00640840009

00640840009

NIVEAU 3 METAALBEWERKEN Constructiewerker

7 Smeden van een vuurkorf

project taak

BEGELEIDERSHANDLEIDING

NIVEAU 3 Metaalbewerken

Allround Constructiewerker [Crebo 94312]

7

project taak

Smeden van een vuurkorf

Artikelnummer: 00640840009

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Directie en managementteam M. Wouters en L. Fine, B. Huijberts, A. Pijnenburg, I.Rabelink

Ontwikkelteamleider J. Berghs

Leden werkgroep A. Donker van Heel, P. Verschoor, J. de Graaf (tekeningen),W. Emons

Redactie

J. Berghs, M. Brok

Vormgeving Henny Witjes, Studio Blanche

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Inhoud

Introductie. .................................................... 5

Oriëntatie..................................................... 17 Planning en Voorbereiding.......................... 22 Uitvoering en Controle................................ 35

Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4

Oplevering en Evaluatie.............................. 43 BIJLAGE 1 Beoordelingsmonitor.................................... 50 BIJLAGE 2 Urenverantwoording..................................... 52 BIJLAGE 3 Evaluatieformulier......................................... 53

4

Allround Constructiewerker

Introduct i e

Smeden van een onderstel voor een vuurkorf

Je hebt nu al twee beroepstaken Smeden doorlopen. Je hebt daarbij aan een aantal basisvaardigheden gewerkt. Nu ga je weer een stap verder. Het smeedwerk wordt nu ook wat zwaarder. Je gaat een onderstel maken voor de vuurkorf uit de beroepstaak Smeden van een vuurkorf. Het onderstel bestaat uit een driepoot en een ophangbeugel, die weer samengeklonken worden. Dit smeedwerk is niet gemakkelijk te maken. Als je dit tot een goed einde brengt binnen een redelijke tijd, ben je al een aardig eindje op weg naar het doel: vakbekwaam smid worden.

De volgende vaardigheden komen o.a. aan de orde: • uithalen (vloeiend dunner maken) • uitpennen

• buigen • stuiken • klinken • conserveren van smeedwerk.

Daarnaast houd je je bezig met: • meten en keuren • het maken van een planning/activiteitenplan • het maken van verslagen • presenteren: voeren van gesprekken • portfolio: producten aanleveren, evalueren, reflecteren, beoordelingsmonitor invullen.

5

een vuurkorf

In deze projecttaak werk je aan een gedeelte van kerntaak 1 Vervaardigt producten. De volgende werkprocessen komen aan de orde: 1.1 Voorbereiden van werkzaamheden 1.2 Machines en gereedschappen in- en afstellen 1.4 Berekeningen maken en plan van aanpak opstellen 1.6 Bewerken en vervormen van materiaal 1.7 Verbinden(samenbouwen, assembleren, monteren) van onderdelen/deelproducten 1.10 Meten en controleren van vervaardigde producten 1.11 Afronden van uitgevoerde werkzaamheden Portfolio en afsluiting van de projecttaak In je portfolio zitten de bewijsstukken die aantonen dat je deze projecttaak goed hebt uitgevoerd. Deze bewijzen tonen aan dat je binnen de werkprocessen aan alle competenties hebt gewerkt en daarmee competentieontwikkeling hebt laten zien. Je bewijsstukken moeten aan de volgende eisen voldoen: • eigen werk in de praktijk of op school • recent gemaakt • uitgevoerd bij deze projecttaak • zichtbaar welk werkproces of welke competenties per bewijs worden aangetoond (minimaal complexiteit C) • in overleg met je begeleider (ondertekend voor akkoord) • met ondertekende beoordelingen. Als je een stap met voldoende resultaat hebt afgesloten, geeft je begeleider een ‘GO’ waarna je aan de volgende stap kunt gaan werken. De oplevering van de gehele projecttaak vindt plaats als alle bewijsstukken uit de eerste drie stappen ingeleverd zijn en beoordeeld zijn met minimaal ‘voldoende’. Hiermee heb je aangetoond dat je aan alle competenties per werkproces gewerkt hebt. Tenslotte vindt de oplevering van het project plaats in de vorm van een gesprek, een presentatie of een combinatie daarvan. Voor het aanleveren van deze bewijsstukken in je portfolio draag je zelf de verantwoordelijkheid.

6

Allround Constructiewerker

 

De beoordeling van de hele projecttaak wordt deels door je begeleider op school en deels door je praktijkbegeleider uitgevoerd. Zij beoordelen jou: • door observatie van je competenties als je aan het werk bent • door aanvullende gesprekken met jou te voeren • door competenties uit jouw bewijsstukken in je portfolio te waarderen.

Deze taak moet minimaal op complexiteit C worden uitgevoerd.

C

Deels zelfstandig Voor een deel voer je zelfstandig de taak uit. Je kunt bij problemen je begeleider raadplegen.

Standaard De taak bestaat uit verschillende werkzaamheden die je in een normale werksituatie uitvoert.

In de tabel staan de bewijsstukken die bij elke stap horen.

stap

producten portfolio

1

• Productanalyse • Overzicht materialen, gereedschappen en producten • Overzicht leeractiviteiten, POP

1

Oriëntatie

• Plan van aanpak • Ingevulde planning • Werkvoorbereiding

2

Planning en Voorbereiding

3 Uitvoering en Controle • Fotoverslag van het productieproces • Smeedvuur: • Aangestuikte hoek • Klinkverbinding

• Resterende producten • Controleformulieren • Urenverantwoording

• Bijgewerkt portfolio • Ingevulde beoordelingsmonitor • Presentatie of demonstratie • Functioneringsgesprek • Controle beoordeling van de projecttaak • Ingevuld evaluatieformulier

4

Oplevering en Evaluatie

7

een vuurkorf

Begeleidersinformatie

Organisatie

Uitvoeren projecttaak De student gaat de projecttaak uitvoeren op het leerbedrijf en op school. De praktische oefeningen en opdrachten worden op het leerbedrijf uitgevoerd. Als dit niet mogelijk is kan, in overleg met de school, besloten worden om enkele opdrachten op school te laten uitvoeren. De theoretische opdrachten worden op school onder begeleiding van de vakdocent gemaakt. De student gaat de projecttaak volgens de 4 stappen van Projecttaak Gestuurd Leren (PGL) uitvoeren. Inhoud van deze projecttaak In deze taak gaat de student leren om zoveel mogelijk zelfstandig als aankomend smid de onderdelen van het onderstel op maat te smeden en hierna de onderdelen samen te stellen. Maatvoering wordt nu ook belangrijk (omdat anders de vuurkorf er niet inpast). Daarnaast leert de student om per bewerking de juiste keuze voor een techniek te maken, verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken.

