CZW20120062

7.2 Inhoudelijke toelichting op de fase-indeling

De opbouw van de fase-indeling is gebaseerd op:

Basale vaardigheden van de onderwijsassistent verkennen en uitvoeren. Je kunt hierbij denken aan: het op orde houden

van de klas, zorgdragen voor het klaarzetten en opruimen van materialen en middelen. Observeren en rapporteren, voorlezen, vertellen, individuele leerlingen ondersteunen, geruststellen, op weg helpen, complimenten geven en administratieve werkzaamheden zoals nakijken en cijfers noteren op de wijze zoals gebruikelijk is in je BPV.

In fase 2 ontwikkel je de vereiste competenties binnen de werkprocessen verder. Je bouwt verder aan je opgedane

kennis, houding en vaardigheden in fase 1. Naast de voorbereiding en assistentie bij lesonderdelen, verdiep je jouw didactisch handelen. Hoe stuur ik leerlingen aan, hoe leg ik iets helder uit, hoe ga ik om met verschillen tussen leerlingen en hoe stem ik mijn didactisch handelen daarop af? Hoe stimuleer ik leerlingen om zelf oplossingen te zoeken voor dingen die ze niet begrijpen? Je werkt mee aan thematisch onderwijs en een activiteit zoals de straatspeeldag, het schoolreisje of het schoolkamp.

In fase 3 neemt de complexiteit verder toe. Je brengt verdieping aan in je didactische en pedagogische kennis

over kinderen die extra zorg vragen. Je toont competenties aan in de begeleiding van kinderen met leer- en gedragsstoornissen. Wat vraagt dit kind van mij en hoe kan ik dit kind verder helpen? Ook staat de professionalisering van jezelf en jouw bijdrage aan de kwaliteitszorg binnen je praktijkschool centraal.

54

ONDERWIJSASSISTENT 4 - Fase 1, 2 EN 3

Made with