L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld

9  •  De archaïsche periode

klinkers is in licht gewijzigde vorm door de Etrusken en de Romeinen overgeno- men en in de versie van het Latijnse alfabet wordt het ook vandaag nog gebruikt om talloze talen mee te schrijven. Met welk doel het alfabet geïntroduceerd werd, is niet helemaal duidelijk. Het is niet ondenkbaar dat handelaren met de Feniciërs in contact kwamen en dat het voor handelsdoeleinden geïntroduceerd is. De literatuur De oudste geschriften die we kennen, zijn echter literair van aard. Hoewel de li- teratuur opgeschreven werd, moeten we niet denken dat het ‘leesliteratuur’ was; het was ‘luisterliteratuur’ die werd voorgelezen en gememoriseerd. Vandaar dat de oudste teksten alle in de vorm van poëzie geschreven zijn. Dat geldt niet alleen voor de epen van Homerus en Hesiodus, maar ook voor politieke pamfletten (bijvoor- beeld van Solon; zie kader 9.5) en de werken van de vroegste filosofen (zie p. 104). De betekenis van Homerus voor de Grieken was enorm. Zijn epen, de Ilias (ca. 15.600 regels) en de Odyssee (ca. 12.000 regels) (zie p. 87), waren een soort bijbel voor hen en behoorden tot in de late oudheid tot de verplichte stof in het onderwijs. Homerus beschrijft de wereld van de adel in de donkere eeuwen en de vroegarchaïsche tijd (als zijn poëzie al een duidelijk aanwijsbare tijd beschrijft en niet een geïdealiseerd verleden). Zijn weergave van de adellijke competitieve mentaliteit en zijn voorstelling van de goden als hogere antropomorfe wezens die ook volgens de aristocratische mentaliteit leefden, heeft grote invloed gehad op het Griekse denken en geloven. Het werk van Homerus doet sterk denken aan het Gilgameš-epos (zie p. 63- 64). In beide gevallen gaat het om grote epen, die na een lange mondelinge (en bij Gilgameš mondelinge en schriftelijke) overlevering tot één compositie zijn gemaakt. In beide gaat het over een mythisch verleden met een historische kern en spelen heldendaden, avontuurlijke reizen en eeuwige roem een belangrijke rol. In beide is er een direct contact tussen goden en mensen. Beide (of beter: de drie) epen genoten een eeuwenlange populariteit en hoorden tot de verplichte lesstof op scholen. Hesiodus geeft ons enig inzicht in een andere klasse in de maatschappij. In zijn epos Werken en Dagen geeft hij een handleiding van het boerenbedrijf, be- schrijft hij de hardheid van het boerenbestaan en hekelt hij de uitbuiting van de edelen die door omkoperij het recht verkrachten. In dit gedicht krijgen we een kijk op het landleven tegenover het stadse leven, waar de edelen van hielden. Zijn Theogonie is voor de systematiek van de Griekse goden van belang, waar- over later meer (zie p. 101-104). Er is in de literatuur een tendens naar een grotere individualiteit te merken. Van Homerus weten wij niets. Hesiodus daarentegen vertelt al iets over zijn ei- gen levensomstandigheden. Veel persoonlijker was echter de in de zevende eeuw opkomende lyriek . Hier vinden wij in korte gedichten echt persoonlijke uitingen van dichters over hun eigen gemoedstoestand (onder andere de liefdespoëzie).

97

Made with FlippingBook HTML5