De volgende vaardigheden komen aan de orde: - uithalen (vloeiend dunner maken) - uitpennen

- buigen - stuiken - klinken - conserveren van smeedwerk

Daarnaast houdt de student zich bezig met: • meten en keuren • het maken van een planning/activiteitenplan • het maken van verslagen • presenteren, voeren van gesprekken • portfolio: producten aanleveren, evalueren, reflecteren, beoordelingsmonitor invullen.

8

Allround Constructiewerker

 

Begeleidersinformatie

Praktijk en Theorie De onderwerpen, theorie en praktijk zijn te vinden in de planners en het ‘Overallschema op de bestelsite: www. consortiumbo.nl > kies Bestellen > • Na login kies voor menu Downloads-> Niveau 3. • Vervolgens zijn de documenten te vinden bij de betreffende opleiding. U kunt ook gebruik maken van: • ‘Naslagwerk smeden niveau 2&3’, door Jos de Graaf • Het internet • Smeedboeken zoals ‘Werk en werktuigen van de kunstsmid’, door Otto Schmirler • Naslagwerken als ‘Handboek voor smeden’, de oude versie van R. van der Wal en de nieuwere versie (1939!) van P.G. van Dongen Nederlands De ondersteuning en beoordeling van taalactiviteiten is niet alleen een taak van de docent Nederlands, maar van het hele opleidingsteam. Door niet alleen in ingeroosterde uren met taal bezig te zijn, maar consequent binnen het hele opleidingsteam aandacht aan taalontwikkeling te besteden, kunnen studenten ‘kilometers’ maken, waardoor ze hun taalniveau op peil brengen en houden. Dit noemen we de ‘Drieslag Taalontwikkeling’.

1e Slag De studenten moeten de kans krijgen hun Nederlands te verbeteren. Daarom moeten zij veel lezen,schrijven, luisteren en spreken. Bij alle docenten In alle lessen Op de werkvloer Het is de bedoeling dat de student in deze situaties op zijn taalgebruik feedback krijgt. 2e Slag Elke MBO’er heeft begeleiding nodig van een docent Nederlands. Zo kan hij zich voorbereiden op goed taalgebruik in allerlei beroepssituaties. In deze slag komen de specifieke taalvaardigheden aan bod.

3e Slag Een aantal studenten heeft specifieke problemen met het Nederlands van de opleiding. Aparte lessen zijn dan nodig. In overleg met zijn begeleiders gaat de student dan lessen volgen om zijn tekorten weg te werken. De studenten werken onder begeleiding van een taaldocent aan deze problemen.

9

een vuurkorf

Begeleidersinformatie

Werken met het referentiekader Meijerink Taal en Rekenen Voor MBO-opleidingen geldt het Referentiekader Taal en Rekenen van de commissie Meijerink. Hierin staat beschreven wat studenten op verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten kennen en kunnen. Daarmee wordt het referentiekader een leidraad voor docenten en onderwijsprogramma’s en vormt het de basis voor doorlopende leerlijnen taal en rekenen. Het doel van de invoering van de referentieniveaus is het verbeteren van de taal- en rekenvaardigheden bij studenten. Voor de beroeps- en projecttaken is niveau 2F vereist. Taalkaarten Nederlands Voor de beroeps- en projecttaken heeft het Consortium Taalkaarten ontwikkeld, die aansluiten op de vaardigheden en subvaardigheden van het referentiekader Meijerink. De taalkaarten geven de student en docent een beknopt overzicht aan welke eisen de talige producten van de beroeps- en projecttaken moeten voldoen. Ze bieden ook een aanknopingspunt voor het ontwikkelen van lesprogramma’s en toetsing. In de begeleidershandleiding zijn suggesties voor het gebruik van taalkaarten aangegeven.

De Taalkaarten Nederlands zijn ontwikkeld voor de volgende taalvaardigheden:

Spreken/Gesprekken voeren 1. Reflectiegesprek 2. Functioneringsgesprek 3. Telefoneren 4. Werkoverleg en vergaderen 5. Discussie 6. Presenteren 7. Sollicitatiegesprek

Luisteren 8. Luisteren naar mondelinge instructies 9. Luisteren bij werkoverleg/vergadering

Lezen 10. Samenvatten (hoofd- en bijzaken) 11. Lezen van handleidingen en instructies 12. Schema’s /tabellen en grafieken

Schrijven 13. Zakelijke e-mail 14. Zakelijke brief

10 Allround Constructiewerker

 

Begeleidersinformatie

15. De sollicitatiebrief 16. Het CV 17. Besluitenlijst/notulen 18. Het verslag 19. Het logboek 20. Het woordenschrift

Taalbeschouwing/taalverzorging Grammatica 21. Woordsoorten benoemen 22. Zinsdelen benoemen

Spelling 23. Schema werkwoordspelling 24. Leestekens

Hulpmiddelen 25. Hulpmiddelen

Moderne vreemde talen (MVT) Bij de moderne vreemde talen kan het onderwijsteam ook de drieslag taalontwikkeling toepassen. Een uitwerking daarvan moet nog ontwikkeld worden.

Rekenen en Wiskunde Referentiekader Rekenen Meijerink Met het formuleren van de referentieniveaus voor het domein rekenen is helder in kaart gebracht wat studenten in het mbo moeten kennen en kunnen op het gebied van rekenen. Voor beroeps- en projecttaken is niveau 2F vereist Werken met de drieslag rekenen/wiskunde Het leren van rekenen/wiskunde kan - in analogie met het taalonderwijs - in de vorm van een drieslag plaats vinden: • Een deel van het leerproces vindt plaats in en nauw aansluitend op de integrale opdrachten.

