Mies Bezemer & Jan Bouwen, m.m.v. Coen Winkelman - Stotteren

1.7  | Hoe leg je aan cliënten en hun omgeving uit wat stotteren is?

1.7 Hoe leg je aan cliënten en hun omgeving uit wat stotteren is?

Wanneer cliënten en ouders voor een intake en onderzoek komen, is het van belang om op een begrijpelijke manier uiteen te zetten wat stotteren is. De complexiteit van stotteren kan voor cliënten inzichtelijk gemaakt worden door het stotteren te ver delen in een buitenkant en een binnenkant en daarbij gebruik te maken van de me tafoor van de ijsberg (zie figuur 1.4). Bovendien kan het noemen van de definitie van Sheehan (1975) verhelderend zijn: ‘Stotteren is eigenlijk datgene wat je doet om níét te stotteren.’

Spreken (waarneembaar)

Lucht (omgeving)

Denken en voelen (niet waarneembaar)

Water (omgeving)

Figuur 1.4 Metafoor van de ijsberg

De buitenkant en de binnenkant In voorlichtingsmateriaal wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen waarneembare en niet-waarneembare kenmerken van stotteren, en worden de termen ‘buitenkant’ en ‘binnenkant’ gebruikt. De buitenkant wordt gevormd door datgene wat anderen horen en zien: de herha lingen, verlengingen en blokkades, de stopwoordjes, pauzes, klanktoevoegingen en tempowisselingen, ademontregelingen, meebewegingen en spierspanningen in het spraakorgaan en de rest van het lichaam.

31