Berna de Boer en Birgit Lijmbach - De spijker op de kop

5 ‘En ben je geslaagd voor je examen?’ ‘Ja, het is gelukt, hoewel …’ ( kantje )

6 ‘Dat lijkt me een moeilijke beslissing voor de directie.’ ‘Nou ja, ze zullen ook …’ ( nacht )

7 ‘Hoi Marjan, heb je gehoord dat ze bij Zaza een cursus buikdansen gaan geven?’ ‘Leuk! Ik ga me vanmiddag meteen inschrijven!’ ‘Nou, jij …’ ( gras )

V Reageer en gebruik daarbij een uitdrukking. 1 ‘Dit is al de derde keer dit jaar dat ik zo verkouden ben.’ ‘Jij ook al? Ik ben ook …’

2 ‘Weet jij eigenlijk waar Alex gebleven is? Woont hij hier nog wel?’ ‘Niemand weet waar hij momenteel woont, hij is …’

3 ‘Hoi Brad, sorry dat ik … Zou ik jouw auto een uurtje mogen lenen?’

4 ‘Heb je de trein vrijdag eigenlijk nog gehaald?’ ‘Ja, ik heb hem gehaald maar …’

5 ‘Ik dacht dat je het weekend weg zou gaan?’ ‘Ja, dat doe ik ook, maar ik ben nog wat spullen aan het inpakken. Ik heb alle tijd, ik doe …’ 6 ‘Ik ga maar vroeg naar bed. Ik moet morgen al om 8.30 uur in Enschede zijn, en dat is toch minstens twee uur met de auto.’ ‘Dus je moet …’ 7 ‘Jullie zouden volgende maand toch verhuizen?’ ‘Ja, dat was ook de bedoeling maar voorlopig …’ Het gaat namelijk niet zo goed met het bedrijf waar Carlos werkt, dus we wachten het eerst een poosje af.’

22

Made with FlippingBook flipbook maker