Ad Snellen m.m.v. René van der Drift - Basismodel voor methodische hulp- en dienstverlening in het sociaal werk

1  Terreinafbakening

Deze aandacht voor de mogelijkheden van de hulpvrager komt tot uiting in termen als oplossingsgerichte benadering , strengthsbenadering en empo werment . De oplossingsgerichte benadering gaat ervan uit dat cliënten in de toe- komst zelf keuzen (kunnen) maken als het om hun handelen gaat. De cliënt wordt aangesproken in de rol van expert en uitgenodigd zijn eigen deskun- dige te zijn bij veranderingen in zijn leven (De Jong & Berg, 2003). Dewerker is gericht – en hier ligt de overeenstemmingmet het strengths perspectief – op successen en sterke punten van de cliënt en op het beves- tigen daarvan. De strenghtsbenadering komt ook voor in de psychologie en dan in het bijzonder de positieve psychologie (Schaufeli, 2010). Op de positieve psychologie wordt in paragraaf 4.2.2 nader ingegaan. Uitgangs- punt van de strengthsbenadering is: het individu beschikt over talenten en innerlijke hulpbronnen waardoor hij effectief kan reageren op de uitdagin- gen van het leven. De sociaal werker focust op talenten en hulpbronnen in plaats van op pathologie en tekorten; dat laatste werkt verlammend op de bekwaamheid van de cliënt (Brun & Rapp, 2003). De sociaal werker is daarmee gericht op empowerment ofwel het vergroten en activeren van het probleemoplossend vermogen van de cliënt. To empower betekent letterlijk ‘macht geven’, ‘in staat stellen’. Sociaal werkers willen cliënten ‘[…] helpen om hun situatie te begrijpen, een ver- band te leggen tussen hun eigen positie en die van anderen, machtsrelaties te onderzoeken en de consequenties daarvan voor hun dagelijks doen en laten, en kennis en vaardigheden te verwerven om controle te krijgen over hun eigen leven’ (Adams et al., 1998, p. 4). Barends-de Jong (in: Van der Laan, 1997, p. 77) schrijft dat het bij empowerment gaat om activeren in plaats van compenseren. De aandacht is niet primair gericht op datgene wat iemand niet heeft of niet kan of niet ziet zitten, maar op ‘het vergro- ten van iemands vaardigheid om in een bepaalde situatie op een bepaald moment een bepaalde taak aan te kunnen’. Deze nadruk op empowerment moet gezien worden in het licht van een (wenselijke) verschuiving binnen het sociaal werk van cure naar care . Na de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo, 2007) is er meer aandacht voor het betrekken van het sociale netwerk (zowel het persoonlijke sociale netwerk als het professionele netwerk) in de begelei- ding en hulpverlening. Voorbeelden zijn de inzet van Eigen Kracht-confe- renties (op microniveau) en de Eigen Kracht Centrale (op meso- en ma- croniveau) en het gebruik van het wraparound care-model (Brown & Hill, 1996; Hermanns, 2009; Hermanns, Klap, Smit & Zwart, 2011; Hermanns, Klap, Smit & Zwart, 2012).

33

Made with FlippingBook - Online magazine maker