• Een deel van het leerproces vindt plaats in afzonderlijke reken/wiskundelessen. • Een deel van het leerproces vindt plaats in individuele remediëringstrajecten.

11 een vuurkorf

Begeleidersinformatie

Domeinen Binnen het gebied van rekenen zijn er vier domeinen, die samen de relevante inhouden dekken: 1. Getallen 2. Verhoudingen 3. Meten en Meetkunde 4. Verbanden

Elk domein is bij rekenen opgebouwd uit de onderdelen:

• Notatie, taal en betekenis, waarbij het gaat om de uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties en om het gebruik van wiskundetaal. • Met elkaar in verband brengen, waarbij het gaat om het verband tussen begrippen, notaties, getallen en dagelijks spraakgebruik. • Gebruiken, waarbij het gaat om rekenvaardigheden in te zetten bij het oplossen van problemen.

Elk van deze onderdelen is opgebouwd uit drie typen kennis en vaardigheden. Die zijn als volgt te karakteriseren:

• Paraat hebben: kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken. • Functioneel gebruiken: kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak. • Weten waarom: begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht.

Aanvullende informatie over het referentiekader Meijerink en de toepassing ervan in de MBO-opleidingen is te vinden op de site www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl .

Loopbaan en Burgerschap

Bespreek het volgende over Loopbaan en Burgerschap met uw studenten.

De maatschappij wordt steeds ingewikkelder voor jou als burger.

Als werknemer ben je deel van deze maatschappij met je rechten en plichten.

Hoe ga je daar gebruik van maken? Ook daar heb je competenties voor nodig, die je moet blijven ontwikkelen.

Iedere MBO’er krijgt een opleiding op 2 gebieden: Loopbaan en Burgerschap.

12 Allround Constructiewerker

 

Begeleidersinformatie

Dat geldt ook voor jouw opleiding. Je krijgt een opleiding voor je beroep (Metaalbewerker)

Je opleiding moet aansluiten op een vervolgopleiding (Loopbaan) Je kunt als een volwaardig burger deelnemen aan de maatschappij (Burgerschap) De eisen voor Loopbaan en Burgerschap kun je vinden in het Brondocument Loopbaan en Burgerschap van 2011. Jouw opleidingsinstituut bepaalt hoe LB in je beroepsopleiding aan de orde gaat komen. Burgerschap Het onderdeel Burgerschap heeft 4 belangrijke domeinen. a Het politiek/juridisch domein Dit domein gaat over besluitvorming in: • De politiek: Europees, landelijk, regionaal en in de • Gemeente • Het bedrijf waar je werkt. Je moet inzicht hebben in de volgende onderwerpen: • De werking van de parlementaire democratie • De rechtsstaat en het rechtssysteem • Belangrijke politieke stromingen • Belangengroeperingen • De rol van de massamedia b Het economische domein Bij dit domein is het belangrijk dat je… • Goed functioneert op de arbeidsmarkt en in een bedrijf. • Gaat functioneren als een kritische consument. • Goed met geldzaken omgaat. c Het sociaal/maatschappelijke domein Bij dit domein komen de volgende onderwerpen aan de orde: • Deelnemen aan de maatschappij en er je bijdrage aan leveren. • Goede omgangsvormen toepassen in verschillende situaties. • Respect tonen voor verschillende culturen. • Kennis van de grondrechten en plichten in Nederland. • Ethisch en integer handelen. • Gebruikmaken van sociale netwerken.

13 een vuurkorf

Begeleidersinformatie

d Het domein Vitaal Burgerschap Bij vitaal burgerschap gaat het over: • Leven met een gezonde leefstijl • Werk en ontspanning • Gezond bewegen • Gezondheidsrisico’s • Voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit

LB-kaarten Het Consortium heeft voor LB kaarten ontwikkeld die een koppeling maken tussen de projecttaken en de kerntaken enerzijds en de toegepaste methode anderzijds.

De onderwerpen van deze LB-kaarten geven aanknopingspunten voor de integrale toepassing van burgerschapscompetenties. De volgende onderwerpen komen aan bod:

1. Wie ben ik? 2. Wat wil ik? 3. POP en Activiteitenplanner

4. Mijn leerstijl 5. Mijn planning 6. Ik kijk terug

7. Waar ben ik goed in? 8. Hoe bevalt jouw werk? 9. Hoe ziet mijn beroep eruit? 10. Mijn sollicitatiebrief 11. Mijn CV en portfolio 12. Ik ga solliciteren 13. Ik als werknemer 14. Wat zijn mijn rechten? 15. Ik als collega

Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Plannen met de student van de demonstratie en het eindgesprek. • Voeren van de begeleidingsgesprekken en het evaluatiegesprek. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak. • Bepaalt Go/No-Go. • Boordeling van het proces in de projecttaak. • Controleert portfolio.

14 Allround Constructiewerker

 

Begeleidersinformatie

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • Begeleiding van de student in het bedrijf.

• Invullen van de beoordelingsmonitor. • Beoordelen van ingeleverde resultaten. • Plannen met de student van de demonstratie en eindgesprek.

Praktijkbegeleider: de instructeur op school • Begeleiden van praktijkonderdelen. • Beoordelen ingeleverde resultaten.

Vakdocenten Voor vakdocenten geldt dat zij natuurlijk verschillende rollen kunnen vervullen. Laat de student in het

activiteitenplan de rollen van de betrokkenen vastleggen. Voor vakdocenten geldt dat ze taken kunnen uitvoeren zoals: • geven van (vak)lessen • invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor • vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak • bepaalt Go/No-Go • boordeling van Plannen van demonstratie een eindgesprek • voeren van evaluatiegesprek.

Portfolio • In deze projecttaak volgt de student de vier stappen. Hij moet de stappen in de juiste volgorde nemen. De producten van elke stap moet hij opnemen in zijn portfolio. • Na elke stap moet de student zijn beoordelingsmonitor/-formulieren laten bijwerken door de begeleider of de praktijkbegeleider. • Voor de taken van de diverse begeleiders verwijzen wij u naar het Basisdocument Allround Constructiewerker voor docenten. Een vakdocent kan de taak van begeleider op zich nemen. Gestreefd moet worden naar zoveel mogelijk diversiteit in beoordelende begeleiders.

