BEROEPSTAAK
ONDERHOUD
24
BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR
Leerling:
Complexiteit
Beoordeling
C
werkvorm
beoordelingsvorm
beoordelaars
BPV
ok
Kerntaak LLB
Kerntaak
Werkproces
Code
Competenties
Prestatie-indicator of
verwacht gedrag afgeleid van de prestatie-indicator
leerling
praktijkopleider
docent
score D - A - G
Opmerkingen
Stap 1 Oriënteren
Tabel bewerkingen onderhoud
BG E v
Verslag van de activiteiten
G2,3 P v
Tabel vaardigheden
G2,3 P v
Tabel werkvolgorde
G2,3 P v
Stap 2 Invullen mini-POP
Ingevulde planning
ind E t
M Analyseren
Vergelijkt de persoonlijke en gevraagde kwaliteiten en concludeert hieruit wat passend werk
is.
N Onderzoeken
Is in staat, d.m.v. informatie in te winnen, in te schatten welk werk aansluit bij de persoonlijke
kwaliteiten.
Stap 3 Voorbereiden
Resultaten opdrachten tekeninglezen
ind P pra/v
Uitwerkingen van de diverse activiteiten ind P pra/v
Kennistoets vakdeskundigheid
ind K v
Stap 4 Uitvoeren
Onderhoud
ind P pra/v
K Vakdeskundigheid
toepassen
Stelt de te gebruiken machinesnel en precies in en af en laat een proefbewerking uitvoeren
L Materialen en middelen
inzetten
Kiest, controleert en gebruikt materialen, middelen en gereedschappen die nodig zijn voor het
bewerken van het materiaal. Draagt zorg voor het goed in en afstellen van machines en
gereedschappen.
T Instructies en
procedures opvolgen
Stelt de machine in en af volgens tekeningen, geldende kwaliteitsnormen,Arbo-, veiligheid- en
milieuvoorschriften.
K Vakdeskundigheid
toepassen
Voert metingen uit aan de machine ten behoeve van preventief onderhoud, reinigt en smeert
machineonderdelen.
T Instructies en
procedures opvolgen
Volgt voorgeschreven onderhoudprocedures en -instructies op en legt de meetwaarden vast
in een meetrapport.
F Ethisch en integer
handelen
Is op de hoogte van algemeen aanvaarde normen en waarden en kan en durft deze bij
overschrijding te benoemen.
P Leren
Is in staat gedrag en functioneren aan te passen aan de hand van feedback.
S Kwaliteit leveren
Voert het werk uit conform de kwaliteits- en pro-ductiviteitseisen van de organisatie.
T Instructies en
procedures opvolgen
Kent de regels en procedures van het bedrijf en voert deze uit.
U Omgaan met verand. en
aanpassen
Houdt zich op de hoogte van veranderingen in de organisatie en kan zich hierbij zo nodig
aanpassen.
V Met druk en tegenslag
omgaan
Kan onder druk productief werken maar is in staat bij bedrijfsbelangen en persoonlijke
belangen hierbij grenzen aan te geven.
Stap 5 Controleren
Controlelijst van jezelf
ind P l
K Vakdeskundigheid
toepassen
Controleert het product op nauwkeurigheid in relatie tot de kwaliteitseisen, door het uitvoeren
van specifieke metingen.
L Materialen en middelen
inzetten
Gebruikt verschillende meetinstrumenten gericht en doeltreffend.
T Instructies en
procedures opvolgen
Legt de meetresultaten vast volgens vastgestelde procedures,protocollen en geldende
bedrijfsprocedures.
K Vakdeskundigheid
toepassen
Archiveert gebruikte werktekeningen,schetsen en legt de instellingen vast voor de
procesadministratie.
L Materialen en middelen
inzetten
Ontdoet de machine van alle snijdgereedschappen, bergt deze goed op en maakt de machine
schoon.
T Instructies en
procedures opvolgen
Legt de gebruikte instellingen vast en archiveert de werktekeningen en schetsen volgens
geldende bedrijfsprocedures.
Stap 6 Beoordelen
Ingevulde beoordelingsmonitor
ind Ci/Ep ab
Bewijsstukken criteriumgericht interview ind Ci/Ep ab
Eindpresentatie
ind Ci/Ep ab
Stap 7 Terugkijken
Een ingevuld mini-POP
ind E t
Terugkijkverslag
ind E t
Bijgewerkt portfolio
ind FG ab
P Leren
Is in staat, na feedback over de leerstijl, deze aan te passen.
Aandacht en begrip
tonen
D
Onderhoud
Verspaner [94340]
Product
Monitor
2.2 Onderzoekt welk
werk er is en wat bij hem
past
2
2.2 Onderzoekt welk
werk er is en wat bij hem
past
2
1
4
4.1 Gedraagt zich als
werknemer bij het
uitvoeren van het werk
1 1.4 Meten en controleren
van het eigen werk
1 1.6 Onderhouden van
apparatuur
1 1.2 Machine
productiegereed maken
1.6 Onderhouden van
apparatuur
1.5 Afronden
werkzaamheden
1.5 Evalueert de
gekozen manier van
leren
1
1
Heeft na overleg met anderen, inzicht in passend werk.
Samenwerken en
overleggen
E
Overlegt met zijn leidinggevende over de uit te voeren onderhoudswerkzaamheden.
Relaties bouwen en
netwerken
G
Kan zijn eigen manier van werken en leren in kaart brengen en bepaalt of het in volgende
opdrachten nodig is deze aan te passen.
Analyseren
M
Verwoordt in hoeverre de persoonlijke waarden en kwaliteiten van invloed zijn op het zoeken
naar passend werk.