006IPTKB0011

TOELICHTING BIJ STAP 4 Tijdens de laatste stap gaan we beoordelen en evalueren. We gaan terugkijken HOE je het werk hebt gedaan en WAT je hebt gedaan. Jullie gaan het resultaat van de opdracht aan de werkgever (projectbegeleider / vakdocent) presente- ren. Je laat zien wat je gedaan hebt. Verder geef je aan HOE je tot dit resultaat bent gekomen.

Vragen over het eigen leerproces komen aan bod. • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleer je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Aan wie ben je verantwoording schuldig? • Is de klant tevreden? • Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed?

• Wat zou je een volgende keer veranderen? Deze evaluatie wordt vastgelegd in je Portfolio.

De presentatie van WAT je gedaan hebt, kan apart van een presentatie HOE je het gedaan hebt. Een samenvatting van dit gesprek wordt vastgelegd in je Portfolio. Je legt tevens vast welke competenties je moet ontwikkelen in de volgende projecttaak. Tenslotte moet het urenverantwoordingsformulier nog ondertekend worden. KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES • Zie de beoordelingsmonitor van deze projecttaak. • Zie voor de onderdelen Nederlands, Moderne Vreemde Talen, Rekenen en Wiskunde en Leren, Loopbaan en Burgerschap de eisen die vermeld staan in hoofdstuk 2 paragraaf 2.3.

STUDIEBRONNEN Internetsites • www.leren.nl

• www.consortiumbo.nl • www.goc.nl beoordelen • www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/jezelf-ontwikkelen/reflectie

TE BEHANDELEN LESSTOF Praktijk • Presentatie van de opdrachten Nederlands • Schrijven: verslaggeving • Gesprekken voeren: criteriumgericht interview

• Spreken: presenteren Moderne vreemde talen • Presentatie van de opdrachten Rekenen en wiskunde • Niet van toepassing in deze opdracht Leren, loopbaan en burgerschap • Kennis van een aantal instrumenten en informatiebronnen voor het verwerven van informatie over eigen kwaliteiten, wensen en waarden. • Kennis van methoden en technieken voor het aangaan, onderhouden en benutten van netwerkrelaties. • Beheersen van technieken voor de confrontatie van eigen opvattingen met die van anderen. • Vaardigheden om te denken over een toekomst, identiteit, drijfveren en motieven, stijlen van leven, leren en werken. • Kennis van hulpmiddelen daarbij. • Kennis van bronnen en van informatie over waarden en persoonlijke kwaliteiten: beroepeninformatie, beroepsbeoefenaren, personeelsadvertenties. • Vaardigheden om informatie te verzamelen.

38

Made with