21
WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES
Werkproces:
2.2 Nemen van voorzorgsmaatregelen
Competenties:
T Instructies en procedures opvolgen
Werkproces:
2.3 Lokaliseren en analyseren van storing
Competenties:
E Samenwerken en overleggen
M Analyseren
T Instructies en procedures opvolgen
Werkproces:
2.4 Vaststellen van uit te voeren werkzaamheden
Competenties:
E Samenwerken en overleggen
K Vakdeskundigheid toepassen
Q Plannen en organiseren
Werkproces:
2.5 Herstellen, verwijderen en monteren van componenten
Competenties:
K Vakdeskundigheid toepassen
R Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
S Kwaliteit leveren
T Instructies en procedures opvolgen
Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op de beoordelings-
monitor.
TE BEHANDELEN LESSTOF
Tijdens deze stap zijn er onderwerpen die de leerling zich eigen moet maken.
• Vakleer:
• Aandrijfsystemen
• Montagetechnieken
• Veiligheid:
• Het kennen en toepassen van de verschillende veiligheidsmaatregelen.
• Het bewust worden van veiligheid voor de leerling en zijn omgeving.
• ICT:
• Word
• Nederlands:
• Het maken van een verslag.
• Overleg met ‘klant’ en collega’s.
• Grammatica en spelling.
AANWIJZINGEN BEGELEIDERS
Projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent
• Vult de beoordelingsmonitor in.
• Zorgt voor de uitvoering van deze stap in de werkplaats.
• Controleert op voortgang, urenverantwoording, netheid, voorschriften en procedures, toepassing
PBM (VCA) en veiligheidsprocedures.
• Controleert het correct gebruik van gereedschap.
• Beoordeelt de werking van de lopende band.
• Bepaalt Go/No-Go.