receptoren een rol spelen bij multi- tasken. Dopamine D2 receptoren in het striatum zijn betrokken bij multi-tasken In het werk in hoofdstuk 3 heb ik onderzocht of dopamine D2 receptoren in het striatum een rol spelen tijdens multi-tasken. Om dopamine D2 receptoren te stimuleren werd het medicijn bromocriptine gebruikt. Bovendien keek ik of er een oorzakelijk verband tussen dopamine en prestaties op het multi-task spel was. In eerste instantie liet ik de beloning die verdiend kon worden buiten beschouwing en keek ik puur naar het vermogen om te multi-tasken. Ik zag dat deelnemers beter konden multi- tasken nadat ze bromocriptine hadden ingenomen. Eén probleem was echter dat dopamine D1 receptoren ook op bromocriptine kunnen reageren. Om te bevestigen dat het verbeterde multi-tasken echt door dopamine D2 receptoren kwam, werd een truc toegepast die in di- eronderzoek veel gebruikt wordt. Vlak voor de inname van bromocriptine werd een ander medicijn ingenomen dat dopamine D2 receptoren blokkeert. Als bromocriptine een positief effect op multi-tasken had door de stimulatie van D2 receptoren, dan zou bromocriptine nu geen effect op multi-tasken meer moeten hebben. Dit was precies wat ik vond: wanneer do- pamine D2 receptoren geblokkeerd waren, zag ik geen verbetering van bromocriptine meer.

203

Made with