Marlite Halbertsma en Patricia van Ulzen - Steden vroeger en nu

1

Visies op de stad

In dit boek gaat het over de ontwikkeling van de Europese stad: van de Griekse polis tot de creatieve stad van tegenwoordig. Hoe zijn de tastbare vorm van de stad, de waardering van de stad, de stedelijke functies en het economische, sociale en culturele leven daarin veranderd? Welke factoren waren voor die veranderin gen verantwoordelijk? Veranderingen voltrekken zich in de tijd. Wie veranderingen beschrijft en er verklaringen voor zoekt, zet een historische bril op: hoe was het eerst, hoe was het daarna, hoe kwam het zo? De historische blik is echter maar één manier van kijken. Je kunt steden ook beschouwen als dragers van emoties. Steden kunnen staan voor normen en waarden. Zo was de stad in de Bijbel een positief of negatief symbool van de verhouding tussen God en de mensen. In de moderne tijd is de stad de plaats waar de mensen wonen, maar niet altijd de plaats waar ze graag wonen en zich thuis voelen. Veel stedelingen zoe ken in de stad iets wat daar niet (meer) te vinden is: gezelligheid, geborgenheid en herkenbaarheid. In het moderne tijdperk zijn die aspecten verloren gegaan. Maar wij, stadsbewoners, verlangen er wel naar. Zo komt het dat we ons maar al te vaak tevreden stellen met een commerciële, kunstmatige stadse gezelligheid of, om in Freudiaanse termen te spreken, met een fetisjistische schijnstedelijkheid. Een fetisj kan het verlangen nooit definitief stillen, en zo blijven we op zoek. We denken dat we op vakantie het ‘echte leven’ in oude Europese steden meemaken, al dreigen die steden ten onder te gaan aan de overdaad van toeristische belang stelling. Of we zoeken het bij de knusse opgeleukte plekjes in onze moderne ste den, die om de twintig jaar een face-lift krijgen, omdat niets zo snel verandert als de mode die voorschrijft wat leuk en gezellig is. Wie terugziet op de geschiedenis van de Europese stad, doet dat meestal van uit een historisch standpunt. Wij kunnen het verleden bijna niet anders zien dan als een gang door de tijd, waarbij iedere stap voortvloeit uit wat is geweest en voorbereidt wat later komt. Tevens bezit iedere fase een eigen uniek karakter dat onvergelijkbaar is met elke andere fase. De Italiaanse architectuurhistoricus Leo nardo Benevolo plaatst in de inleiding van zijn boek De Europese stad de stad in de dimensies van ruimte en tijd, maar de dimensie van tijd is bij hem de belang rijkste. Benevolo stelt dat de komst van de steden in de menselijke geschiedenis, on geveer 3000 jaar v. Chr., de afstanden tussen mensen kleiner maakte en daardoor De stad als geschiedenis

1.1

Made with FlippingBook flipbook maker