Allemaal Uitblinkers KNVB D-PUPILLEN

Maar met alleen loftuitingen kom je er ook niet. Zeker niet als de inzet of prestatie daar geen aanleiding toe geeft. Dat werkt juist contraproductief. Kinderen voelen haarfijn aan of je het meent. Vraag ze liever wat ze er zelf van vinden. ‘Wat moeten we doen om zometeen wel een doelpunt te maken?’ Is de moed ze echter in de schoenen gezonken en komt er geen zinnig woord meer uit? Geef ze dan ondersteuning en een aanwijzing hoe het anders kan. Hou het op enkele genereuze complimenten en beperk het aantal tips voor de tweede helft. In divers gebruik van woord én beeld. Bedenk: als je ze duidelijk kunt maken dat ze nooit verliezers zijn als zij zich maximaal inspannen, dan geef je ze iets onbetaalbaars dat hen ook in de rest van hun leven helpt. Coaches met deze aanpak zijn vaak succesvoller dan coaches die koste wat het kost willen scoren. Sluit af met een oppepper. ‘Wat er ook gebeurt, jullie zijn mijn toppers. Als we de bal hebben veroverd op het middenveld en we de spitsen meteen in de diepte aan­ spelen, weet ik zeker dat wij kansen krijgen en gaan scoren. Ik weet dat jullie het kunnen!’ Dat is alles. Als je aanvoelt dat één van je spelers erg onzeker is, loop met hem even apart op naar het veld. Complimenteer hem met de dingen die hij goed heeft gedaan en geef hem een enkele tip voor de tweede helft. Schoot hij de bal zes keer over? ‘Goed vrij gelopen. En ik zag een paar prima individuele acties van jou. Buig wanneer je schiet het lichaam wat meer over de bal.’ ‘Blijf je mannetjes kort dekken, hou de ruimtes klein, maak het de tegen­ stander zo moeilijk mogelijk. Dan komen jullie kansen vanzelf.’

84 | D-pupillen De zaterdagwedstrijd

Made with