mr. T.A. Karssen - De taal van het recht

§ 1.1 n Rechtsbronnen

13

naam organieke wet

artikel Grondwet

Art. 2 lid 1 Grondwet De wet regelt wie Nederlander is.

De Rijkswet op het Nederlanderschap

Art. 75 lid 1 Grondwet De wet regelt de inrichting, samenstelling en bevoegdheid van de Raad van State.

De Wet op de Raad van State

Art. 107 lid 2 Grondwet De wet stelt algemene regels van be- stuursrecht. Art. 116 lid 1 Grondwet De wet wijst de gerechten aan die beho- ren tot de rechterlijke macht. Art. 132 lid 1 Grondwet De wet regelt de inrichting van provincies en gemeenten, alsmede de samenstelling en bevoegdheid van hun besturen.

De Algemene wet bestuursrecht

De Wet op de rechterlijke organisatie

De Provinciewet en de Gemeentewet

ad b: de jurisprudentie Een wetsartikel is een geschreven regel afkomstig van een wetgever. Willen we een wetsartikel begrijpen en verstaan, dan moeten we de woorden van dat artikel lezen naar de betekenis die de wetgever daarin heeft gelegd. Dit wordt uitleggen of interpreteren genoemd (hierover meer in hoofdstuk 3.4). De woorden van de wetgever kunnen echter verschillende betekenissen heb- ben of onduidelijk zijn. In Nederland is er één instantie die een officiële status heeft en die met gezag een wetsartikel uitlegt of interpreteert. Die instantie is de rechterlijke macht. De uitleg die de rechter aan een wetsartikel geeft, heeft gezag, omdat hij de positie heeft om zijn uitleg aan anderen op te leggen. Dit komt tot uiting in het doen van een uitspraak die bindend is voor procespar- tijen en waarop anderen in vergelijkbare omstandigheden een beroep kunnen doen. Rechterlijke uitspraken vormen dus een bron van recht. Jurisprudentie is een verzameling rechterlijke uitspraken. We spreken van vaste jurisprudentie als meerdere rechterlijke uitspraken blijk geven van de- zelfde zienswijze. Een andere term voor vaste jurisprudentie is constante of gevestigde jurisprudentie .

Made with