15 een vuurkorf

StAP 1 Competentieontwikkeling in stap 1 In te leveren producten

WP/Competentie o-V-G

Productanalyse

1.1 E, k 1.1 E, k 1.1 E, k

Overzicht materialen en gereedschappen per product

Overzicht van leeractiviteiten, POP

taalkaarten nummer: 5 en 11 lb-kaarten nummer: 1 en 2 kerntaak 1 Vervaardigt producten Werkproces 1.1 Voorbereiden van werkzaamheden Competentiebeoordeling Beoordelingmethode

o-V-G

e. Samenwerken en overleggen Je werkt samen met een collega om complexe producten te kunnen bewerken of vervormen, zodat het werk efficiënt en effectief kan worden uitgevoerd.

observatie • Op basis van prestatie-indicatoren

Productbeoordeling • Productanalyse • Overzicht materialen, gereedschappen en producten • Overzicht leeractiviteiten, POP

k. Vakdeskundigheid toepassen Je neemt de verzamelde informatie door en interpreteert deze, zodat je een duide- lijk beeld hebt van alle relevante gegevens van de werkopdracht.

observatie • Op basis van prestatie-indicatoren

Productbeoordeling • Productanalyse • Overzicht materialen, gereedschappen en producten • Overzicht leeractiviteiten, POP

Beoordeling

o-V-G

Competent uitvoeren werkproces 1.1 Opmerkingen:

ondertekening

eerste beoordelaar

tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam Functie Datum Handtekening

16 Allround Constructiewerker

orIËntAtIe

In deze stap ga je eerst samen met je praktijkopleider van je leerbedrijf of met je studiebegeleider op school de verschillende onderdelen van het onderstel bekijken en bepalen welke bewerkingen/basisvaardigheden je moet toepassen. Je moet gaan bedenken welke (hulp)gereedschappen je voor de diverse bewerkingen nodig hebt. Je zult bepaalde bewerkingen moeten oefenen voordat je je eindwerkstuk maakt. Beschrijf de werkwijze van de bewerkingen die je gaat uitvoeren. Ga tijdens het maken van de projecttaak regelmatig in een groepje bij elkaar zitten om je vorderingen en ervaringen te delen met andere studenten. Bespreek met hen je successen en je problemen die je tijdens de uitvoering bent tegengekomen. Ook deze collegiale samenwerking vormt een bewijsstuk tijdens deze projecttaak (Samenwerken en overleggen).

17 een vuurkorf

ACTIVITEITEN

1. Productanalyse a. Maak een lijst van de onderdelen die je gaat opleveren. Raadpleeg de benodigde bronnen en vermeld deze. b. Beschrijf in deze lijst per onderdeel welke bewerkingen noodzakelijk zijn om dit product te kunnen vervaardigen. Beschrijf de montage van de onderdelen. Leg uit waarom je voor deze bewerking(en) en montagetechniek gekozen hebt. c. Onderzoek wat je voor deze opdracht al weet (zie ook de beroepstaken smeden van een vuurpook en de kandelaar) en al eens gedaan hebt. Maak hiervan een lijst. Maak daarna een lijst met alles wat jij nog moet leren en oefenen om deze opdracht vakbekwaam uit te kunnen voeren. Overzicht van producten, materialen en gereedschappen a. Maak een lijst met producten die je gaat opleveren in deze projecttaak. Geef per product aan met wie je te maken hebt (school, werk, klanten, medestudenten). Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren (plan van aanpak). b. Maak met behulp van de tekening(en) per product een lijst van gereedschappen en hulpstukken die nodig zijn om deze bewerkingen uit te kunnen voeren. c. Geef aan of er nog extra hulpstukken en/of mallen gemaakt moeten worden. Overzicht van je leeractiviteiten (POP) Formuleer op de volgende vragen een antwoord. Overleg met je praktijkopleider, je studieloopbaanbegeleider en met je medecursisten (deelnemers aan het project). Maak gebruik van je productenanalyse. • Welke werkprocessen (WP’s) ga je in deze projecttaak toepassen? 3. 2.

• Welke kennis heb je per WP nodig? • Welke vaardigheden moet je oefenen? • Aan welke competenties ga je werken?

18 Allround Constructiewerker

Maak hiervan een overzicht in een POP. Gebruik de volgende bronnen: het kwalificatiedossier, de beoordelingsmonitor, de planner.

evalueren en beoordelen

De praktijkopleider/begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Daarvoor wordt de competentiescoretabel ingevuld. Controleer zelf steeds de beoordelingen in je beoordelingsmonitor. Als de beoordelingen voldoende zijn, krijg je een GO. Hiermee is je oriëntatie afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap. Vakkennis en vaardigheden • Hanteren van relevante Arbo-, veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften. • Kennis van het kwaliteitssysteem en kwaliteitseisen van het eigen bedrijf. • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen van producten worden toegepast. • Kennis van vakjargon binnen de branche • Lezen van technische tekeningen en schema’s.

GO Eventuele verantwoording NO-GO Eventuele verantwoording

19 een vuurkorf

Begeleidersinformatie

Stap 1 Algemeen: In te leveren producten: • Productanalyse • Overzicht van materialen, gereedschappen en producten • Overzicht van leeractiviteiten

Stap 2 Algemeen: In te leveren producten: • Plan van aanpak • Planning • Werkvoorbereiding

Nederlands Zie Introductie Mogelijke Taalkaarten: 5. Discussie 11. Lezen van handleidingen en instructies

Rekenen en Wiskunde(2F) Zie Introductie.

Loopbaan en Burgerschap (LB) Zie Introductie. Mogelijke LB-kaarten:

1. Wie ben ik? 2. Wat wil ik?

Aanwijzingen begeleiders Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van de begeleidingsgesprekken. • invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Bepaalt Go/No-Go. • Beoordeling van het proces in de projecttaak.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • Begeleiding van de leerling in het bedrijf. • Ingeleverde resultaten beoordelen.

