PanPost nummer 2 juni 2017

Club Pan-European Nederland | nummer 2 | juni 2017

minder ruig. Ook de verbouwde gewassen werden wat meer divers. Zo zag ik op een akker zowaar prei staan! En ik kwam steeds meer weiden met koeien tegen. En plotseling was ze daar: de Middellandse zee! Bij het naderen van de kustweg zag ik haar al af en toe liggen. Vlak en blauw zoals ze hoort te zijn. Je kon langzaamaan ook al steeds meer een andere geur ruiken. Vanaf “ El Port de la Selva” reed ik over de kustweg langs al die baaitjes waar deze kust zo bekend om is, om te eindigen in PortBou . In ‘Hostal Costa Blava’ vond ik een goed onderkomen, 200 m van het strand. Het duurde dan ook niet lang, voordat ik heerlijk in de zee heb gezwommen. Daarna lekker douchen in het hotel en later een biertje op een terras aan het water. Intussen had ik het dorpje nog verkend en daarna voor het laatst Spaans gegeten. Ook hier stond mijn motor weer uiterst gunstig geparkeerd om de ochtend erna alsnog de achter- remblokken met behulp van het nieuwe gereedschap te ver- vangen. In twintig minuutjes was het gepiept en kon ik met alle vertrouwen de Alpen in! Zelfs hier had ik het best nog gered met de voering die er nog op de achterblokken zat, maar zeker- heid voor alles! Het was tijd om afscheid te nemen van Spanje en Catalonië in het bijzonder. Qua berglandschap is

Catalonië niet zo spectaculair als de Alpen, hoewel er hele mooie routes zijn met ruige bergen en canyons om doorheen te rijden. De wegen zijn meestal erg goed, alleen de kleinere kunnen wel eens in meer of minder slechte staat zijn. Het rijden op zich is heel vergelijkbaar, het verschil zit ‘m meer in de omgeving naast de weg: de rotsformaties. Qua vriendelijkheid en behulp- zaamheid van de mensen kan menig Alpenland echter een puntje zuigen aan dit Pyreneeënland. Op naar Avignon ! De kusten aldaar, van Spanje en Frankrijk verschillen in niets. Een aaneenschakeling van kleine baaitjes met een dorpje en een oorspronkelijk vissershaventje erbij. Alleen is de drukte in Spanje heel redelijk, maar in Frankrijk extreem! Net over de grens, in Banyuls , kon je al over de koppen lopen, was er geen parkeerplaats meer te vinden en zaten de terrassen bommetjevol. Dat gold ook voor Port Vendres en Collioure . Vreemd dat de Fransen niet eventjes doorrijden tot over de grens?? Men spreekt daar ook Frans, de prijzen zijn een stuk lager en men betaalt ook in euro’s. Bovendien heb je meer ruimte en minder gestresste bediening op de terrassen. Hoe dan ook, het blijft een hele mooie kust! Na de kuststreek ben ik over de snelweg naar Avignon gereden. Het landschap is er niet zo leuk om D-wegen te rijden, vind ik. In

Avignon had ik een hotel net buiten de oude stadsmuren, het ‘Aparthotel’. Een aanrader! Het zomerfestival was voorbij en helaas was er, zelfs qua artistieke activiteit in het weekend, niet veel meer te doen in het centrum. Niettemin blijft het binnen de muren een hele mooie stad, ook om er gewoon doorheen te lopen. Vlak naast het hotel was er een supermarché en op mijn kamer had ik een kitchenette. Dus zelf een ontbijtje maken was een eitje! Na alles afgewassen te hebben, werd het tijd voor de volgende etappe, op naar Briançon ! De eerste berg van betekenis was de Mont Ventoux en dan op zijn slechtst qua weersomstandig- heden. Op zo’n driekwart werd het links en rechts steeds kaler en kouder. De hellingen van de ene naar de andere haarspeldbocht zijn eindeloos lang voor fietsers. En die waren er genoeg! Stapvoets ploeterden ze bergop, in een steeds kouder en mistiger omgeving. De temperatuur was 9 graden, maar door de immense wind leek het wel 4 graden! Om foto’s te maken heb ik een paar keer mijn handschoenen uitgetrokken en ‘du moment’ kreeg ik ze niet meer warm, zo koud was die wind. Gelukkig bood de handvatverwarming uitkomst… Maar voor die fietsers die bezweet de berg op gingen, was er geen verwarming, behalve hun eigen kacheltje. Ik heb diep respect voor

24

Made with FlippingBook - Online catalogs