006BTMS0029

006BTMS0029

BEROEPSTAAK

6 Constructiewerken 3 Het bordes

Opleiding Metaalbewerken > Metaalbewerker [Crebo 94301]

BEROEPSTAAK Constructiewerken 3 Het bordes

6

Opleiding Metaalbewerken Metaalbewerker (Crebo 94301)

69367187 Bestelnummer 006BTMS0029

COLOFON

Auteurs M.W. Flinsenberg, A.K. Tiemersma, T.A. Overdijk

Ontwikkelgroepleider Techniek en ICT W. van Dijk

Eindredactie T. Zuijderduin, M. Brok

Illustraties Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld zijn. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. © 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming.

INHOUD

Introductie op de beroepstaak 4

Stap 1 Stap 2 Stap 3

Oriënteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Invullen mini-POP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 1. Oefening knooppunt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 2. Oefening kolommen en kolomvoet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 3. Oefening Schroefdraadverbindingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 4. Oefening ponsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Werkvoorbereiding Bordes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44 Beoordelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Terugkijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47

Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7

Bronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49

Beoordelingsmonitor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50

3

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

INTRODUCTIE OP DE BEROEPSTAAK

In deze beroepstaak Je gaat volgens de 7 stappen van BGL een product maken. Om dit te kunnen maken moet je bepaalde vaardigheden beheersen en bepaalde competenties bezitten. Ondertussen wordt bekeken hoe je dat doet en in hoeverre je bepaalde competenties al bezit. De competenties die jij in je leven al ontwikkeld hebt, worden in een POP (Persoonlijk Ontwikkelings Plan) gezet. Dit doe je samen met je begeleider. Na deze beroepstaak Als je deze beroepstaak goed uitvoert, kun je: • aan de hand van een tekening een goede werkvoorbereiding maken • de juiste materialen opzoeken en controleren • de te gebruiken machines en gereedschappen controleren en afstellen en bedienen • in afwijkende situaties een oplossing bedenken • met alle betrokkenen in het werkproces overleggen zodat de werkzaamheden vlot verlopen • een product maken dat aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet • zorg dragen voor een goede werkuitvoering en werken volgens Arbo-voorschriften en geldende bedrijfsregels • metingen en controles uit voeren om te voldoen aan de eisen • gereedschappen, machines en werkplek schoonhouden Laat na elke stap je beoordelingsmonitor bijwerken.

4

Portfolio In deze beroepstaak volg je de stappen. Er zijn in totaal zeven stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (in te leveren resultaten), die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat welke producten bij welke stap horen.

Stap

Producten portfolio

1. Oriënteren

• Verslag uitwerkingen van de activiteiten • Tabel vaardigheden • Tabel werkvolgorde

2. Invullen mini-POP • Ingevulde planning 3. Voorbereiden

• De beoordelingen van de verschillende oefeningen • Uitwerkingen van de diverse activiteiten • Werkvoorbereiding van het frame

4. Uitvoeren

• Het gemaakte product, het frame

5. Controleren

• Controlelijst van jezelf • Controlelijst mededeelnemer

6. Beoordelen

• Ingevulde beoordelingsmonitor • Bewijsstukken van het criteriumgericht interview • Eindpresentatie • Demonstratie

7. Terugkijken

• Een afgevinkt mini-POP • Terugkijkverslag • Bijgewerkt portfolio

5

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

Oriënteren

Or iënteren

IN TE LEVEREN RESULTAAT

• Verslag uitwerkingen van de activiteiten. • Tabel vaardigheden. • Tabel werkvolgorde.

In deze beroepstaak ga je verschillende onderdelen en segmenten maken die nodig zijn om zware constructies te bouwen. Als je in een grote hal staat, zie je dat deze hal een dak- en een wandconstructie heeft. Deze constructies zijn op een bepaalde manier geconstrueerd om krachten op te nemen die op deze hal werken. In deze beroepstaak ga je kijken hoe deze constructies worden gemaakt en waar je rekening mee moet houden. Omdat het niet mogelijk is een hele hal te bouwen beperk je je tot het maken van een bordes waarin een aantal markante details van zo’n constructie voorkomt. Ook hier is het van belang dat je verschillende vaardigheden beheerst en voldoende kennis bezit over de verschillende delen van zo’n constructie. Om er zeker van te zijn dat je die vaardigheden beheerst, ga je eerst een aantal oefeningen maken. Bij stap 3, Voorbereiden, wordt daarop teruggekomen.

6

ACTIVITEITEN

1

De tekening 1 Bestudeer de tekening CS5-2007-006 goed. Probeer je voor te stellen hoe dit product er uit zal gaan zien. a Kijk eens in je eigen omgeving of in het bedrijf waar je werkt of stage loopt of je elementen ziet in staalconstructies die ook in deze taak aan de orde komen. b Maak er eventueel een foto van en doe dit bij het verslag. Bedenk een naam voor dit product. 2 De stuklijst is niet volledig ingevuld. a Wat is het belang van een stuklijst? b Welke informatie zou je hierin terug moeten kunnen vinden? Vaardigheden 1 Maak een lijst van de vaardigheden die je moet kunnen uitvoeren voor het maken van dit product. Je kunt dit in de tabel invullen.

