Mies Bezemer & Jan Bouwen, m.m.v. Coen Winkelman - Stotteren

1.3  | Stotteren, een geïntegreerde visie

ven van stotterproblematiek. Hij kon er de emoties, de cognities en het spreken van ie mand die stottert in onderbrengen. Voor de interactie met de omgeving, die bij stotteren zo’n specifieke rol speelt, creëerde hij een extra sociale component. Zo ontstond het Eras mus-viercomponentenmodel voor stotteren, waarmee stotteren in een theoretisch mo del en in een praktisch werkkader geplaatst kon worden (Stournaras et al., 1980).

Het vertrouwde 4CM is volledig te plaatsen binnen het biopsychosociale model van Engel (figuur 1.2). De ‘versmelting’ ervan wordt gevisualiseerd in figuur 1.3b.

s o c i a l e c o m p o n e n t

gedachten

spraak en taal

cognitieve component

emotionele component

gevoelens

omgeving

verbale component

Figuur 1.3a Erasmus-viercomponentenmodel (4CM) voor gebruik in therapie (Bezemer & Bou wen, 2018, naar Stournaras et al., 1980)

Figuur 1.3b 4CM ingepast in biopsychosociale model van Engel (Bezemer & Bouwen, 2018, naar Stournaras et al., 1980)

Ervaring en voortschrijdend inzicht met 4CM vanuit de praktijk maakte dat de vorm werd aangepast, waardoor we deze nu anders visualiseren (figuur 1.3a). In de kern blijft het model overeind: het blijft een viercomponentenmodel. De centrale verbale, cognitieve en emotionele componenten vormen nu de kernen en worden als het ware omgeven door de vierde, sociale, component (zie figuur 1.3a). Immers, alle leerpro cessen staan in directe relatie tot de sociale component, of in ICF-termen ( Internati onal Classification of Functioning, Disability and Health ): de externe factoren spelen mee in alle drie de centrale componenten. Verbale component Stotteren gaat gepaard met hoorbaar en/of zichtbaar (uitwendig) en onhoorbaar en/ of onzichtbaar (inwendig) spraak-, taal- en motorisch gedrag.

23

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online