2014-VP4-ZON-EE3

Exameneenheid 3 Verpleegkundig handelen in complexe situaties

Dit examen betreft de onderstaande werkprocessen uit kerntaak 1 Bieden van zorg en

begeleiding in het verpleegkundig proces.

Nummer

Nummer

Titel van het werkproces

Competenties

kerntaak

werkproces

A Beslissen en activiteiten initiëren

1

1.1

Stelt verpleegkundige diagnose

D Aandacht en begrip tonen

en stelt verpleegplan op

H Overtuigen en beïnvloeden

J Formuleren en rapporteren

K Vakdeskundigheid toepassen

M Analyseren

1

1.3

Voert verpleegtechnische

K Vakdeskundigheid toepassen

handelingen uit

L Materialen en middelen

inzetten

T Instructies en procedures

opvolgen

1

1.6

Geeft voorlichting, advies en

I Presenteren

instructie

L Materialen en middelen

inzetten

1

1.8

Coördineert de zorgverlening

B Aansturen

E Samenwerken en overleggen

Q Plannen en organiseren

1

1.9

Evalueert de zorgverlening

D Aandacht en begrip tonen

J Formuleren en rapporteren

M Analyseren

Typering van dit examen

Dit examen leg je af in een hoogcomplexe zorgsituatie.

Je verzamelt gegevens over dreigende of bestaande gezondheidsproblemen van de zorgvrager. Je

voert het anamnesegesprek met de zorgvrager, veelal in samenspraak met en gesteund door

naasten. Je analyseert de verzamelde gegevens en stelt een verpleegkundige diagnose. Vervolgens

maak je een verpleegplan, dat je bespreekt met de zorgvrager en betrokkenen en je vraagt om

instemming.

Je voert verpleegtechnische handelingen uit op een bekwame en professionele manier volgens de

geldende protocollen, wet- en regelgeving en de richtlijnen van de organisatie.

Onder deze verpleegtechnische handelingen vallen ook de voorbehouden en risicovolle

handelingen.

Bij de uitvoering van de verpleegtechnische handelingen wordt de zorgvrager met hoogcomplexe

zorgproblemen begeleid en de materialen en hulpmiddelen worden efficiënt ingezet.

Je geeft binnen de uitvoering van jouw taken aan de zorgvrager(s), naasten en/of mantelzorgers

duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie, rekening houdend met de

mogelijkheden van de doelgroep.

Naast de zorg voor de individuele zorgvrager heb je ook taken op mesoniveau. Om de zorg en

begeleiding goed uit te voeren verdeel je de werkzaamheden en stel je prioriteiten. Je stemt de zorg

af met collega’s, andere disciplines en deskundigen. Je zorgt ervoor dat collega’s en betrokkenen

weten wat de doelen van de zorgverlening zijn.

Je evalueert periodiek en zo mogelijk aan het einde van het zorgverleningstraject de effecten van de

zorgverlening op de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager.

Indien het voorkomt, schrijf je een (eind)evaluatie ten behoeve van ontslag of overdracht naar een

andere afdeling/zorgsetting. Je houdt het verpleegkundig dossier bij.

De moeilijkheidsgraad

Context

Sturing

Verantwoordelijkheid

complex

zelfstandig

uitvoeren van de zorg- en begeleidingscyclus WP 1.3,

WP 1.6 en WP 1.9

aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

WP 1.1 en WP 1.8

5

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Made with