Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

3.4 Talent als een ‘opwaartse spiraal’

alleen maar per stap worden bijgestuurd of beïnvloed. Dat bijsturen of beïnvloe- den leidt weer tot een volgende stap. Het proces heeft dus een zelforganiserend karakter, dat wil zeggen dat het spontaan ontstaat uit de interactie tussen de partners in het proces, in dit geval leerkracht en leerling. Wanneer een leerling plezier heeft in een bepaald kennisdomein, ontlokt hij daarmee vaak een vergelijkbare belangstelling en ondersteuning bij de leerkrach- ten. Je ziet dat ook in de opvoeding: een kind vindt bijvoorbeeld dieren leuk en de ouders kopen boekjes over dieren en nemen het kind mee naar de dierentuin. Dit versterkt zijn kennis en belangstelling. Dit kan er vervolgens toe leiden dat de ouders het kind bijvoorbeeld laten deelnemen aan een natuurstudieclubje. Dit illustreert de werking van een opwaartse spiraal . Hierbij versterken allerlei fac- toren – binnen en buiten het kind – elkaar. Kinderen voor wie deze opwaartse spiraal werkt, zullen zich onderscheiden: ze zullen excelleren . Het is goed om op te merken dat dit het resultaat is van de opwaartse spiraal van talent, niet van het feit dat hun excellentie altijd al aanwezig was. Excellentie is dus geen begaafdheid maar een eigenschap van het hele systeem.

volwassene

kind

volwassene

kind

volwassene

kind

Figuur 3.6 De opwaartse talentspiraal

71

Made with