20 Allround Constructiewerker

 

Begeleidersinformatie

Praktijkbegeleider: de instructeur op het ROC • Begeleiden van praktijkonderdelen. • Beoordelen van de ingeleverde resultaten.

Vakdocenten • Geven van (vak)lessen. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Bepaalt Go/No-Go.

21 een vuurkorf

StAP 2 Competentieontwikkeling in stap 2 In te leveren producten

WP/Competentie o-V-G

Plan van aanpak

1.1 E 1.4 k, Q

Ingevulde planning

1.1 E, t

werkvoorbereiding

1.1 E 1.4 k, Q

taalkaarten nummer: 4, 8 lb-kaarten nummer: 3, 4, 5 kerntaak 1 Vervaardigen producten Werkproces 1.1 Voorbereiden van werkzaamheden Competentiebeoordeling Beoordelingmethode

o-V-G

e. Samenwerken en overleggen Je werkt samen met een collega om complexe producten te kunnen bewerken of vervormen, zodat het werk snel en goed wordt uitgevoerd.

observatie • Op basis van prestatie- indicatoren Productbeoordeling • Plan van aanpak • Ingevulde planning • werkvoorbereiding

t. Instructies en procedures opvolgen Je bereidt je werk voor volgens tekeningen, geldende kwaliteitsnormen, Arbo-, veiligheid- en milieuvoorschriften, zodat het werk volgens bedrijfsregels wordt uitgevoerd.

observatie • Op basis van prestatie- indicatoren

Productbeoordeling • Ingevulde planning Werkproces1.4 Berekeningen maken en plan van aanpak opstellen Competentiebeoordeling Beoordelingmethode o-V-G k. Vakdeskundigheid toepassen

Je controleert d.m.v. eenvoudige berekeningen welke mogelijke belastingen kunnen optreden tijdens en na het vervaardigen van het construc- tiewerk, zodat je zeker weet dat het binnen de veiligheidsmarge van de toelaatbare belasting blijft.

observatie • Op basis van prestatie- indicatoren Productbeoordeling • Plan van aanpak • werkvoorbereiding

22 Allround Constructiewerker

PLAnnInG en VoorBereIdInG

Q. Plannen en organiseren Je bepaalt de volgorde van de activiteiten die je gaat uitvoeren en legt deze vast in een plan van aanpak, zodat je volgens je eigen inschatting de beschikbare tijd per activiteit optimaal benut.

observatie • Op basis van prestatie- indicatoren Productbeoordeling • Plan van aanpak • werkvoorbereiding

o-V-G

Beoordeling

Competent uitvoeren werkproces 1.1 Competent uitvoeren werkproces 1.4 Opmerkingen:

ondertekening

eerste beoordelaar

tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam Functie Datum Handtekening

In deze stap ga je met behulp van de gegevens die je hebt verzameld in de stap Oriëntatie een plan van aanpak maken met een planning in tijd en een werkvoorbereiding. Dit plan ga je de komende periode daadwerkelijk gebruiken om alle werkzaamheden uit te kunnen voeren. Daarvoor moet je goed weten wat je allemaal wil doen, oefenen en leren. Ook moet het duidelijk zijn wie je daarvoor nodig hebt, waar en wanneer. Een overzicht hiervan krijg je door steeds vooraf een plan van aanpak met een planning te maken.

23 een vuurkorf

ACtIVIteIten

Raadpleeg de benodigde bronnen en procedures. Maak gebruik van de producten die je gemaakt hebt in de Oriëntatie: • Productanalyse • Overzicht van materialen, gereedschappen en producten • Overzicht van leeractiviteiten

Het plan van aanpak voor het hele project moet je indelen in hoofdstukken. Vul de onderdelen van het plan van aanpak zo volledig mogelijk in. Werk waar nodig samen met de andere deelnemers aan het project.

24 Allround Constructiewerker

  

Plan van aanpak: indeling en inhoud

0. Voorblad

1. Opdracht en opdrachtgever

2. Op te leveren resultaat 3. Plan van aanpak 4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden Kennis/vaardigheid Wie Informatiebron(nen) Activiteit Competenties 6. Faciliteiten 7. Oplevering van project

a. Lijst met in te leveren beroepsproducten b. Werktekeningen c. Planning in tijd

BIJLAGEN :

Als het klaar is, controleer je het plan met behulp van de checklist.

25 een vuurkorf

Checklist Plan van Aanpak Is het voorblad compleet? F F Tekst: ‘Plan van aanpak’? F F Naam van de projecttaak? F F Naam van de organisatie en naam van de opdrachtgever? F F Plaats en einddatum van het Plan van aanpak? F F Naam van de opdrachtnemer (eventueel de namen van de groepsleden)? F F Je eigen naam?

Lay-out F F Inhoudsopgave met paginanummers? F F Hoofdstukken genummerd? F F Paginanummers op bladzijden?

Taal(gebruik) F F Spellingsfouten? Punten, vraagtekens, hoofdletters?

De opdracht F F Is de opdracht duidelijk omschreven? F F Aan welke eisen moet het product voldoen (lijst)? F F Naam van de opdrachtgever (persoon)? F F Naam van de projectleider? F F Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig?

De activiteiten F F Zijn de activiteiten benoemd in een logische volgorde? F F Zijn de activiteiten binnen een groep ongeveer gelijk in moeilijkheid? F F Is de oplevering van het project beschreven? De producten F F Zijn voldoende producten gedefinieerd? F F Is het plan van aanpak ook als product gedefinieerd? F F Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd? F F Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten? F F Is het eindproduct niet vergeten?

De planning F F Klopt de planning met de activiteiten? F F Is de planning realistisch?

26 Allround Constructiewerker

 

Bespreek tenslotte je plan van aanpak en planning met je begeleiders van bedrijf en school.

Controleer in dit gesprek de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland? • Is de planning in tijd correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Zijn de juiste materialen en middelen ingezet?

