17
STAP 3 VOORBEREIDEN
4 In tabel 4 staat de bandenspanning per band. ‘Zet’ de banden
op de voorgeschreven bandenspanning.
5 Maak met behulp van een vel papier bandafdrukken. Schrijf
naast de afdruk:
a van welk voertuig de afdruk komt
b het merk en de maat van de band
Werk zorgvuldig. Zorg ervoor dat de afdrukken duidelijk op
papier komen te staan.
Dit doe je als volgt:
a leg een vel papier voor de band
b duw de auto er overheen
Stop de afdrukken in een doorzichtig hoesje.
Tabel 4
4.3
Vergelijk de afdrukken met elkaar.
1 Wat valt je op?
2 Hoe verklaar je de verschillen in de afdrukken?
3 Welke conclusie trek je daaruit?
4.4
Er is een verschil tussen brede en smalle banden.
Maak een afdruk van een extra brede band en een standaard band.
(Overleg dit met de praktijkbegeleider)
Bespreek jullie resultaten in de basisgroep.
1 Vergelijk de afdrukken. Wat valt je op?
2 Hoe verklaar je de verschillen in afdrukken?
3 Welke conclusie trek je daaruit?
Te maken afdruk
De gevraagde bandenspanning
Voorbandafdruk
de juiste bandenspanning
Achterbandafdruk
de juiste bandenspanning
Voorbandafdruk
te hoge bandenspanning (+1 bar)
Achterbandafdruk
te hoge bandenspanning (+1 bar)
Voorbandafdruk
te lage bandenspanning (-1 bar)
Achterbandafdruk
te lage bandenspanning (-1 bar)