006WTBPT0006

Evalueren en beoordelen • De opdrachtgever controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven. • Houd in de beoordelingsmonitor bij wat wordt beoordeeld. • Je hebt de oriëntatie afgerond. • De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap. • In stap 2 ga je een activiteitenplan maken.

WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES De werkprocessen en competenties die aan bod komen zijn: Werkproces: Voorbereiden werkzaamheden Competenties: E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op de beoordelings- monitor.

TE BEHANDELEN LESSTOF Voor deze projecttaak is er een aantal onderwerpen dat de leerling zich eigen moet maken. • Hydrauliek • De verschillende hydraulische componenten die er zijn. • De verschillende koppelingen die mogelijk zijn en de montage hiervan. • Het maken van simpele hydraulische schema’s. • Volgordeschema’s. • De verschillende soorten hydraulische oliën die er zijn. • De verschillende begrippen kennen. • Veiligheid • Het kennen van de verschillende PBM’s. • Het kennen en toepassen van de verschillende veiligheidsmaatregelen. • Het bewust worden van veiligheid voor de leerling en zijn omgeving. • Informatica • Word. • Maken van lijsten en tabellen. • Nederlands AANWIJZINGEN BEGELEIDERS • De vakdocent draagt zorg voor de ondersteunende theorielessen. • Producten die ingeleverd worden, moeten worden beoordeeld. Verwerk dit in de beoordelingsmonitor. • Een hydraulische installatie kan klein of groot zijn. • De lijst met componenten kan ook verwerkt worden zodat deze later gebruikt kan worden als handboek. • Het maken van een volgordeschema heeft alleen zin als er minimaal 2 cilinders zijn. Deze moeten afzonderlijk van elkaar een beweging maken. • De leerling verzamelt de beoordelingen en competentiescore in de beoordelingsmonitor. • Tijdens de BPV geeft de praktijkopleider aan welke installatie moet worden aangelegd. Op school is dit de taak van de docent. • De stagebegeleider stemt af wie wat beoordeelt. • De trajectbegeleider bepaalt aan het eind van deze stap een Go/No-Go. • Maken van een verslag. • Grammatica en spelling.

10

Made with