2

Vaardigheid

Oefenen ja/nee

Tabel Vaardigheden

7

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

3

Werkvolgorde 1 Maak een globale tabel werkvolgorde voor het doorlopen van deze beroepstaak. 2 Bespreek met een van je medeleerlingen waar er in deze taak sprake kan zijn van samenwerken met elkaar.

Stap- pen

Moet altijd of soms

Heb ik wel eens gedaan

Heb ik wel eens bij geholpen

1

Tekeninglezen

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

2

Aftekenen

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

3

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

4

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

5 etc.

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

Voorbeeld van een tabel met de werkvolgorde

8

Afbeelding 1:

9

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

IN TE LEVEREN RESULTAAT Invul len mini -POP Invullen mini-POP

• Een ingevuld mini-POP.

Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de beroepstaak in grote lijnen inhoudt. In deze stap ga je de beroepstaak gedetailleerd uitwerken. In deze beroepstaak ga je, nadat je oefeningen hebt gemaakt van een aantal markante constructiedelen van zware constructies, een bordes maken. Hierbij moet je aan veel zaken denken. Om er zeker van te zijn dat je niets vergeet, ga je het mini-POP invullen.

In het mini-POP schrijf je op: • Wat je wilt leren.

• Hoe je dat gaat doen. • Wat je wilt bereiken. • Je planning. • De benodigde ondersteuning en faciliteiten.

ACTIVITEITEN

1

Mini-POP 1 Vul het mini-POP in.

2

Gesprek met je begeleider Je hebt nu een ingevuld mini-POP met een planning. 1 Bespreek dit met je begeleider.

2 Tijdens het gesprek krijg je vast en zeker opmerkingen of aanvullingen op je mini-POP. Verwerk deze opmerkingen eerst in je mini-POP, voordat je naar stap 3 gaat.

10

Tabel 3 Planning

1. De beroepstaak wordt afgesloten met een gesprek / beoordelingsopdracht / assessment / toets:

Onder toezicht van: ………………………….. op ……-……-…….

In ………………………………...…. (plaats). 2. Beschrijf in eigen woorden wat je gaat maken en uitvoeren in deze beroepstaak of beoordelingsopdracht.

3. Vul onderstaand schema met vaardigheden verder in. In deze beroepstaak Waar? Hoe?

Wanneer?

Met wie samen?

Paraaf TB/PB

[omschrijving beroepstaak]

4. Kijk in de beoordelingslijst (zie stap 6) wat je nog niet weet of kunt. Vul dat op dezelfde manier in als hier- boven.

5. Welke workshops vind jij dat er bij deze beroepstaak gegeven moeten worden?

6. Aan welke persoonlijke competenties ga je nog meer werken in deze beroepstaak? (Zie vorige beroeps- taak of je POP.)

11

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

Vul hieronder jouw planning in. Geef bij elke stap de geplande startdatum en einddatum aan. Vul later de werkelijke datum in. Zo kun je zien of je je aan de planning gehouden hebt.

Jouw plan

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Stap 6

Stap 7

Geplande startdatum: Geplande einddatum:

Startdatum: Einddatum:

12

Voorbereiden

Voorbereiden IN TE LEVEREN RESULTAAT

• De beoordelingen van de verschillende oefeningen. • Uitwerkingen van de diverse activiteiten. • Werkvoorbereiding van het bordes.

In de vorige stap heb je jouw planning uitgewerkt. Je hebt daarin gedetailleerd beschreven wat je gaat doen. Voordat je het bordes echt gaat maken, maak je eerst een aantal oefeningen. In de voorbereiding neem je op wat je gaat doen en wat je daarbij nodig hebt. Je werkt aan de hand van de tekening van het product. Bij een goede voorbereiding denk je zeker aan de volgende punten: • Welke informatie uit de tekening heb ik nodig. • Welke voorschriften moet ik toepassen bij het maken van de onderdelen. • Welke materialen, gereedschappen en beschermingsmiddelen heb ik nodig. • Welke werkvolgorde moet ik toepassen.

ACTIVITEITEN

OEFENING KNOOPPUNT

Bij staalconstructiesmoeten, op punten waar verschillende profielen bij elkaar komen, de einden van de profielen aan elkaar worden verbonden. De profielen komen vaak van verschillende richtingen. We noemen zo’n punt een knooppunt.

1

Voorbereiding oefening 1 Boven in de tekening, CS5-2007-001, is schematisch een dakspant getekend. De constructie daarvan is opgedeeld in allemaal driehoeken. Hoe wordt zo’n constructie ook wel genoemd? 2 Wat is het grote voordeel van de constructie driehoekconstructies? 3 Welke profielen komen in deze dakconstructie voor? 4 Welke profielen worden nog meer gebruikt in staalconstructies?

