Handboek interprofessioneel samenwerken in zorg en welzijn - Yvonne van Zaalen, Stijn Deckers, Hans Schuman m.m.v. Siete Sirag

1  Interprofessioneel samenwerken

1.3 Participatie, kwaliteit van bestaan en gezondheid

Bij gezondheid gaat het om meer dan een eenzijdige focus op ‘gezondheid’ en het ‘af wezig zijn van ziekte’. Het gaat eigenlijk om quality of life (Buntinx & Schalock, 2010). In dit handboek spreken wij over ‘kwaliteit van bestaan’. Quality of life is bedacht door Schalock met het doel factoren, domeinen en indicatoren te ontwikkelen (zie tabel 1.1) waarmee we zichtbaar kunnen maken welke kwaliteit we aan iemands leven kunnen toekennen en op welke manier professionals kunnen helpen die kwaliteit van bestaan te vergroten. In dit model zie je de trends terug die we verder in dit boek bespreken: een holistisch mensbeeld, en de nadruk op het belang van functioneren, participeren en zelf regie kunnen en mogen voeren. Tabel 1.1 Kwaliteit van bestaan, naar het ‘quality of life’-model van Schalock (Bron: Schuman, 2013) Kwaliteit van bestaan Factor Domein Indicatoren Onafhankelijkheid Persoonlijke ontwikkeling Persoonlijke vaardigheden, adaptief gedrag Zelfbepaling Keuzemogelijkheden, beslissingen en autonomie Sociale participatie Interpersoonlijke relaties Vriendschappen en sociale netwerken Sociale inclusie Betrokkenheid bij de lokale gemeenschap Rechten Betekenisvolle rollen kunnen vervullen, toegang tot voorzieningen, waardigheid en respect Welzijn Emotioneel Veiligheid en zekerheid, positieve ervaringen, succes beleven, zelfbewust zijn Lichamelijk Gezondheid, voeding en vrijetijdsbesteding Materieel Inkomen, bezit, betaald werk, status De WHO definieerde in 1948 gezondheid als ‘een toestand van volledig fysiek, geeste lijk en sociaal welbevinden en niet slechts het ontbreken van ziekte of gebrek’ (Huber, Sabotic & Angevare, 2016). Het ultieme levensdoel is volledig welbevinden. Dit doel lijkt echter onbereikbaar, zeker voor personen met een aangeboren beperking of chro nische ziekte. Bovendien kan deze definitie onbedoeld de medicalisering van de zorg stimuleren (Huber, Bakker, Dijk, Prins & Wiegant, 2012). Belangrijker nog volgens Hu ber is dat de definitie van de WHO voorbijgaat aan belangrijke thema’s als ‘veerkracht’. Haar onderzoeken laten zien dat cliënten juist veerkracht en het kunnen voeren van eigen regie ervaren als een essentieel aspect van hun gezondheid, dus van hun kwaliteit van bestaan. Veerkracht duidt op de mate waarin een persoon in staat is om op een positieve manier om te gaan met zijn lichamelijk functioneren. Zo kan een onderbeen

24

Made with FlippingBook HTML5