006121970002 - page 63

PROJECTOPDRACHT 1
63
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk krijg je aanvullend op hoofdstuk 2.5 informatie over de manier van
evalueren, beoordelen, verantwoorden en kwalificeren.
Tijdens de uitvoering van een project wordt beoordeeld of je de werkprocessen die
bij je opleiding horen, competent uitvoert. Een werkproces omvat werkzaamheden
die je moet uitvoeren met een gewenst resultaat.
Er wordt beoordeeld of je de bij het werkproces vereiste competenties voldoende
hebt ontwikkeld en ingezet hebt. Per onderliggende competentie wordt gekeken
naar het resultaat van je werkzaamheden, naar je gedrag en naar het inzetten van je
kennis en vaardigheden.
Dit wordt gedaan door:
Productbeoordeling.
Je beoordelaar stelt vast of je product voldoet aan de eisen die bij het product
staan aangegeven. Een product kan een tekening, een werkstuk of een rapport
zijn. Maar ook een dienst of een tevreden klant enzovoort.
Observatie.
Je beoordelaar observeert je als je aan het werk bent. Hij stelt vast of je voldoet
aan de eisen die bij de competenties worden gesteld.
Beoordelingsgesprek.
Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis
en vaardigheden je hebt ingezet. Hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is
geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd.
Presentatie.
Je legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardig-
heden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest wanneer je een
werkproces in een groep hebt uitgevoerd.
Reflectieverslag.
Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en
wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat te komen.
Achtergrondinformatie over het evalueren en beoordelen bij deze methode vind je
in het Basisdocument PW 0.
I...,53,54,55,56,57,58,59,60,61,62 64,65,66,67,68,69,70,71,72,73,...79
Powered by FlippingBook