Handboek rehabilitatie voor zorg en welzijn - Lies Korevaar en Jos Dröes

Handboek rehabilitatie voor zorg en welzijn

Onzes inziens hoort individuele rehabilitatie in beide domeinen thuis: het is de loopbrug van de wal naar het schip, van Zvw naar Wmo en omgekeerd. Deze stelling werken we hierna uit. De Individuele Rehabilitatiebenadering en behandeling In de nota Over de brug (Couwenbergh & Van Weeghel, 2014) wordt een beeld geschetst van ‘goede behandeling en ondersteuning’ van mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA). Deze is herstelgericht en zo veel mogelijk geambulantiseerd in wijk- en FACT-teams die complementair ten opzichte van elkaar opereren. In de FACT-teams wordt in de praktijk nogal eens van crisis naar crisis gewerkt en dan schiet de ondersteuning van par ticipatie er te vaak bij in (Van Hoof et al., 2014). In Over de brug wordt rehabilitatie uitdrukkelijk opgevat als een element van multidisciplinaire behandeling (Couwenbergh & Van Weeghel, 2014, p. 22): ‘Mensen met ernstige psychische aandoeningen denken volgens Tielens (2013) bij problemen niet zozeer aan pathologie, maar aan mislukte car rières, eenzaamheid en verlies van vrienden. Herstel is dus nauw verbon den met sociale inclusie en mogelijkheden om zinvolle sociale rollen in de gewone samenleving te vervullen.’ Een belangrijke impuls om de plaats van psychopathologie en het bestrij den daarvan opnieuw te definiëren wordt gegeven door Van Os (2014). In Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe ggz geeft hij een alternatief voor de diagnostiek die gebaseerd is op de DSM-5, omdat die impliciet de professi onal groot maakt en de patiënt klein. Hij presenteert een vragende diagnos tiek die gepaard gaat met een professionele bescheidenheid. Daarbij oppert hij vier vragen om tot een persoonlijke diagnose te komen en daarmee een eigen verhaal te helpen construeren, namelijk: ‘Wat is er met je gebeurd?’, ‘Wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid?’, ‘Waar wil je naartoe?’ en ‘Wat heb je nodig?’. Bij het beantwoorden van zulke vragen gaan rehabilitatie en behandeling van de aandoening hand in hand. De benoeming van het pro bleem (is het een ziekte, zijn het de omstandigheden, of iets anders?) wordt om te beginnen bij de cliënt gelaten. Voor sommige mensen zal het behan delen van de aandoening vooropstaan, voor andere het werken aan hun maatschappelijke doelen. De hulpverlener sluit om te beginnen aan bij de benoeming van de stand van zaken door de cliënt. Hij kan het met de keus van de cliënt eens zijn of niet. Maar in elk geval ontstaat zo een dialoog over wat er aan de hand is. Behandeldoelen en rehabilitatiedoelen kunnen in die dialoog naast elkaar, als onderdeel van een persoonlijk verhaal worden ge noemd.

24

Made with FlippingBook - Online magazine maker