CZW20120216

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer en titel van het werkproces

Competenties bij het werkproces

1.2

L

Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen voor

Materialen en middelen inzetten

T

Instructies en procedures opvolgen

1.3

A

Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen

Begeleiden

B

Aandacht en begrip tonen

K

Vakdeskundigheid toepassen

L

Materialen en middelen inzetten

T

Instructies en procedures opvolgen

2.3

T

Voert administratieve taken uit

Instructies en procedures opvolgen

W Gedrevenheid en ambitie tonen

Typering Er zijn verschillende soorten leerproblemen, allemaal met hun eigen unieke kenmerken. Soms heeft een leerling een combinatie van meerdere leerproblemen, of een leerprobleem in combinatie met bijvoorbeeld een gedragsprobleem. Leerproblemen zijn voor de leerling zelf vaak heel lastig; hij kan op een bepaald gebied minder goed meekomen met de lesstof. Dit kan veel oorzaken en gevolgen hebben. Eén van de gevolgen kan zijn dat een leerling gepest wordt. Faalangstig of extreem onzeker zijn kunnen zowel een oorzaak als een gevolg zijn van een leerprobleem. Het hebben van een leerprobleem kan ook leiden tot opstandig en druk gedrag in de klas. De leerling probeert hierdoor als het ware zijn leerprobleem te maskeren. Dit drukke gedrag is nadelig voor de andere leerlingen. Het is daarom belangrijk om bij leerproblemen heel goed te kijken naar wat het probleem precies is, naar de oorzaken en gevolgen en naar de beste oplossing en aanpak voor de leerling. Er zijn zowel binnen de school als daarbuiten veel mogelijkheden om een leerling te helpen bij het zo goed mogelijk leren omgaan met het leerprobleem. Veel scholen hebben een remedial teacher in dienst die een leerling extra begeleiding geeft. Ook kan een school gericht onderzoek laten doen door een psycholoog of een (ortho)pedagoog die deel uitmaakt van een schoolbegeleidingsdienst. Typering pO/SO Al geruime tijd valt het juf Lotte en Michael, de onderwijsassistent van groep 3, op dat Nienke zich rusteloos gedraagt in de klas. Daarom is zij op verschillende momenten geobserveerd door Michael. Uit de observaties is duidelijk geworden dat Nienke zich tijdens instructies of het uitvoeren van opdrachten niet kan concentreren. Ze blijft steeds in beweging: ze zit constant te wiebelen en loopt voortdurend van haar plaats. Ze stoot vaak andere kinderen aan.

5

DIDACTISCHE BEGELEIDING BIJ LEERPROBLEMEN

Made with