Peter Ale & Martine van Schaik - Rekenen en wiskunde uitgelegd

1  Hele getallen

Kolomsgewijs A is de meest uitvoerige aanpak van kolomsgewijs optellen. In kolomsgewijs B en C worden twee manieren van verkorten gegeven. Er wordt gewerkt van groot naar klein of van klein naar groot, waardoor de waarde van de getallen (honderdtallen, tientallen) wordt benadrukt. Bovendien worden de tussenuitkomsten die zo ontstaan onder elkaar opgeschreven. Vervolgens worden deze rijgend bij elkaar opgeteld. Kolomsgewijs C werkt alvast van rechts naar links, om beter aan te sluiten bij het latere cijferen. De waarden van de getallen blijven nog zichtbaar doordat de tussenantwoorden nog steeds worden genoteerd. Vervolgens worden deze tussenuitkomsten cijferend opgeteld. Zowel kolomsgewijs B als kolomsgewijs C als het standaardalgoritme past in het positieschema/HTE-schema. Dit kan ondersteund worden met MAB-ma teriaal om meer handelend bezig te zijn, of met geld, waardoor de opgaven meteen betekenis krijgen (passende context).

H T E 3 5 4 6 5 7

10 11 1

12 2 2

8 8 9

Een leerkracht moet alle verschijningsvormen van het optelalgoritme beheer sen om te kunnen aansluiten bij de leerlingen in zijn klas. tip 21 Doe met de leerlingen het wiskundespelletje waarbij ze van zes cijfers een optelling moeten maken met de grootste uitkomst en een optelling met de kleinste uitkomst. Werkt de redenering die bij optellen van toepassing is ook bij aftrekken, vermenigvuldigen of delen?

Cijferend aftrekken Kolomsgewijs aftrekken wordt bij veel methoden als voorloper op het stan daardalgoritme gebruikt. Naast elkaar leidt dat tot:

42 |

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online