Ad Snellen m.m.v. René van der Drift - Basismodel voor methodische hulp- en dienstverlening in het sociaal werk

DEEL II Visie

81

Inleiding

3 Hulp- en dienstverlening als kritisch-reflectieve praktijk 83 3.1 De noodzaak van een kritische reflectie 83 3.2 De invalshoeken van een kritische reflectie 84 3.3 Het kader van een kritische reflectie 87 3.4 Twee manieren van theoriegebruik 89 3.5 Het theorie-/onderzoekscomplex 92 Samenvatting 97 4 Visie, een samenstel van referentiekaders en waardekaders 99 4.1 Nogmaals het kader van een kritische reflectie 100 4.2 Referentiekaders 103 4.2.1 Psychodynamisch referentiekader 103 4.2.2 Experiëntieel referentiekader 107 4.2.3 Leertheoretisch referentiekader 112 4.2.4 Sociaalpsychologisch referentiekader 117 4.2.5 Systeemtheoretisch referentiekader 118 4.2.6 Sociaalecologisch referentiekader 120 4.2.7 Maatschappelijk referentiekader 121 4.3 Waardekaders 124 4.3.1 Maatschappijopvatting 125 4.3.2 Persoonsopvatting 128 4.3.3 Professieopvatting 131 Samenvatting 136 5 Eclectisch-integratief werken 137 5.1 Achtergronden van een eclectisch-integratieve benadering 137 5.2 Varianten van een eclectisch-integratieve benadering 141 5.3 Momenten van eclectisch-integratief werken 148 5.3.1 Eclectisch-integratief werken aan de interactionele kant 148 5.3.2 Eclectisch-integratief werken aan de probleeminhoudelijke kant 150 5.4 Standaardisering 151 Samenvatting 154

Made with FlippingBook - Online magazine maker