• Welke werkprocessen en competenties ontwikkel je in deze taak? • In welke complexiteit wordt de taak uitgevoerd? (complexiteit C)

Verwerk eventuele opmerkingen in het plan van aanpak en stel je planning bij. Laat je plan van aanpak en planning ondertekenen voor akkoord door je begeleider van school, je praktijkopleider en jezelf. Om je werk in de uitvoering goed te kunnen beginnen, moet je een werkvoorbereiding gemaakt hebben. Maak een werkvoorbereiding en bespreek die met jouw praktijkopleider/begeleider.

Werkvoorbereiding Driepoot De aangestuikte hoek van 120 graden is bedoeld als

lasvoorbereiding. De drie gelijke poten worden voldoende ingeschuind om aan elkaar gelast te worden. Het zo ontstane oppervlak (met gat 12,5mm) wordt vlak gemaakt ten behoeve van het beter dragen van de ophangbeugel. De poot moet naar het einde van de krul regelmatig uitgepend worden en naar de andere zijde (de gestuikte 120 graden-zijde) enigszins ingenomen worden. De lassen vlakslijpen en de verbindingen tussen de poten mooi vloeiend maken. Als het met het vlakmaken van het draagvlak voor de ophangbeugel al niet gebeurd is, dan de geslepen en gevijlde oppervlaken nog eenmaal goed (geel) verhitten om weer een egaal besmeed/gebrand oppervlak te krijgen (zie ook: afwerking/ conservering).

27 een vuurkorf

Zaaglengte voor de beugel 1150mm Met deze lengte moet de beugel gemaakt kunnen worden. Het zetten van de hoeken gebeurt met de ‘Tarzan’. De bol aan de uiteinden wordt eraan gelast. Je hebt nu meer kracht nodig; het uitgangsmateriaal wordt dikker en breder (40x10mm). Klinknagel Gebruik als uitgangsmateriaal rond 12mm, zie lesstof ‘Naslagwerk smeden niveau 2&3’. Voordat je met klinken begint, maak je een mal voor het ondersteunen van de aangestuikte klinkkop. (Bijvoorbeeld rond 40mm met alleen tophoek 120 graden ingeboord, boor 22mm.) Klink warm, liefst met brander erbij. Kies zelf de correcte uitvoering van de klinkverbinding (b.v. bolle kop of verzonken kop. Bij bolle kop gebruik je een ‘snapper’). Conserveren van smeedwerk Allereerst: is het smeedwerk voor binnenshuis of buiten? De vuurkorf wordt niet binnenshuis gebruikt, dus moet je hem gaan conserveren. Door de hitte van de vuurkorf zullen de meeste manieren van conserveren het niet overleven. In ieder geval de vuurkorf zelf niet. Droog opslaan is het enige. Er zijn enkele methoden om materialen die buiten gebruikt worden te conserveren. • Zuurbad en thermisch verzinken Voordeel: Goede bescherming, ook in de naden en moeilijk bereikbare plaatsen, het product wordt immers ondergedompeld. Nadeel: Details van het besmede materiaal worden onzichtbaar door de relatief dikke laag zink. Het verven van pas verzinkt materiaal vraagt ook extra aandacht vanwege eventuele hechtingsproblemen van de eerste verflaag. • Stralen en verven (Eerst de walshuid verwijderen) Voordeel: Goed uiterlijk. Altijd weer te herstellen na montage bij beschadiging. Nadeel: Er Is regelmatig onderhoud nodig.

28 Allround Constructiewerker

• Stralen, schooperen en poedercoaten Voordeel: Goede bescherming, geeft strak uiterlijk bij met name constructiewerk. Nadeel: Smeeddetails vallen weg door relatief dikke laag .Lastig om mooi te herstellen bij beschadiging. Uiteraard is een combinatie van deze verschillende methoden ook goed mogelijk.

Geef aan welke conserveringsmethode jouw voorkeur heeft. Motiveer je keuze.

Houd vanaf de voorbereiding de urenverantwoording bij tot en met de controle. Hiermee kun je controleren of je gewerkt hebt volgens planning.

evalueren en beoordelen J e begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Controleer zelf steeds de beoordelingen in je beoordelingsmonitor. Als de beoordeling voldoende is, krijg je een GO . Hiermee is je voorbereiding voor het leren, de planning en je werkvoorbereiding voor de uitvoering afgerond. Dit plan van aanpak met de planning en de werkvoorbereiding heb je nodig voor de volgende stap.

29 een vuurkorf

Vakkennis en vaardigheden • Hanteren van relevante Arbo-, veiligheids-, milieu en bedrijfsvoorschriften • Kennis van materialen en middelen die bij het samenbouwen van deelproducten worden toegepast • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen van producten worden toegepast • Kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen • Kennis van vakjargon binnen de branche • Lezen van technische tekeningen en schema’s • Specialistische kennis en vaardigheden voor het beroep • Theoretische kennis van het werkveld van het beroep

GO Eventuele verantwoording NO-GO Eventuele verantwoording

30 Allround Constructiewerker

 

Begeleidersinformatie

BEGELEIDING

Praktijk Algemene doelen 1. De werkmethode en volgorde bepalen.

2. Het geëigende gereedschap en de apparatuur kiezen volgens normen. 3. Maatregelen treffen voor het veilig en ordelijk werken op de werkplek. 4. Werkuitvoering.

Veiligheid- en milieuvoorschriften toepassen bij de werkzaamheden Praktijk 1. De veiligheidsmaatregelen vóór, tijdens en na de bewerking toepassen t.a.v.: –– algemene veiligheidsmaatregelen m.b.t. de bewerking –– houding tijdens de werkzaamheden –– persoonlijke bescherming –– werkomgeving 2. De milieuvoorschriften toepassen t.a.v.: –– milieubelastende afvalstoffen –– scheiding van afvalstoffen Theorie 1. De veiligheidsregels vóór, tijdens en na het werk beschrijven t.a.v.: –– algemene veiligheidsmaatregelen m.b.t. de bewerking –– houding tijdens de werkzaamheden –– persoonlijke bescherming –– werkomgeving 2. De milieuvoorschriften beschrijven t.a.v.: milieubelastende afvalstoffen –– scheiding van afvalstoffen 3. Conservering van smeedwerk onderscheid binnen- en buitenwerk was/lijnolie

Het nodige weten over: –– reinigingsmethoden –– verflagen –– metaaldeklagen –– thermisch verzinken

4. Het nodige weten over: de toegepaste smeedtechnieken en gereedschappen

31 een vuurkorf

Begeleidersinformatie

Nederlands Zie introductie Mogelijke Taalkaarten: 4, 8

Loopbaan en Burgerschap (LB) Zie introductie Mogelijke LB-kaarten: 3 Activiteitenplanner 4 Bepaling leerstijl 5 Planning van de activiteiten

Rekenen en Wiskunde(2F) Zie introductie

Aanwijzingen begeleiders Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van de begeleidingsgesprekken. • invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Bepaalt GO/NO-GO. • Beoordeling van het proces in de projecttaak.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • Begeleiding van de leerling in het bedrijf. • Ingeleverde resultaten beoordelen.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het ROC • Begeleiden van praktijkonderdelen. • Beoordelen ingeleverde resultaten.