13

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

5 Ga op zoek naar andere constructies waar hetzelfde principe is toegepast. Maak er tekeningen of foto’s van. 6 Teken het schema van het dakspant over en geef aan in welke delen drukkrachten komen en in welke delen trekkrachten komen. 7 Vaak worden in dergelijke constructies twee hoekprofielen naast elkaar gebruikt met een kleine tussenruimte. Hoe ontstaat die tussenruimte? 8 Wat zijn koppelplaatjes en waarvoor worden ze gebruikt? 9 Dakconstructies bestaan niet alleen uit dakspanten. Maak een schematische tekening van een dakconstructie en gaaf daarin de namen van de verschillende onderdelen aan. 10 Waarom hoeft men alleen de knooppunten in detail uit te tekenen van een schematekening? 11 Waarvoor dient een schetsplaat in een knooppunt? 12 Waarom ravelen we profielen bij knooppunten en overgangen? 13 Wat hebben de schemalijnen in een schematekening te maken met zwaartelijnen van profielstaal? 14 Bij stuknummer 5 op tekening 1 staat een maat X aangegeven. Deze maat moet je opzoeken in een tabellenboek. Hoe wordt deze maat ook wel genoemd? 15 Waarom zit de maat X van de vorige vraag niet in het midden van de profielflens? 16 Wat is de betekenis van de volgende aanduiding: _| |_ 60 x 6? 17 Waarom is één van de hoekprofielen andersom op de schetsplaat gelast? 18 Wat is het verschil tussen een krasmaat en een zwaartelijn van een hoekprofiel? 19 Waarom is de krasmaat en de zwaartelijnmaat van een hoekprofiel niet gelijk? Er is 1 oefening voor het maken van een knooppunt. Je vindt deze op tekening CS5/2007/001. Om nu het knooppunt A te vervaardigen moet je eerst nog een aantal maten bepalen. Zorg ervoor dat de zwaartelijnen van de constructieprofielen en de schemalijnen van de tekening samenvallen. De profielen 1, 2 en 3 worden aan de schetsplaat gelast met een lashoogte van 3 mm. De andere profielen worden allemaal met een boutverbinding van M12 verbonden. 20 Bepaal de maten X en Y die aangegeven zijn in de detailtekening. 21 Hoe groot moet je de gaten boren voor de M12 bouten? 22 Schrijf in het kort op hoe je dit knooppunt gaat maken. 23 Noteer welke hulpstukken en gereedschappen je nodig hebt.

14

24 Maak een materiaal- / zaaglijst aan de hand van de tekening van de oefening.

Tekening nr.

Benaming onderdeel

Zaaglengte

1 2

2

Uitvoeren oefening 1 Je gaat nu aan de slag. Je hebt voldoende informatie verzameld en een zaaglijst gemaakt. 2 Zoek nu in het magazijn de verschillende materialen op die nodig hebt voor deze opdracht en ga deze zagen. 3 Controleer het (gezaagde) werk. Daarna afbramen en scherpe kanten weghalen. Controle oefening 1 Maak een controlelijst van de gemaakte oefeningen. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim de werkplek op.

3

4

Beoordeling en nabespreking oefening Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

15

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

16

OEFENING KOLOMMEN EN KOLOMVOET

Afbeelding 2:

Dakconstructies, kraanbanen van bovenloopkranen en andere elementen in een (bedrijfs)hal moeten ergens op steunen. Daarvoor worden kolommen gebruikt.

1

Voorbereiding oefening 1 Welke profielen worden voor kolommen gebruikt? 2 Vroeger werden kolommen vaak niet uit één profiel maar uit meerdere profielen opgebouwd. Hoe wordt zo’n kolom genoemd? 3 Waarom wordt onderaan een kolom een grotere plaat gelast met schuin oplopende verstijvingschotten? 4 Staalconstructies moeten worden beschermd tegen roest. Op welke manieren kan dit gedaan worden? Beantwoord de volgende vragen aan de hand van de tekening van de gelaste kolom. De constructie van deze kolom maakt het mogelijk dat slechts één aanzicht en enkele doorsneden nodig zijn om het geheel volledig af te beelden. De plaats van de diagonale staven stuknummer 3 is zodanig dat deze kan worden bepaald met behulp van de krasmaatlijnen van de hoekstalen. De einden van deze staven liggen op het hart van de HE 200 B en de IPE 200. Voor de plaats van de horizontale verbandstaven geldt hetzelfde, alleen moet daarvoor nog de maat van 20 mm in acht worden genomen. 1 Hoe groot is de lengte van de HE 200 B? 2 Hoe groot is de lengte van de IPE200? 3 Wat zijn de afmetingen van stuknr. 11 en hoeveel stuks zijn er nodig? 4 Met welke las zijn de hoekstalen stuknrs. 3 en 4 aan de HE 200 B en de IPE200 gelast? 5 Hoeveel stuks zijn er nodig van de stuknrs. 3 en 4? 6 Wat betekent de lasaanduiding bij de verbinding van stuknr. 6 aan stuknr. 7? 7 Hoeveel stuks zijn er nodig van stuknr. 10? 8 Wat zijn de afmetingen van stuknr. 9 en hoeveel stuks zijn er nodig? 9 Met welke lassen zijn de stuknrs. 5 aan stuknr. 2 gelast? 10 Hoe noemt men de verbinding van stuknr. 6 aan stuknr. 2? 11 Hoe groot zijn de gaten in stuknr. 11? 12 Hoeveel laslengte is er nodig om stuknr. 8 aan stuknr. 6 te lassen?

13 Hoe groot is maat A? 14 Hoe groot is maat B? 15 Hoe groot is maat C? 16 Hoe groot is maat D? 17 Hoe groot is maat E? 18 Hoe groot is maat F?

