Milieu Compact nr 4

milieu

compact

Bestemmingsplan en landschappelijke inpas- sing tracébesluit Bij besluit van 27 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Muiden het bestemmingsplan “Landelijk gebied” vastgesteld. Tegen dit besluit is beroep inge- steld en verzocht een voorlopige voorziening te tref- fen. Verzoekers betogen dat het tracébesluit weguit- breiding Schiphol-Amsterdam-Almere van 21 maart 2011 op onjuiste wijze in het plan is opgenomen. Zij voeren hiertoe aan dat het tracébesluit 2011 voor- ziet in groenvoorzieningen tegenover hun woningen, terwijl het plan het mogelijk maakt dat hier een weg wordt aangelegd. Vast staat dat het tracébesluit 2011 voorziet in een maatregelvlak landschappelijke in- passing op de gronden tegenover de woningen van verzoekers. Het tracébesluit 2013 brengt hierin geen verandering. Volgens het tracébesluit 2011 betreft dit een vlak waarbinnen de voorzieningen ten behoeve van de landschappelijke inpassing en boscompen- satie worden aangebracht. Vast staat voorts dat het plan op deze gronden voorziet in de bestemming “Verkeer - 2”. Verzoekers betogen terecht dat het plan, anders dan het tracébesluit 2011, het moge- lijk maakt dat op deze gronden wegen worden aan- gelegd. Hoewel het plan binnen deze bestemming eveneens voorziet in groenvoorzieningen, is op deze wijze niet gewaarborgd dat de in het tracébesluit 2011 op de gronden voorziene landschappelijke in- passing en boscompensatie zal worden aangelegd. De voorzitter ziet gelet hierop aanleiding om het plan, voor zover het betreft de gronden met de bestem- ming “Verkeer - 2” tegenover de woningen van ver- zoekers, waarop in het tracébesluit 2011 is voorzien in een maatregelvlak landschappelijke inpassing, te schorsen. Dit heeft als gevolg dat het ter plaatse vi- gerende planologische regime ingevolge artikel 13, vierde lid, van de Tracéwet, zal worden beheerst door het tracébesluit 2011 en het tracébesluit 2013. zie www.RaadvanState.nl; Vz ABRS 08-01-2013, nr. 201309084/2/R1 Bij besluit van 27 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Gorinchem het bestemmingsplan “Laag Dalem” vastgesteld. Appellant betoogt dat het plan niet kan worden uitgevoerd vanwege een privaat- rechtelijke belemmering. Daartoe voert hij aan dat in een overeenkomst met de voormalige pro- jectontwikkelaar afspraken zijn gemaakt over de bouwgrenzen en bouwhoogten en de positie van Bestemmingsplan en evidente privaatrechtelijke belemmering

beschermingswet 1998 op 19 september 2011 aan Prorail is verleend voor werkzaamheden aan het station Wormerveer, te wijzigen ten behoeve van de hiermee verband houdende verplaatsing van een benzinestation. Bij besluit van 23 april 2013 heeft het college de vergunning van 19 september 2011 gewijzigd ten behoeve van de verplaatsing van een benzinestation. Het gebied Polder Westzaan is, voor zover thans van belang, aangewezen als Na- tura 2000-gebied voor de habitatsoort meervleer- muis. Het gebied dient als foerageergebied voor deze soort. Niet in geschil is dat belangrijke verblijf- plaatsen en vliegroutes van de meervleermuis niet in de nabijheid van de nieuwe locatie van het benzi- nestation zijn aangetroffen. Omdat niet kan worden uitgesloten dat enige meervleermuizen gebruik ma- ken van een route over de Karnemelksloot, die in de nabijheid van de betrokken locatie is gelegen, heeft het college ten behoeve van het bestreden besluit een passende beoordeling gemaakt van de gevol- gen van de verlichting van het beoogde benzinesta- tion voor een eventuele vliegroute over deze sloot. Bij de beoordeling van eventuele lichthinder voor de meervleermuis heeft het college gebruik gemaakt van lichtberekeningen die door bureau Arcadis zijn gemaakt. In het rapport wordt geconcludeerd dat kunstmatige lichtbronnen die zullen worden ge- bruikt onder de luifel van het tankstation en de op te richten lichtmast op een afstand van ongeveer 40 meter, een aandeel van 0 (nul) lux verlichting zul- len hebben. Ten aanzien van de verlichting van de zuil met prijsinformatie en de rand van de kap van het benzinestation is de bijdrage aan de verlichting tot op een afstand van maximaal 50 meter even- eens 0 (nul) lux. In het door appellant aangevoerde ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat dit rapport zodanige gebreken dan wel leemten in kennis bevat dat het college bij de vergunning- verlening niet in redelijkheid hiervan heeft mogen uitgaan. Het Natura 2000-gebied Polder Westzaan bevindt zich op een afstand van ongeveer 50 meter van het beoogde benzinestation. Eventuele vlieg- routes van de meervleermuis langs de Karnemelk- sloot bevinden zich op een afstand van ongeveer 40 meter van het beoogde benzinestation. Gelet hierop en op het voorschrift dat aan de verleende vergunning is verbonden dat kunstmatige lichtbron- nen naar beneden gericht dienen te zijn, heeft het college zich op grond van de passende beoorde- ling ervan verzekerd dat de natuurlijke kenmer- ken van het gebied niet zullen worden aangetast. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 08-01-2014, nr. 201305221/1/R2

12

Made with