00640840009

 

Begeleidersinformatie

A-B-C-D: Opdracht en werksituatie worden beide beoordeeld De student kan de beroepstaken in opklimmende moeilijkheid uitvoeren. In de beoordelingsmonitor staat de opklimmende moeilijkheid aangegeven met: A –B –C –D

De begeleider beoordeelt de moeilijkheid van de opdracht die de student in een bepaalde werksituatie uitvoert. In overleg met de student geeft u aan of hij aan een A, B, C of D- opdracht gaat werken. Het is duidelijk dat de student in het begin nog niet alles beheerst of zelfstandig kan uitvoeren. Halverwege de opleiding moet hij wel B en C-opdrachten kunnen uitvoeren. Aan het einde van de opleiding valt te verwachten dat hij D-opdrachten kan uitvoeren. In de tabel staat een overzicht van A-B-C-D opdrachten.

Moeilijkheidsgraad (complexiteit)

Welke begeleiding krijg je?

In welke situatie moet je de opdracht uitvoeren?

Moment van uitvoering

1e half jaar

A

(Be)geleid Je krijgt zoveel mogelijk leiding tijdens het uitvoeren van de opdracht. Begeleid Je krijgt begeleiding tijdens het uitvoeren van de opdracht. Je begeleider is in de buurt. Deels zelfstandig Voor een deel voer je zelfstandig de taak uit. Je kunt bij problemen Zelfstandig Je voert de taak zelfstandig uit. Vaak krijg je pas aan het einde ervan de controle van je begeleider. je begeleider raadplegen.

Eenvoudig Je voert een

aangepaste taak uit in een overzichtelijke situatie.

2e half jaar

B

Eenvoudig Je voert een

aangepaste taak uit in een overzichtelijke werksituatie. Standaard De taak bestaat uit verschillende werkzaamheden die je in een normale werksituatie uitvoert. Complex De werksituatie is niet meer zo overzichtelijk. Je begeleider is niet altijd bij jou in de buurt. Je zult zelfstandig naar oplossingen moeten zoeken.

Als beginnend beroepsbeoefenaar

C

D

57 een vuurkorf

Made with