17

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

19 Hoe groot is maat G? 20 Maak een schets met maten van de raveling aan de linkerzijde van stuknr. 6. Raadpleeg een tabellenboek. 21 Zoek in een tabellenboek de lijfdikte van de HE 200 B-balk op. 22 Toon met behulp van becijfering aan dat de lengte van stuknr. 5 juist is. 23 Teken op schaal 1:1 stuknr. 9 met bijbehorende maten. 24 Teken op schaal 1:1 het benodigd aantal stuknrs. 10 zodanig, dat zij het voordeligst uit één plaat kunnen worden geknipt. 25 Teken op schaal 1 : 5 doorsnede E-E.

18

Afbeelding 3:

19

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

De oefening voor het maken van een kolomvoet vind je op tekening CS5-2007-002. Bekijk de tekening van de oefening. Je kunt ook aan de praktijkopleider een tekening vragen van vergelijkbare werkstukken die jij moet maken. Als er geen werkstukken voorhanden zijn, maak dan gebruik van bovengenoemde tekening. Voer onderstaande activiteiten uit voordat je met de oefening begint. 26 Noteer welke hulpstukken en gereedschappen je nodig hebt. 27 Maak een materiaallijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen.

Tekening nr.

Benaming onderdeel

Zaaglengte

1 2 3 4 5 6

2

Uitvoeren oefening Je hebt nu alle voorbereidingen van deze oefening doorlopen. Je kunt nu beginnen met het uitvoeren van de praktijkoefening. 1 Overleg met je praktijkopleider voordat je met de oefening begint. Controle oefening 1 Maak een controlelijst van de gemaakte oefening. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim de werkplek op.

3

4

Beoordeling en nabespreking oefening 1 Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

20

21

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

OEFENING SCHROEFDRAADVERBINDINGEN

Afbeelding 4:

Om verschillende onderdelen samen te stellen tot een geheel kan men de onderdelen aan elkaar lassen. Er kan ook gebruik gemaakt worden van schroefdraadverbindingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van schroeven, bouten en moeren.

1

Voorbereiding oefening 1 Bij lasverbindingen worden de onderdelen aan elkaar gesmol- ten tot één geheel. De krachten in de verbinding vloeien dus naadloos over in elkaar. Hoe gaan bij schroefdraad- verbindingen de krachten die op de verbinding staan over van het ene onderdeel naar het andere? 2 Welke verschillende methodes kunnen gebruikt worden om ervoor zorgen dat de onderdelen precies op dezelfde plaats komen als voorheen, wanneer de onderdelen gedemonteerd zijn en later weer gemonteerd worden? 3 In de oefening van tekening CS5-2007-003 t/m 005 wordt een aantal bevestigingsmiddelen gebruikt. Noteer de gevraagde gegevens in onderstaande tabel.

Bevestigingsartikelen Benaming

Norm (DIN)

Aanduiding Diameter [mm]

Lengte [mm]

Platverzonken schroef met zaagsnede Cilinderkopschroef met binnenzeskant Zeskantbout Paspen Spanbus

4 Wat is de functie van de sluitring op tekening CS5-2007-003? 5 In de techniek worden bewegingsschroefdraad en bevestigingsschroefdraad gebruikt. Beschrijf het verschil tussen deze twee soorten. 6 In het tabellenboek staat een hoofdstuk over schroefdraden en bevestigingsmiddelen. Zoek in dat hoofdstuk op welke soorten bevestigingsschroefdraden er zijn. 7 Maak een tabel van de verschillende bevestigingsschroefdraden. Neem daarin de naam op van de schroefdraadsoort, hoe de schroefdraadsoorten worden aangeduid en waarvoor deze meestal worden gebruikt. 8 Schroefdraad is genormaliseerd. Wat betekent dit?

22

9 In onderstaande tabel staan de normen van verschillende bevestigingsmiddelen vermeld. Schrijf achter iedere normaanduiding de juiste naam van het bevestigingsmiddel.

Norm Benaming bevestigingsmiddel DIN 7990

DIN 933 DIN 912 DIN 84 DIN 7991 DIN 964 DIN 938

10 Zoek in je tabellenboek de gegevens op van metrische schroefdraad M8. Vul de ontbrekende gegevens in.

Aanduiding

Benaming

Waarde

tophoek

60°

D D1 D2 P

11 Stel, je moet een bout vervangen, maar je weet niet welk type schroefdraad het is. Hoe kun je het type schroefdraad en de hoofdmaten ontdekken? 12 Op de kop van een zeskantbout staat de code 8.8. Verklaar wat deze code betekent. 13 Maak een tabel met nog andere kwaliteitsaanduidingen van bouten en schrijf daarin de gegevens op.

Aanduiding, code

Minimum treksterkte

Elasticiteitsgrens

14 Om ervoor te zorgen dat een schroefdraadverbinding niet vanzelf los gaat, worden de verbindingen geborgd. Welke borgmiddelen zijn er? Zoek afbeeldingen van borgmiddelen op of maak foto’s van de verschillende manieren van borgen. 15 Bouten en schroeven kunnen verschillende kopvormen hebben. Zoek afbeeldingen op of maak foto’s van de verschillende soorten en verwerk deze in een overzicht. 16 Wat is het verschil tussen een tapbout en een moerbout?