Vakdocenten • Geven van (vak)lessen. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Bepaalt Go/No-Go.

32 Allround Constructiewerker

 

33 een vuurkorf

StAP 3 Competentieontwikkeling in stap 3 In te leveren producten Criteria

WP/ Competentie o-V-G

Fotoverslag

• Van het productieproces

1.10 J

Smeedvuur

• Aanleggen en onderhouden

1.2 k

Aangestuikte hoek

• 120 graden

1.2 k, l 1.6 S 1.2 k, l 1.6 S 1.2 k, l 1.6 S 1.7 t

klinkverbinding

• Correcte uitvoering

resterende producten

• Op juiste wijze gesmeed • Op juiste wijze gemonteerd

Controleformulieren

• Controleformulieren ingevuld

1.10 J 1.10 J

Urenverantwoording

• werkt binnen de gestelde tijd • Ondertekend door de begeleider

taalkaarten nummer: 6, 10, 18 llb-kaarten nummer: 15 kerntaak 1 Vervaardigt producten Werkproces 1.2 Machines en gereedschappen in- en afstellen Competentiebeoordeling Beoordelingmethode o-V-G k. Vakdeskundigheid toepassen Je gebruikt je kennis van machines en

observatie • Op basis van prestatie- indicatoren Productbeoordeling • Smeedvuur • Aangestuikte hoek • klinkverbinding • resterende producten observatie • Op basis van prestatie- indicatoren Productbeoordeling • Aangestuikte hoek • klinkverbinding • resterende producten

gereedschappen om het in- en afstellen van machines en gereedschappen vakkundig uit te voeren, zodat de instellingen voldoen aan de eisen van het te vervaardigen product.

L. Materialen en middelen inzetten Je kiest, controleert en gebruikt de juiste materialen, middelen en gereedschappen, zodat, machines en gereedschappen goed in- en afgesteld zijn voor productie.

34 Allround Constructiewerker

uItVoerInG en ControLe

Werkproces 1.6 Bewerken en vervormen van materiaal Competentiebeoordeling

o-V-G

S. kwaliteit leveren Je bewerkt en vervormt het materiaal efficiënt en accuraat door toepassen van de juiste bewerkingstechnieken, zodat de vervaardigde producten voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen.

observatie • Op basis van prestatie- indicatoren

Productbeoordeling • Aangestuikte hoek • klinkverbinding • resterende producten Werkproces 1.7 Verbinden(Samenbouwen, assembleren, monteren) van onderdelen/deelproducten t. Instructies en procedures opvolgen Je volgt de voorgeschreven procedures (lMb) op, zodat het werk conform veiligheid- en milieuvoorschriften wordt uitgevoerd. observatie • Op basis van prestatie- indicatoren Productbeoordeling • resterende producten Werkproces 1.10 Meten, controleren van vervaardigde producten j. Formuleren en rapporteren

Je legt de meetresultaten consistent, accuraat en compleet vast op relevante formulieren, zodat de leidinggevende de eindcontrole kan uitvoeren.

observatie • Op basis van prestatie- indicatoren

Productbeoordeling • Fotoverslag

• Controleformulieren • Urenverantwoording

35 een vuurkorf

Beoordeling Competent uitvoeren werkproces 1.2 Competent uitvoeren werkproces 1.6 Competent uitvoeren werkproces 1.7 Competent uitvoeren werkproces 1.10 Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam Functie Datum Handtekening

Uitvoering

In de voorafgaande stappen zijn de voorbereidingen gedaan en vastgelegd in het plan van aanpak en de werkvoorbereiding. Nu ga je aan de slag met het maken van de producten.

36 Allround Constructiewerker

 

37 een vuurkorf

38 Allround Constructiewerker

ACtIVIteIten

1. Fotoverslag van het productieproces Maak aan de hand van je werkzaamheden een fotoverslag.

Maak foto’s en schrijf daarbij waarom je bij het monteren juist voor die klinkmethode hebt gekozen. Maak foto’s van de driepoot voor en na het lassen en afwerken. Als het goed is, is er geen las meer te zien.

2. Producten van de projecttaak Laat het onderstel dat je gemaakt en gemonteerd hebt door je begeleider controleren en beoordelen. Hij doet dat door te kijken of het materiaal op de juiste wijze besmeed is en gemonteerd is volgens specificaties (maatvoering). Controleformulieren en -lijst Verzamel je formulieren waarin de meetresultaten zijn vastgelegd. Deze formulieren moeten zijn ondertekend en gecontroleerd door je leidinggevende. Maak een lijst met de meetgereedschappen en beschermingsmiddelen die je voor de controle hebt gebruikt. 3. Je hebt gedurende de projecttaak een urenverantwoording bijgehouden. Laat het formulier ondertekenen door de praktijkopleider en de begeleider van school. Beoordeling door de praktijk Als alle resultaten ingeleverd zijn en het project klaar is, beoordeelt de opdrachtgever: a. de kwaliteit van de producten b. jouw competenties per werkproces 4. urenverantwoording (zie bijlage 2 urenverantwoording)

39 een vuurkorf

Aansluitend voert de opdrachtgever met jou een eindgesprek. Tijdens dit gesprek staan die werkprocessen centraal waarin hij bepaalde competenties van jou nog niet voldoende heeft gezien. Tenslotte geeft de praktijkopleider op basis van deze twee beoordelingen een eindoordeel over jouw competenties tijdens de praktijkuitvoering van het project. De beoordeling wordt door de praktijkopleider ondertekend. De beoordeling bewaar je als bewijs in je portfolio.

