006WTBPT0006

Verwachte score In de kolom verwachte score van de monitor geeft u zelf aan welk gedrag u van een student verwacht. Is dit in het materiaal niet vastgesteld dan kunt u dit zelf vastleggen. Het is denkbaar dat u voor een aantal competenties aan het begin van de opleiding nog reproductief gedrag verwacht, terwijl u aan het einde van de opleiding mogelijk productief gedrag verwacht. Meer achtergrondinformatie vindt u in het visiedocument 'Evalueren, Beoordelen en Kwalificeren van Competentieontwikkeling' van Stich- ting Consortium Beroepsonderwijs waarvan de nieuwste versie is te downloaden via de site www.con- sortiumbo.nl. In de kolom 'resultaat r-p-t' kan elke beoordelaar een score aangeven. In de kolom opmerkingen kan elke beoordelaar aantekeningen maken over het gedrag van een student. Alleen heel opvallend ge- drag, zowel in positieve als in negatieve zin, wordt vastgelegd. Als de verwachte score en de score van de student worden ingevuld met kleine letters gaan we ervan uit dat het een ontwikkelscore is. Als er hoofdletters worden gebruikt gaan we ervan uit dat het om een kwalificerende score gaat. Competentiescoretabel • Aan het einde van deze leereenheid, werkperiode of dit project wordt de competentiescoretabel ingevuld. Hierop kan de leerling zien hoe gedurende de hele periode is gefunctioneerd wat betreft de ontwikkeling van je competenties. De monitor zal hiervoor een belangrijke input zijn. • Je scoort competenties altijd in relatie met werkprocessen. Het gaat erom dat een leerling een werkproces 'naar verwachting' uitvoert. Om zijn competentieontwikkeling te kunnen volgen heeft Stichting Consortium Beroepsonderwijs een scoretabel ontwikkeld waarin via prognoses op gedrag (r-p-t) gekeken wordt of een leerling zijn competenties goed ontwikkelt. Complexiteit: A-B-C-D Docenten en begeleiders zullen in overleg met de leerlinge aangeven de beroepstaak in complexiteit A, B, C of D- uitvoert. Het is duidelijk dat in het begin veel sturing, begeleiding en meegegeven wordt. Aan het einde van de opleiding moet de leerling functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. Criteriumgericht interview Een criteriumgericht interview is een gestructureerde manier van vragen naar specifiek gedrag, dat tevoren als relevant is vastgesteld. Criteriumgericht interviewen is vragen naar gedrag dat een kandi- daat in het verleden in specifieke situaties heeft vertoond en op die manier voorspellen welk gedrag de kandidaat in soortgelijke situaties in de toekomst zal tonen. Om te bepalen welke competenties de kandidaat in welke mate beheerst is een criteriumgericht inter- view volgens het STARR-model zeer geschikt. De criteria die u met dit instrument meet, zijn de com- petenties met indicatoren die ook al bij het selfassessment en de portfolio zijn gebruikt.

STARR-model STARR = Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie. Via het STARR-model komen de volgende aspecten aan de orde:

S Situatie U vraagt de kandidaat een bepaalde situatie te beschrijven, waarin een bepaalde competentie werd verlangd. De functie van de vraag is de context en complexiteit van de situatie in beeld te krijgen. T Taak U vraagt de kandidaat te beschrijven welke taak of rol hij hierbij had. U kunt hier achterhalen welke doelen de kandidaat zich gesteld heeft en welke verantwoordelijkheid de kandidaat had. A Actie vraagt de kandidaat welke actie hij ondernam. Dit beschrijft hij in concrete gedragingen.

Dit is de meest belangrijke vraag. Let op antwoorden in de "wij"-vorm i.p.v. de "ik"-vorm. Het gaat nl. om de actie van de kandidaat zelf. Stuur dus op de "ik"-vorm.

R Resultaat U vraagt wat het resultaat was.

Deze vraag geeft aan hoe effectief de actie van de kandidaat was. R Reflectie U vraagt hoe hij hierop terugkijkt? En eventueel of hij het gegeven voorbeeld kan verplaatsen naar een andere situatie / context: de transfer. Deze vraag geeft aan of de kandidaat kan leren van zijn handelen.

27

Made with