23

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

17 Soms staat op een tekening ‘aanhaalmoment 80 Nm’. Wat wordt daarmee bedoeld? 18 Zoek op wat een spanstift, ook wel spanbus genoemd, is. Maak zonodig een tekening of foto. 19 Waarvoor worden spanstiften gebruikt? 20 Hoe groot moet het gat geboord worden waarin M12 schroefdraad getapt moet worden? Er is één oefeningen voor schroefdraad- en penverbindingen. Je vindt de onderdelen hiervan op de tekeningen: CS5-2007-003 t/m 005. Bekijk de tekening van de oefening die je gaat maken. Je kunt ook aan de praktijkopleider een tekening vragen van vergelijkbare werkstukken die jij moet maken. Als er geen werkstukken voorhanden zijn, maak dan gebruik van bovengenoemde tekening. Voer onderstaande activiteiten uit voordat je met de oefening begint. 21 Schrijf in het kort op hoe je de onderdelen gaat maken. 22 Noteer welke hulpstukken en gereedschappen je nodig hebt. 23 Maak een materiaal- / zaaglijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen. 24 Zoek de verschillende bouten, moeren en pennen op die je nodig hebt. Gebruik daarvoor de lijst die je eerder gemaakt hebt van de verschillende onderdelen.

Tekening nr.

Benaming onderdeel

zaaglengte

1 2 3 4 5 6

2

Uitvoeren oefening Je hebt nu alle onderdelen van deze oefeningen doorlopen. Per afzonderlijke oefening heb je de benodigde voorbereidingen gedaan. Ga na overleg met je praktijkopleider de verschillende oefeningen maken. Controle oefening 1 Maak een controlelijst van elke gemaakte oefening. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim de werkplek op.

3

24

4

Beoordeling en nabespreking oefening 1 Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

25

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

26

Afbeelding 5:

27

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

Afbeelding 6:

28

OEFENING PONSEN

Afbeelding 7:

Bij staalconstructiesmoeten, op punten waar verschillende profielen bij elkaar komen, de einden van de profielen aan elkaar worden verbonden. Dat kan door lasverbindingen te maken, maar ook door bout- of klinkverbindingen te gebruiken. Voor het maken van bout- en klinkverbindingen moeten gaten gemaakt worden in de profielen en platen. Dit kan door gaten te boren, maar ook door gaten te ponsen. Voorbereiding oefening 1 Zoek informatie op over soorten ponsmachines voor het ponsen van profielen. Kijk op internet en vraag documentatie aan. 2 Welke soort ponsmachine staat in de werkplaats waar jij werkt? 3 Ga na, in het bedrijf waar je werkt, tot welke dikte van het materiaal en welke diameter nog geponst kan worden. 4 Welke veiligheidsmaatregelenmoeten genomen worden bij het ponsen? Denk daarbij niet alleen aan persoonlijke veiligheidsmaatregelenmaar ook aan veiligheidsvoorzieningen aan de machine. 5 Geef een omschrijving van het ponsproces. 6 Wat is het nadeel van ponsen ten opzichte van boren? 7 Wat is het voordeel van ponsen ten opzichte van boren? 8 Bereken de ponskracht die nodig is om een gat te ponsen met een diameter van 18 mm in een plaat van 10 mm dik. De afschuifsterkte van het materiaal is 250 N/mm². 9 Waarom is het belangrijk dat de ponsnippel en de snijplaat goed ten opzichte van elkaar gecentreerd zijn? 10 Wat wordt er met het begrip ‘snijspeling’ bedoeld? 11 Waarom is er een bepaalde snijspeling nodig? 12 Wat is de vuistregel voor de ponsdiameter in verhouding tot de materiaaldikte? 13 Wat gebeurt er als de slaglengte waarmee je ponst te klein is? 14 Waarvoor dient een ‘afstroper’ bij een ponsmachine? Er zijn geen oefeningen voor ponsen opgenomen in deze beroepstaak. In plaats daarvan ga je in overleg met je praktijkopleider ponswerk doen in het (stage)bedrijf waar je werkt. Als in het bedrijf waar je werkt die mogelijkheid niet aanwezig is, overleg dan of je niet een dag mag meelopen in een collegabedrijf waar dat wel kan.

1

29

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

2

Uitvoeren oefening 1 Je gaat nu aan de slag. Je hebt voldoende informatie verzameld om met ponsen aan de gang te kunnen gaan. 2 Maak een kort verslag van de werkzaamheden die je in het (stage)bedrijf gedaan hebt. Voeg zo mogelijk tekeningen toe van onderdelen waar je aan gewerkt hebt. Maak eventueel een foto van de ponsmachine en een ponsstempel. Neem ook de machinegegevens op in je verslag. Controle oefening 1 Maak eventueel een controlelijst van het werk dat je in het bedrijf gemaakt hebt. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim de werkplek op.

3

4

Beoordeling en nabespreking oefening Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

30

WERKVOORBEREIDING BORDES

Je hebt nu alle oefeningen gedaan. Alle vaardigheden die je nodig hebt voor het maken van het product heb je doorlopen. Nu kun je overgaan tot het maken van een werkvoorbereiding voor het maken van het Bordes. In de werkvoorbereiding neem je op wat je gaat doen en wat je daarbij nodig hebt. De tekening van het product is daarbij je belangrijkste informatiebron. De volgende punten zijn daarbij van groot belang: • Welke informatie uit de tekening heb ik nodig. • Welke voorschriften moet ik toepassen bij het maken van de verschillende onderdelen. • Welke materialen, gereedschappen, hulpmiddelen en beschermingsmiddelen heb ik nodig. • Welke volgorde moet ik toepassen. • Welke veiligheidsmaatregelen moet ik nemen.

