mr. T.A. Karssen - De taal van het recht

§ 1.1 n Rechtsbronnen

15

Bij de oppaswerkzaamheden van de vrouw ging het louter en alleen om een vriendendienst. Gezien de omvang van die verrichtingen kon niet wor- den gezegd dat deze moeten worden aangemerkt als op geld waardeer- bare arbeid. Er bestond dus geen grond om de vrouw te verplichten voor de verrichtingen een bedrag van € 4,50 per uur in rekening te brengen, aldus de rechtbank.

Bron: Rechtbank ’s-Gravenhage 18 april 2007, LJN: BA3434.

ad c: de gewoonte Voordat het recht werd opgeschreven, bestond er gewoonterecht. Elke ge- meenschap heeft gewoonten of gebruiken. We denken hier aan de gewoonte om een presentje te sturen of mee te nemen ter gelegenheid van een verjaar- dag of de geboorte van een kind. Deze gewoonten zijn echter juridisch niet afdwingbaar. Wil een gewoonte juridisch bindend zijn, dan moet er sprake zijn van een herhaalde gedraging die bij de groep van personen bij wie de gedraging zich voordoet de overtuiging doet heersen dat die gedraging recht schept. Pas als aan deze voorwaarden is voldaan, spreken we van gewoonterecht. Soms verwijst de wet uitdrukkelijk naar de gewoonte. Een voorbeeld hiervan is art. 6:248 lid 1 BW. Dit artikel luidt als volgt: Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien. Op grond van dit artikel kan de con- tractuele verhouding tussen partijen ook worden bepaald door de gewoonte. In artikel 5:42 lid 1 en 2 BW staat het volgende: 1. Het is niet geoorloofd binnen de in lid 2 bepaalde afstand van de grenslijn van eens anders erf bomen te hebben, tenzij de eigenaar daartoe toestem- ming heeft gegeven of dat erf een openbare weg of een openbaar water is. 2. De in lid 1 bedoelde afstand bedraagt voor bomen twee meter te reke- nen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de heesters en heg- gen een halve meter, tenzij ingevolge een verordening of een plaatselijke gewoonte een kleinere afstand is toegelaten. De gemeente Haelen heeft drie bomen binnen de twee meter grens van het erf van eisers geplant. Eisers vorderen verwijdering van de bomen, om- dat zij daar hinder van ondervinden, met name door blad- en zaadval van de bomen. Voor het niet in acht nemen van de twee meter grens doet de gemeente een beroep op de plaatselijke gewoonte. Volgens de gemeen- te is een andere wijze van planten onmogelijk. Door de geringe breedte van de straat waar eisers wonen zou het respecteren van de twee meter

Made with