2014-VP4-ZON-EE3

3. vloeistoffen toedienen via centraal infuus

4.

een centraal infuus controleren

5.

transfusie

6.

PEG-sondevoeding toedienen

7.

maagspoeling uitvoeren

8.

darmspoeling uitvoeren

9.

stoma irrigeren

10. tracheacanule en tracheastoma verzorgen

11. thoraxdrainage

12. assisteren bij of verrichten van

diagnostische onderzoeken /

behandelingen in verband met chirurgische

behandelingen

13. assisteren bij of verrichten van

diagnostische onderzoeken /

behandelingen in verband met

intern/neurologisch onderzoek

14. assisteren bij of verrichten van

diagnostische onderzoeken /

behandelingen in verband met bevalling of

geboorte

Om het werkproces af te sluiten met een eindoordeel goed of voldoende, dient de volgende

berekening toegepast te worden:

Voor ZH:

Er zijn 40 handelingen. De helft van 40 is 20. Om minimaal een goed te kunnen scoren moet

minimaal de helft + 1 goed zijn. Dit betekent dat 21 handelingen met een goed moeten zijn

beoordeeld.

Dit is 21 x 2 = 42 punten. Van de 21 handelingen blijven er 19 over die met voldoende moeten

worden beoordeeld. Dit is 19 x 1 = 19 punten. In totaal betekent dit bij 42 + 19 = 61 punten (of

hoger) dat het werkproces met een goed wordt beoordeeld en met 60 punten (of lager) het oordeel

voldoende is.

23

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Made with