31

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

1

Maken van de werkvoorbereiding 1 Maak een globale volgorde beschrijving waarin in grote lijnen de opbouw te volgen is. Verdeel het totale object daarbij in ‘segmenten’ die je later verder in detail kunt uitwerken. 2 Bereken de hoek waaronder stuknummer 13 aan de onderkant en aan de bovenkant moet worden afgezaagd. 3 Onder welke hoek moeten de stuknummers 14 aan stuknummer 13 worden gelast? 4 Maak een tabel waarin de zwaartelijnafstand van de verschillende hoekprofielen staat vermeld. Maakt in een tekening daarbij duidelijk vanaf welk vlak gemeten moet worden. 5 Maak een tekening van de uitgeslagen lengte van stuknummer 12 en geef daarin de buigtrajecten aan. 6 Maak een gedetailleerde werkvolgordebeschrijving van dit bordes. 7 Maak met een schets duidelijk hoe je de haaksheid van het frame gaat controleren. 8 Bereken de diepte van de verzonken gaten van de stuknummers 10. 9 Hoe ga je te werk om ervoor te zorgen dat de plaatjes stuknummers 18 ‘in lijn’ staan? 10 Bereken bij benadering de hoek tussen stuknummer 8 en stuknummer 3. 11 Laat met behulp van een schets zien hoe je te werk gaat bij het verdelen van de stuknummers 14 op stuknummer 13.

32

voeren

Ui tvoeren

IN TE LEVEREN RESULTAAT

• Product.

Je gaat nu aan de slag met het maken van het frame voor het bordes. Alle informatie heb je inmiddels verzameld. Ga in overleg met je praktijkopleider samen met een collega dit bordes maken. Vergelijk elkaars bewerkingsvolgorde en overleg met elkaar over de verschillen die jullie hebben. Verdeel het werk en maak gebruik van je bewerkingsvolgorde omschrijving als basis voor de uitvoering van de opdracht.

ACTIVITEITEN

1

Voorbereiding 1 Onderzoek of alle materialen die jullie nodig hebben aanwezig zijn. Neem zo nodig contact op met de praktijkopleider om ontbrekend materiaal te bestellen. 2 Verzamel de materialen die je nodig hebt om het eerste segment te maken en controleer de afmetingen. 3 Verzamel de hulpstukken en gereedschappen die je hierbij nodig hebt. 4 Bestudeer de tekening en teken de onderdelen af volgens de maten die op de tekening staan. 5 Ga vervolgens op dezelfde wijze door met de volgende segmenten.

33

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

2

Uitvoering 1 Maak de onderdelen per segment één voor één.

2 Hecht de onderdelen aan elkaar en controleer of de maten, haaksheid en vlakheid voldoen aan de eisen van die op de tekening staan. 3 Las het segment af volgens de lasaanduidingen op de tekening. Je moet er rekening mee houden dat de segmenten moeten worden samengesteld tot een geheel. Het is mogelijk dat sommige lassen pas kunnen worden afgelast nadat het geheel is samengesteld. 4 Stel het frame samen. Gebruik daarvoor de juiste bouten en/of moeren en eventuele borgingen. 5 Controleer of al het laswerk gedaan is en werk het geheel netjes af.

34

35

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

Afbeelding 8:

Deze tekening (voor A3-formaat) kun je downloaden via www.consortiumbo.nl, kies Techniek en ICT, niveau 2, YouStep

36

Deze tekening (voor A3-formaat) kun je downloaden via www.consortiumbo.nl, kies Techniek en ICT, niveau 2, YouStep

37

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

38

Afbeelding 9:

Afbeelding 10:

39

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

40

Afbeelding 11:

41

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

Afbeelding 12:

Afbeelding 13:

42

43

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

Controleren

Controle

IN TE LEVEREN RESULTAAT IN TE LEVEREN RESULTA T ren • Controlelijst van jezelf. • Controlelijst mededeelnemer.

Je hebt je beroepstaak uitgevoerd. Nu ga je je eigen werk controleren. Eventuele fouten kun je zelf herstellen.

ACTIVITEITEN

1

Controlelijst 1 Maak een controlelijst. • Hoe ga je dit aanpakken? • Denk aan de volgende punten: • Maatvoering • Vorm- en plaatstoleranties • Afwerking 2 Benoem aan welke gestelde veiligheidsvoorwaarden je hebt voldaan. Uitvoeren controle Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijst. Controleer samen met een medeleerling de door jullie gemaakte producten.

2

44

IN TE LEVEREN RESULTAAT Beoordelen Beoordelen

• Ingevulde beoordelingsmonitor. • Bewijsstukken van het criteriumgericht interview. • Eindpresentatie. • Demonstratie.

In deze stap word je beoordeeld met een beoordelingsmonitor (zie bijlage 1). Met de beoordelingsmonitor word je beoordeeld op: • wat je hebt gemaakt • hoe je dit hebt uitgevoerd. Er wordt speciaal gelet op je vakkennis, vaardigheid en beroepshouding bij Basisvaardigheden Metaal. Tijdens het uitvoeren van de beroepstaak houden jij en je beoordelaars de beoordelingmonitor bij.

ACTIVITEITEN

1

Invullen beoordelingsmonitor 1 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmonitor. 2 Vraag een medeleerling om jou te beoordelen op communicatieve en sociale vaardigheden.

