CZW20120062

c. Assessmentgesprek Nadat je meerdere kwalificerende beroepsprestaties of proeve(n) hebt uitgevoerd en het verantwoordingsverslag hebt geschreven, volgt het assessmentgesprek. In het assessmentgesprek zijn een of meerdere werkprocessen en competenties met beoordelingscriteria opgenomen waarover je wordt bevraagd door beoordelaar(s) of assessor(en). Aan de hand van jouw inbreng toon je aan dat je inzicht hebt gekregen in je handelen en de achtergrond van je keuzes die je hierbij hebt gemaakt. Een hulpmiddel bij het voeren van het assessmentgesprek is de STARRT-methode (zie hoofdstuk 6.1). Vragen die je jezelf in de voorbereiding op dit gesprek kunt stellen zijn: • Hoe kijk ik tegen mijn eigen handelen (willen en zijn) in praktijksituaties aan? • Vanuit welke visie, waarden en motieven heb ik gehandeld? • Wat zijn mijn sterke en minder sterke kwaliteiten? • Wat heeft mij wel en wat niet gestimuleerd om het beste van mijzelf in praktijksituaties te laten zien? • Stemt mijn handelen overeen met het beeld dat ik van mezelf heb en mijn rol binnen het beroep? • Hoe waardeer ik mijn handelen in praktijksituaties?

Fragment uit een beoordelingslijst van het assessmentgesprek van je opleiding OA

onvoldoende

voldoende goed

Prestatie-indicatoren

Competenties

Kwalificerend

- componenten

Werkproces 2.5 voert in PO en SO pedagogisch-verzorgende taken uit

T Dit betekent dat: • je gericht bent op de zorgvraag van de leerling(en) • je herkent wanneer leerlingen hulp nodig hebben; je biedt dan de nodige ondersteuning • je daarbij let op het welzijn van de leerling en je de zelfredzaamheid stimuleert zodat: • je in het assessmentgesprek de keuzes verantwoordt die je hebt gemaakt op het gebied van persoonlijke zorg, het welzijn en de zelfredzaamheid van de leerlingen.

D Aandacht en begrip tonen

–– anderen steunen –– bezorgdheid tonen voor anderen

11

KOMPAS

Made with