006121230001
4.3 Persoonl i jk Act ivi tei ten Plan (PAP) en planning
Wat doe je? Je onderzoekt per kerntaak nauwkeurig welke activiteiten je in welke periode uitvoert. Die activiteiten zijn een uitwerking van de werkzaamheden die je moet doen binnen je opdracht(en). Je onderzoekt wie er betrokken zijn bij je examen en welke rol zij spelen. Je zorgt ervoor dat je weet wanneer je welke producten in moet leveren en door wie ze worden beoordeeld. Ook bekijk je wanneer je beoordelingsgesprekken hebt en wanneer je een presentatie moet geven. Zo krijg je een goed inzicht in wat er in de examenperiode van je wordt verwacht. Je maakt per kerntaak een PAP. Bijlage 2 bevat een formulier om een PAP te maken. Je beantwoordt daarin de volgende vragen: • Welke activiteiten ga ik uitvoeren bij ieder werkproces? • Welke producten horen bij dat werkproces en door wie worden ze beoordeeld? • Welke competenties horen bij dat werkproces? • Wie zijn er betrokken bij de activiteiten en de beoordeling ervan? • Welke beoordelingsmethoden worden gebruikt bij de competenties? • Waar voer ik de activiteiten uit? Welke doe ik in de praktijk en welke op school? • Wanneer voer ik de activiteiten uit? Wanneer lever ik de producten in en wanneer worden deze beoordeeld? Wanneer lever ik alle bewijs- stukken in en worden de presentatie en het beoordelingsgesprek gehouden? Je maakt een PAP per kerntaak. In overleg met je begeleiders leg je vast in welke volgorde je je werkzaamheden uitvoert. Door middel van een PAP leg je je activiteiten vast in de tijd. Bij elk PAP lever je ook een planning in.
Wat lever je in? Een PAP met een tijdsplanning per kerntaak.
Als je PAP is ondertekend door je begeleiders ben je klaar met de voorbereiding van het examen en kun je beginnen met de uitvoering van je examen.
25 Hoofdstuk 4. Voorbereiding
Made with FlippingBook