CZW20120075 - page 6

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3
6
Competentie E. Samenwerken en overleggen
Werkprocessen
1.2 Voert medicatiebewaking uit (
BP 1.2, BP 2.1,
AsG1, BP 3.1 en AsG2)
Componenten
anderen raadplegen en betrekken
Eindgedrag
Je raadpleegt op tijd bij medicatiebewakingssignalen.
Je raadpleegt op tijd bij twijfel.
1.5 Geeft voorlichting en advies (
BP 2.1,
BP 2.3, BP 3.2)
Componenten
anderen raadplegen en betrekken
Eindgedrag
Je raadpleegt op tijd bij twijfel.
Je vraagt de mening over een zorgvraag.
2.2 Past handelspreparaten aan (
BP 2.4,
BP 3.3)
Componenten
afstemmen
Eindgedrag
Je overlegt welke handelingen verricht moeten worden.
Je voert overleg bij onduidelijkheden.
3.3 Voert beheertaken uit (BP 1.4, BP 2.2)
Componenten
afstemmen
Eindgedrag
Je stemt aan de hand van het voorraadsysteem af welke materialen en middelen besteld moeten worden.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
de verschillende vormen van het
communicatieproces
de werkzaamheden die verricht
moeten worden
de verschillende overlegvormen
beschikbare informatiesystemen
de principes van samenwerken
verschillende disciplines en hun
werkzaamheden
verschillende vormen van
informatieverstrekking
vaktermen
methoden van conflicthantering
vergadertechnieken
360ºC feedback
het voorraadsysteem
de (bij)werking van medicijnen,
risico’s en contra-indicaties
collega’s, apotheker tijdig inschakelen
luisteren naar gevoelens en emoties van
de cliënt
feedback ontvangen en op
constructieve wijze geven
binnen een vertrouwde context actief
deelnemen aan een discussie en hierin
je eigen standpunten uitleggen
kenbaar maken wat je kwaliteiten,
grenzen en valkuilen zijn
betrokkenheid bij anderen tonen
bijdragen aan een optimaal werkklimaat
een functionele samenwerkingsrelatie
hebben met een cliënt en met diens
naasten
het element van beroepshouding
‘respect tonen voor de cliënt’ integreren
bij de uitvoering van je eigen taken
in teamverband werken
werkzaamheden afstemmen op die van
collega(‘s)
respectvol
inlevend
zorgvuldig
inlevend
hulpvaardig
coöperatief
motiverend (voor
anderen)
initiatiefrijk
proactief bij
dilemma’s
gericht op feedback
beleefd
belangstellend
meedenkend
................................
I,1,2,3,4,5 7,8,9,10,11,12,13,14,15,16,...29
Powered by FlippingBook