12
plaatwerker
S
Situatie
• Waar maak je het werkstuk? (school/bedrijf)
• Voor wie maak je het werkstuk?
• Wanneer ga je het werkstuk maken?
• Met wie ga je samenwerken?
• Wie heeft de eindverantwoording?
Stap 1
Oriënteren
T
Taak
• Is de taakomschrijving/tekening duidelijk?
• Welke competenties vinden de
opdrachtgevers/beoordelaars belangrijk?
• Waar moet het eindresultaat aan voldoen?
Stap 2
Plannen
A
Actie
• Welke werkzaamheden ga je uitvoeren?
• Welke vaktechnische handelingen komen
daarbij kijken?
• Welke vaardigheden moet je nog leren?
• Hoe ga je het werk organiseren?
Stap 3
Voorbereiden
Stap 4
Uitvoeren
R
Resultaat
• Wat is het eindresultaat van de opdracht?
• Waaraan moet het eindresultaat voldoen
volgens de opdrachtgevers/beoordelaars?
• Wanneer is het voldoende/onvoldoende?
• Waar letten de beoordelaars nog meer op?
Stap 5
Controleren
Stap 6
Beoordelen
R
Reflectie
• Hoe kijk je op deze beroepstaak terug?
• Positief of negatief? Waarom?
• Wat ging er goed? Wat ging minder goed?
• Zijn er belangrijke leerpunten?
Waar ga je meer aandacht aan besteden?
Stap 7
Terugkijken
T
Transfer
• Hoe ga je je opgedane kennis en vaardig-
heden toepassen in volgende taken?
Stap 1
Oriënteren