Vakkennis en vaardigheden • Hanteren van relevante Arbo-,veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften • Uitvoeren van assemblage- en montage technieken • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen van producten worden toegepast • Kennis van opbouw en werking van het product • Hanteren van lasmethode beschrijvingen en lasvoeg materialen • Kennis van vakjargon binnen de branche • Kennis van meetinstrumenten en meetmethoden • Kennis van materialen en middelen die bij schoonmaken van de producten en de werkplek worden toegepast • Kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen • Lezen van technische tekeningen en schema’s • Uitvoeren van bewerking- en vervormingstechnieken • Uitvoeren van verbindingstechnieken

GO Eventuele verantwoording NO-GO Eventuele verantwoording

40 Allround Constructiewerker

 

Begeleidersinformatie

Nederlands Zie introductie Mogelijke Taalkaarten: 6 Instructies geven 10 Gesprekken voeren 18 Schrijven

LB Zie introductie Mogelijke LB-kaarten: 15 Functioneren als collega

Rekenen en Wiskunde Zie introductie.

Aanwijzingen begeleiders Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Plannen met de leerling van de demonstratie en eindgesprek. • Voeren van de begeleidingsgesprekken en evaluatiegesprek. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • Begeleiding van de leerling in het bedrijf. • Ingeleverde resultaten beoordelen.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het ROC • Begeleiden van praktijkonderdelen. • Beoordelen van de ingeleverde resultaten.

Vakdocenten Voor vakdocenten geldt dat zij natuurlijk verschillende rollen kunnen vervullen. Laat de leerling in het activiteitenplan de rollen van de betrokkenen vastleggen. Voor vakdocenten geldt dat ze alle bovengenoemde taken kunnen uitvoeren zoals: • Geven van (vak)lessen. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Bepaalt Go/No-Go.

41 een vuurkorf

StAP 4 Competentieontwikkeling in stap 4 In te leveren producten Criteria

WP/ Competentie o-V-G

Portfolio

Volledig bijgewerkt

1.11 F, t 1.11 F, t

beoordelingsmonitor

Ingevuld

Presentatie of demonstratie Volgens criteria school OF

1.11 F 1.11 F

Functioneringsgesprek

Volgens criteria school

Controle

beoordeling van de projecttaak

1.11 F, t 1.11 F, t

Evaluatieformulier

Ingevuld

taalkaarten Nederlands: 1, 2 llb-kaarten: 6 kerntaak 1 Vervaardigd producten 1.11 werkproces: Afronden van uitgevoerde werkzaamheden Competentiebeoordeling o-V-G F. ethisch en integer handelen Je houdt rekening met de omgeving en maakt de werkplek schoon en voert het afvalmateri- aal gescheiden af, zodat de werkplek opgeruimd achterblijft. observatie • Op basis van prestatie- indicatoren Productbeoordeling • Portfolio • beoordelingsmonitor • Evaluatieformulier • Presentatie of demonstratie OF • Functioneringsgesprek • Controle t. Instructies en procedures opvolgen

Je vult alle relevante formulieren in met de correcte informatie volgens voorgeschreven bedrijfsprocedures, zodat de gegevens verwerkt kunnen worden.

observatie • Op basis van prestatie- indicatoren Productbeoordeling • Portfolio • beoordelingsmonitor • Evaluatieformulier • Controle

42 Allround Constructiewerker

oPLeVerInG en eVALuAtIe

o-V-G

Beoordeling

Competent uitvoeren werkproces 1.11 Opmerkingen:

ondertekening

eerste beoordelaar

tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam Functie Datum Handtekening

Je hebt het onderstel voor de vuurkorf gemaakt. In deze stap ga je de resultaten die je hebt opgeleverd in de vorige stappen presenteren. Met behulp van je verslag presenteer je hoe het proces is verlopen en hoe je tot resultaat bent gekomen. Jouw functioneren tijdens de uitvoering van dit project staat hierbij centraal. Dat doe je door duidelijk te vertellen op welke wijze je rekening hebt gehouden met je omgeving, je gezorgd hebt voor een schone werkplek en hoe je het afval volgens voorschriften gescheiden hebt. Je vertelt iets over de producten die je gekozen hebt om alles te reinigen en waarom je die keus gemaakt hebt.

43 een vuurkorf

In deze laatste stap wordt tevens een beroep gedaan op jouw evaluatie- en reflectievermogen. Je moet daarvoor kritische vragen over de producten en het

doorlopen proces kunnen beantwoorden, zoals: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleerde je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Hoe verliep het overleg met collega’s? • Is de klant tevreden? Ook vragen over jouw eigen leerproces komen aan bod: • Welke competenties heb je ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen?

44 Allround Constructiewerker

ACtIVIteIten

1.

Bijgewerkt portfolio

Vaststellen dat: - alle producten in het portfolio aanwezig zijn - alle producten in het portfolio beoordeeld zijn in de competentiescoretabellen - alle producten ondertekend zijn. Beoordelingsmonitor Vaststellen dat de beoordelingsmonitor volledig is ingevuld en beoordeeld. 2.

Maak een keus: of

1.

de oplevering door het geven van een mondelinge presentatie of demonstratie

Tijdens deze presentatie laat je zien dat de resultaten van deze projecttaak, de producten, tot stand zijn gekomen door gebruik te maken van alle werkprocessen. Maak duidelijk hoe je op deze wijze een kwalitatief hoogwaardig product kon leveren. Maak duidelijke afspraken hoe de oplevering van deze projecttaak verloopt. Afspraken maken doe je samen, dus overleg altijd met je begeleiders!

of

2.

oplevering door het voeren van een functioneringsgesprek

De oplevering van de projecttaak kan ook gebeuren door middel van een functioneringsgesprek. Dit is een aanvulling op je portfolio en op jouw beroepsgericht handelen.

45 een vuurkorf

Made with