14ZWTAALEX01

Niveaubepaling Gesprekken Nederlands 2F - Discussie (2014-TPN-gesprekken-2F-3)

ROC

Naam student

Opdracht

Naam beoordelaar

Opleiding / Crebo

Examinerend

Ontwikkelgericht

Stap 1: Vul de gegevens hierboven in. Bij een examinerende beoordeling dient het niveau van de opdracht te voldoen aan het vereiste taalniveau van de opleiding. Stap 2: Stel vast of de student zich duidelijk genoeg kan uitdrukken (qua uitspraak en hoorbaarheid). Go / No Go. Ga bij Go verder met de beoordeling. Bij No Go deze opdracht niet verder beoordelen. Stap 3: Kruis bij de beoordeling hieronder per kenmerk van de taakuitvoering het getoonde niveau aan.

Onvoldoende 0 1 2

Voldoende Goed

Kenmerken van de taakuitvoering Criteria 2F*

1 Afstemming op doel

Je hebt de uitwerking van de opdracht afgestemd op het doel. Bij score 0: No Go.

2 Afstemming op

Je maakt de juiste keuze in het aanspreken van je gesprekspartner(s) (formeel/informeel, woordgebruik, dialect, jongerentaal etc.).

gesprekspartner(s)

Je kunt je gesprekspartner(s) goed volgen, hun spreekdoel herkennen en reacties inschatten.

Je ondersteunt je woorden met passend non-verbaal gedrag.

3 Beurten nemen en bijdrage aan samenhang

Je houdt je over het algemeen aan de regels van het gesprek.

Je gebruikt de juiste zinnen om aan het woord te komen. Je stelt een reactie uit totdat je de bijdrage van de ander geïnterpreteerd en beoordeeld hebt.

4 Woordgebruik en woordenschat

Je beschikt over voldoende woorden, al moet je soms een omschrijving geven van een voor jou onbekend woord.

Je varieert het woordgebruik.

5 Vloeiendheid,

Je uitspraak is duidelijk verstaanbaar, ondanks een eventueel accent, af en toe een verkeerd uitgesproken woord en/of haperingen.

verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Je (samengestelde) zinsconstructies zijn grammaticaal redelijk correct. Soms aarzel je en maak je fouten, maar je herstelt deze.

© 2014 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd.

* Een student op 2F-niveau beheerst alle vaardigheden op 1F-niveau Stap 4: Tel de aangekruiste kenmerken bij elkaar op. Dit is de score: Normering: Score Cijfer 10 = 10,0 9 = 9,0 8 = 8,0 Eindcijfer: 7 = 7,0 6 = 6,5 Cesuur: 5 = 6,0 = Niveau van deze opdracht is behaald 4 = 5,0 3 = 4,0 ≤ 2 = 3,0

Stap 5: Onderbouwing van de beoordeling Algemeen:

Als blijkt dat de student één of meerdere criteria onvoldoende heeft aangetoond, onderbouw dit dan hier. Geef tevens de oorzaak daarvan aan.

Stap 6:

Datum Handtekening beoordelaar:

Datum Handtekening student:

Made with