006IPTDB0007

DAG-score Bij elke stap van de projecttaak worden de werkprocessen met bijbehorende competenties en presta- tie-indicatoren benoemd. Er wordt er ook een beoordeling van competent gedrag en beroepshouding gegeven. • Welk competent gedrag is getoond tijdens de uitvoering van de projecttaak? • Hoe was de beroepshouding volgens de competenties met de bijbehorende prestatie-indicatoren?

Beroepshouding en gedrag staan in de beoordelingsmonitor aangegeven met de DAG-score

D Deels/niet aangetoond competent gedrag De leerling werkt onvoldoende volgens de prestatie-indicator en/of is niet voldoende actief en/ of zet te weinig kennis en vaardigheden in. A Aangetoond competent gedrag De leerling werkt volgens de prestatie-indicator, is actief en zet de benodigde kennis en vaardig- heden in. G Goed aangetoond competent gedrag De leerling werkt beter dan de prestatie-indicator vraagt, is daarbij proactief en zet kennis en vaardigheden bovengemiddeld in. In de kolom 'resultaat D-A-G' kan elke beoordelaar een score aangeven. In de kolom 'Opmerkingen' kan elke beoordelaar aantekeningen maken over het gedrag van een leer- ling. Alleen heel opvallend gedrag, zowel in positieve als in negatieve zin, wordt vastgelegd. Complexiteit: A-B-C-D Docenten en begeleiders zullen in overleg met de leerling aangeven of deze de projecttaak in com- plexiteit A, B, C of D gaat uitvoeren. Het is duidelijk dat in het begin veel sturing, begeleiding en mee- gegeven wordt. Aan het einde van de opleiding moet de leerling functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. In de beoordelingsmonitor staat complexiteit van de projecttaak aangegeven met: A –B –C –D In de tabel staat een overzicht van A-B-C-D opdrachten. Moeilijkheids- graad (complexiteit) Welke begeleiding krijg je? In welke situatie moet je de opdracht uitvoe- ren? Moment van uitvoering

1e half jaar

A

(Be)geleid Je krijgt zoveel mogelijk leiding tijdens het uitvoe- ren van de opdracht.

Eenvoudig Je voert een aangepaste taak uit in een overzichte- lijke situatie. Eenvoudig Je voert een aangepaste taak uit in een overzichte- lijke werksituatie. verschillende werkzaam- heden die je in een norma- le werksituatie uitvoert. Complex De werksituatie is niet meer zo overzichtelijk. Je begeleider is niet altijd bij jou in de buurt. Je zult zelfstandig naar oplossin- gen moeten zoeken. Standaard De taak bestaat uit

2e half jaar

B

Begeleid Je krijgt begeleiding

tijdens het uitvoeren van de opdracht. Je begeleider is in de buurt. Deels zelfstandig Voor een deel voer je zelf- standig de taak uit. Je kunt bij problemen je begelei- der raadplegen.

Als beginnend beroepsbeoefenaar.

C

D

Zelfstandig Je voert de taak

zelfstandig uit. Vaak krijg je pas aan het einde ervan de controle van je begelei- der.

29

Made with