2 Bewijsstukken van het criteriumgericht interview 1 Verzamel alle bewijsstukken. 2 Je moet kunnen aantonen dat je de beroepstaak goed hebt uitgevoerd. Het criteriumgericht interview 1 Stel de definitieve datum vast voor het beoordelingsmoment met je beoordelaars. 2 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 3 Voer een beoordelingsgesprek met je begeleider. 3

45

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

4

Eindpresentatie (In overleg met je begeleider) 1 Stel de definitieve datum vast voor de eindpresentatie met je beoordelaars. 2 Bereid de presentatie voor. 3 Voer de presentatie uit. Demonstratie (In overleg met je begeleider) 1 Stel de definitieve datum vast voor de demonstratie met je beoordelaars. 2 Bereid de demonstratie voor. 3 Voer de demonstratie uit.

5

46

Terugkijken

Terugki jken IN TE LEVEREN RESULTAAT

• Een afgevinkt mini-POP. • Terugkijkverslag. • Bijgewerkt portfolio.

Je hebt deze beroepstaak bijna afgerond. Het is nu tijd om terug te kijken op de uitvoering ervan. Deze laatste stap is een heel leerzame stap. Je kunt de informatie die je hier krijgt, gebruiken om je competenties te verbeteren in een volgende beroepstaak.

Maak een afspraak met je trajectbegeleider voor dit gesprek.

Afbeelding 14:

47

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

ACTIVITEITEN

6

Terugkijkverslag 1 Maak een terugkijkverslag aan de hand van onderstaand schema.

Naam: Datum: Beroepstaak: Naam trajectbegeleider:

Stap

Wat ging goed

Wat kon beter

1 Oriënteren 2 Invullen Mini-POP 3 Voorbereiden 4 Uitvoeren

5 Controleren 6 Beoordelen

Samenvatting, beoordeling en conclusies

Wie

Wat heb ik geleerd

Wat moet ik nog aan werken

Trajectbegeleider Medeleerling Praktijkopleider Zelf

48

BRONNEN

• www.leren.nl • www.techniekstad.nl

49

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR

Opmerkingen

Leerling: Complexiteit

Beoordeling D

score D - A - G

docent

praktijkopleider

leerling

Competenties Prestatie-indicator of verwacht gedrag afgeleid van de prestatie-indicator

Heeft de verzamelde informatie zodanig geïnterpreteerd dat er een duidelijk beeld is van de werkopdracht. Draagt zorg voor de aangeleverde materialen, middelen en gereedschappen en kiest de correcte persoonlijke beschermingsmiddelen. Controleert te gebruiken machines, materialen en gereedschappen op bruikbaarheid. Bewerkt en vervormt het materiaal vakkundig en accuraat volgens tekeningen, bewerkingsinstructies, bedrijfsregels en Arbo-voorschriften. Bewerkt en vervormt het materiaal vakkundig en accuraat. Volgt de voorgeschreven procedures op. Draagt zorg voor de aangeleverde materialen, middelen en gereedschappen en kiest de correcte persoonlijke beschermingsmiddelen en hijsapparatuur.

Assembleert Ieidingsystemen door de meest geschikte verbindingstechnieken toe te passen. Assembleert, monteert en gebruikt deelproducten (materialen en middelen) correct door de juiste verbindingstechnieken toe te passen. S Kwaliteit leveren Assembleert en monteert de deelproducten tot een geheel conform de gestelde kwaliteits- en productiviteitseisen. L Materialen en middelen inzetten

Tabel bewerkingen bordes BG E v Verslag G2,3 P v Tabel vaardigheden G2,3 P v M Analyseren Kiest een manier van leren die past bij de eigen leerstijl en de leeromgeving. Tabel werkvolgorde G2,3 P v O Creëren en innoveren Heeft zich op de hoogte gesteld van geschikte en nieuwe manieren van leren. Ingevulde planning ind E t D Aandacht en begrip tonen Verwoordt in hoeverre de persoonlijke waarden en kwaliteiten van invloed zijn op het zoeken naar passend werk. G Relaties bouwen en netwerken Heeft na overleg met anderen, inzicht in passend werk. M Analyseren Vergelijkt de persoonlijke en gevraagde kwaliteiten en concludeert hieruit wat passend werk is. N onderzoeken Is in staat, d.m.v. informatie in te winnen, in te schatten welk werk aansluit bij de persoonlijke kwaliteiten. Oefening knooppunt ind K v E Samenwerken en overleggen Stemt in overleg met de Ieidinggevende de uit te voeren werkzaamheden af. Oefening kolomvoeten ind K v K Vakdeskundigheid toepassen Oefening schroefdraadvebindingen ind K v L Materialen en middelen inzetten Oefening ponsen ind K v K Vakdeskundigheid toepassen Kennistoets vakvaardigheden ind K v Werkvoorbereiding van het bordes ind Ci pra Het product, het bordes ind Ci pra K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen T Instructies en procedures opvolgen K Vakdeskundigheid toepassen 2 2 2.2 Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem past 2.1 Voorbereiden samenbouwen van deelproducten 1.3 Bewerken en vervormen van het materiaal 2 2.3 Assembleren en 1 1.4 Verbinden van onderdelen 1 1 1.3 Kiest bij zichzelf en bij situatie passende manier van leren A Beslissen en activiteiten initiëren Kan aantonen dat de gekozen manier van leren aansluit bij het eigen leerdoel. 2 2.2 Controleren van materialen en gereedschappen L Materialen en middelen inzetten

Gebruikt efficiënt de materialen, middelen en gereedschappen die nodig zijn voor het bewerken en vervormen van het materiaal. Raadpleegt zijn collega’s om complexe producten te kunnen bewerken of vervormen.

