13
STAP 3 VOORBEREIDEN
Kies in overleg met je praktijkopleider een draai- of freesmachine in
de werkplaats.
8 Zoek in het handboek van de betreffende machine op welke
soorten oliën en vetten je moet gebruiken. Geef dit aan per
smeerpunt.
9 Maak foto’s van de apparatuur bij dit onderhoud.
10 Zoek op wat wordt bedoeld met viscositeit.
11 Je voert preventief onderhoud uit. Waar moet je dan nog meer
op letten naast het smeren? Noem drie voorbeelden en
omschrijf deze heel duidelijk. Denk hierbij aan: opname
snijgereedschap, opname spangereedschap en leibanen.
12 Wat gebeurt er met de spankracht als je een sterk vervuilde
drieklauw gebruikt?
13 Beschrijf hoe bij jouw bedrijf de smeermiddelen zijn
opgeslagen.
14 Beschrijf hoe je de kwaliteit van koelvloeistof kunt bepalen.
Voer dit uit en maak er foto’s van.
15 Hoe verwijder je afgewerkte oliën, koel- en smeermiddelen?
Waar worden deze opgeslagen en hoe worden ze afgevoerd?
16 Wie is in het bedrijf waar je werkt verantwoordelijk voor het
onderhoud van de machines?
17 Je kunt een machine heel goed en snel schoonspuiten met
perslucht. Wat is het nadeel bij het schoonmaken van de
machine op deze manier?
18 Je neemt tijdens het preventief onderhoud
veiligheidsmaatregelen. Welke zijn dat en waarom?
19 Mag je ook preventief onderhoud verrichten als de machine in
werking is?
20 Zijn er in jouw bedrijf speciale veiligheidsvoorschriften met
betrekking tot onderhoud aan de machines? Zo ja, voeg deze
dan bij je verslag.
21 Wat doe als een machine een vreemd geluid maakt?
22 Wordt zo’n logboek in jouw bedrijf gebruikt? Zo ja, met welk
doel?
23 Schrijf op wat er in een zo’n logboek staat.
24 Wat is het belang van het logboek?