14ZW4VPFB2

Mevrouw Grevink is opgenomen op de revalidatieafdeling van het verpleeghuis. Ze heeft een heupoperatie ondergaan. Samen met vijf andere dames, die ook een ‘total hip’ operatie hebben ondergaan, vindt de revalidatie plaats via een joint care-programma. Tijdens dit programma ondersteunt de verpleegkundige de groep samen met de fysiotherapeut. De dames doen samen rek- en strekoefeningen. Tijdens een oefening moeten ze bijvoorbeeld beurtelings hun been optillen. Dit kost mevrouw Grevink veel moeite en ze wil eigenlijk al stoppen met de oefening totdat ze ziet dat haar buurvrouw minder moeite met de oefening heeft. Mevrouw Grevink vermant zich en verzucht: “Ik moet me toch wat meer inspannen.” Meneer Hansen heeft een ernstige depressie gehad. Gelukkig gaat het nu stukken beter. Belinda, zijn persoonlijk begeleider, heeft met hem besproken dat hij waarschijnlijk binnenkort naar huis kan. Meneer Hansen reageert niet positief op dit bericht. Hij vindt het erg spannend en ziet er ook wel tegenop. Als Belinda vraagt hoe dit komt, antwoordt meneer Hansen: “Ik voel me zo eenzaam thuis. Hier kan ik, als ik wil, altijd iemand opzoeken en een praatje maken. Thuis lukt me dat minder goed. Ik heb niet zoveel mensen in de buurt wonen waar ik gemakkelijk naar toe kan, en mijn kinderen zijn allemaal druk met hun eigen gezin.” Belinda realiseert zich dat meneer Hansen, als hij naar huis gaat, ondersteuning nodig heeft bij het aangaan en onderhouden van sociale contacten.

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

3 3 uitvoeren van het eigen takenpakket

{ { open context

3 3 begeleid

3 3 jouw samenwerking met collega’s

3 3 complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Je hebt de zelfredzaamheid van de zorgvrager, waar mogelijk, gestimuleerd. De zorgvrager heeft hiermee een zo optimaal mogelijke mate van functionele autonomie. Je hebt op passende wijze de zorgvrager en naasten begeleid. Je hebt de (groep) zorgvragers passend behandeld. Jouw zorg heb je afgestemd op de behoeftes en wensen.

40

Zorg & Welzijn serie 2014

Made with