Code

Werkproces

monteren van producten

Kerntaak

BPV ok Kerntaak LLB

beoordelingsvorm beoordelaars

werkvorm

Product

50

Stap 2 Invullen mini-POP

Stap 1 Oriënteren Constructiewerken 3

Stap 4 Uitvoeren

Stap 3 Voorbereiden

Metaalbewerker [94301] Monitor

Gebruikt en draagt zorg voor meetgereedschappen, materiaal en persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn voor het meten en controleren van de vervaardigde d t T Instructies en procedures opvolgen Hanteert de voorgeschreven meetmethoden en meetinstrumenten. F Ethisch en integer handelen Gebruikt de juiste middelen om de producten en zijn werkplek schoon te maken. G Relaties bouwen en netwerken

Is in staat de besluitvoering over werknemersrechten te beïnvloeden door te onderhandelen op basis van individuele/groepsmening. N onderzoeken Houdt zich voortdurend op de hoogte van werknemersrechten en vastgelegde procedures. T Instructies en procedures opvolgen Houdt zich aan de procedures zoals die zijn vastgelegd in wettelijke voorschriften. E Samenwerken en overleggen Overlegt met alle relevante betrokkenen over het uit te voeren werk. F Ethisch en integer handelen L Materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen

Neemt, zo nodig en eventueel d.m.v. vertegenwoordigende organen, initiatief om op te komen voor de werknemersrechten. Vraagt advies aan collega’s of aan relevante organisaties om zijn werknemersrechten, zo nodig, te beschermen. Legt de meetresultaten vast.

Is eerlijk en betrouwbaar tegenover zijn collega’s en behandelt iedereen gelijkwaardig.

Houdt rekening met zijn omgeving, maakt zijn werkplek schoon en voert het afvalmateriaal volgens de voorschriften af. Vult alle relevante formulieren correct in volgens de voorgeschreven bedrijfsprocedures.

Een ingevuld mini-POP ind E t D Aandacht en begrip tonen Verwoordt de eigen kwaliteiten, wensen en waar-den en is zich bewust hoe deze invloed kunnen hebben op de eigen loopbaanontwikkeling. Terugkijkverslag ind E t G Relaties bouwen en netwerken Is, door gesprekken met anderen, in staat inzicht te krijgen in eigen kwaliteiten en motieven en deze af te stemmen op de eigen loopbaan. Bijgewerkt portfolio ind FG ab M Analyseren Bepaalt welke competenties, wensen en waarden belangrijk zijn voor de loopbaanontwikkeling. N Onderzoeken Is in staat, door middel van allerlei technieken, een beeld van zichzelf te krijgen. A Beslissen en activiteiten initiëren 2.3 Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn 2 2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven 2

Maakt keuzes om de eigen loopbaan verder te ontwikkelen en onderneemt hiervoor de nodige acties. Legt zijn plan van aanpak voor aan eigen relaties, zodat zij kunnen adviseren bij het vinden van passend werk. N Onderzoeken Onderzoekt de gevolgen van toekomstige keuzes en acties en gebruikt deze om zijn loopbaan te kunnen sturen.

Controlelijst van jezelf ind P l J Formuleren en rapporteren 1 & 2 1.6 & 2.5 Meten, testen en controleren van

Controlelijst mededeelnemer G2 P l L Materialen en middelen inzetten vervaardigde producten 2 2.6 Afronden

A Beslissen en activiteiten initiëren E Samenwerken en overleggen H Overtuigen en beïnvloeden

4 4.3 Stelt zich collegiaal op

4.2 Maakt gebruik van werknemersrechten

werkzaamheden

4

Ingevulde beoordelingsmonitor ind Ci/Ep ab Bewijsstukken criteriumgericht interview ind Ci/Ep ab Eindpresentatie / demonstratie ind Ci/Ep ab

51

Stap 6 Beoordelen

Stap 7 Terugkijken

Stap 5 Controleren

Stap 4 Uitvoeren vervolg

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

52

notities

BEROEPSTAAK CONSTRUCTIEWERKEN 3 HET BORDES

54

Deze beroepstaak is uitgebracht in een serie voor de kwalificatie Metaalbewerken, uitstroom Metaalbewerker. Beroepstaken zijn gebaseerd op het didactisch model BGL (Beroepstaak Gestuurd Leren). De beroepstaken zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

OvERziChT BEROEPSTAKEn METAALBEwERKER

Basisdocument Beroepstaakgestuurd Leren introductie Metaalbewerker 1 Plaatconstructiewerken 1 2 Plaatconstructiewerken 2 3 Plaatconstructiewerken 3

4 Constructiewerken 1 5 Constructiewerken 2 6 Constructiewerken 3

7 CnC operationeel maken 8 Metaalbewerker in bedrijf 9 MiG/MAG1 10 MiG/MAG 2 11 TiG 1 12 TiG 2 Aluminium 13 TiG 2 RvS

14 BMBE 1 15 BMBE 2

69367186 Bestelnummer 006BTMS0029

Made with