14ZW4PBFB1

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en beoordeling van specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Begeleiden van de individuele cliënt Begeleid de cliënt bij werkzaamheden op het gebied van wonen en huishouding. Je kunt hierbij denken aan: • lichte huishoudelijke werkzaamheden • inkopen doen en het beheren van voorraden • budgettering • bereiden van maaltijden • opmaken van bedden • wassen/strijken van kleding of textiel • inrichten van woon- of leefruimte • mobiliteitsvraagstukken Kies in overleg met de cliënt en je begeleider voor verschillende werkzaamheden, waarbij je rekening houdt met de wensen en behoeften van de cliënt. Je geeft de cliënt de ruimte om daar waar hij de mogelijkheden heeft, te oefenen of te experimenteren met nieuwe vaardigheden of gedrag op het gebied van wonen of huishouding. B. Begeleiden van een groepsactiviteit Bereid in overleg met de cliënten en je begeleider een groepsactiviteit voor op sociaal-maatschappelijk gebied. Kies de activiteit in overleg met je begeleider en de cliënten. Maak een stappenplan voor de activiteit: • bereid je inhoudelijk op de activiteit voor, hou rekening met procedures en regels • bedenk welke materialen en middelen je nodig hebt voor de activiteit • kies in overleg met betrokkenen het moment van de activiteit • informeer de cliënten over de activiteit. Gedragsbeoordeling WP 2.2: C, L, R, T

Observeer tijdens de uitvoering het gedrag van de cliënten en spreek daar waar nodig cliënten aan op hun gedrag, zodat de activiteit voor iedereen zo plezierig en effectief mogelijk verloopt.

Stappenplan voor de groepsactiviteit WP 2.4: Q Gedragsbeoordeling WP 2.4 C, E, L, U

31

Fase 1

Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg/specifieke doelgroepen

Made with