PanPost nummer 2 juni 2017

Club Pan-European Nederland | nummer 2 | juni 2017

Langres . Er lag een motel langs de weg, dat er op de foto’s uitzag als een soort oase. Mét zwembad ook nog! Maar eerst moest ik weer de weg op en het landschap werd steeds lager en vlakker en steeds minder uitdagend om kleine wegen te berijden. Hoewel oorspronkelijk niet gepland, heb ik toch gekozen voor de snelweg en doorgaande wegen, met als voordeel tijdwinst. Het laatste stuk ging echter over een kleinere, doch doorgaande weg. ‘Van de snelweg af’ wilde ik tanken om niet de hoofdprijs te hoeven betalen. In het eerste dorp was de pomp ‘fermé’. Het was ook zondag, dus dat viel te verwachten. Kijkend op de Garmin om benzinestations te zoeken, bleek er langs mijn route telkens zowat om de 5 km een pomp te staan. Helaas waren die successievelijk allemaal dicht en had geen enkel station een betaalautomaat staan. Hoe primitief! Ik begon hem tóch wel te knijpen! Voor de laatste mogelijkheid gaf de boordcomputer nog maar 0 liter aan, wat betekende dat de motor er elk ogenblik mee op kon houden. Mijn laatste hoop was dan ook gevestigd op het pompstation van de Intermarché bij St. Michel. En gelukkig was daar een vrouw aan het tanken en gelukkig kon je met ‘Carte’ betalen. Ik vroeg haar of ze s.v.p. wilde wachten, totdat mijn pomp het deed (soms worden

te laten. Hierna had ik geruime tijd het rijk voor me alleen. Na het Lac du Verney kom je op een doorlopende grotere weg uit, waar je de snelheid weer flink kunt opschroeven. Dan ging het voor mij in Séchilienne nog eenmaal de berg op richting Chamrousse . Daarna gaf mijn achterwerk aan dat we liefst snel naar het hotel in Chambéry toe moesten en heb ik de A41-A43 daarvoor ingezet. Hoewel ik het oorspronkelijk geplande stuk over de D512 daardoor miste, was ik toch blij dat ik een uurtje eerder uit het zadel was. Chambéry is een mooie stad die zeker de moeite waard is om nader te verkennen. Veel ouds in de binnenstad en sommige, heel nauwe straatjes geven de benenwagen een impuls om de stijve ledematen plus zitvlak te activeren, waardoor de door- bloeding weer op gang komt na zo’n lange rit. Het Ibishotel was ok, niets bijzonders. Behalve dat er naast het hotel een Honda motordealer was, bij wie ik sleutel 19 kon lenen om een voetsteun op de valbeugel weer recht te zetten, die bij de val in Ripoll scheef was komen te staan. Op de Pan had ik ook voetsteunen in de vleugeltjes (highwaypegs genaamd), die ervoor zorgen dat je weer eens een tijdje een andere zithouding aan kunt nemen. De laatste etappe ging naar St. Michel , een dorpje 14 km onder

onze pasjes niet geaccepteerd door Franse betaalautomaten). Zo zou ik haar nog altijd hebben kunnen vragen om voor mij te tanken om haar daarna contant terug te betalen, ik had nog € 30,- op zak. Maar de pomp begon te lopen en mijn tank zat vol! Blijer had niemand me die dag kunnen maken! Daarna kwam de aanblik van het motel: een schitterende locatie, mooi hoofdgebouw annex restaurant met een bijgebouw waarin 19 kamers op de begane grond waren gesitueerd. Een mooiere plek om deze vakantie af te sluiten had ik me niet kunnen wensen! Na het ontbijt ging het richting huiswaarts! Bij de bewuste Intermarché heb ik nog een stokbroodje, kaas, ham, kersen en druiven gekocht. Daarna ben ik nog in een paar pittoreske plaatsjes gestopt om foto’s te nemen. En toen kwam de péage naar Toul . Via een autosnelweg word je sowieso al losgekoppeld van het landschap en met het verdwijnen van de bergen leek dat die dag dubbelop te gaan. In Toul stopte ik het ticket van de péage in de automaat en wilde mijn portemonnee uit mijn broekzak pakken. Eh… niet in de broekzak? Dan misschien in de topkoffer waar ik de boodschappen van een dik uur geleden in had gestopt. Ook niet! Tanktas? Ook niet! Andere zakken. Ook niet! Andere koffers?

26

Made with FlippingBook - Online catalogs