16
beroepstaak
Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren
4.4
Bereid je voor op het controleren van de stuurinrichting van de
aangewezen auto.
Overleg met elkaar aan de hand van onderstaande vragen wat er
zoal defect kan zijn en hoe je dit kunt vaststellen.
1 Zoek samen eerst de juiste gegevens op die horen bij de
aangewezen auto.
2 Maak een werkvoorbereiding en een planning. Gebruik
hiervoor bijlage 5.
3 Vergelijk de werkvoorbereiding en planning met die van
anderen en overleg over de verschillen. Schrijf deze op.
4 Voer de controle van de stuurinrichting aan de auto uit.
5 Vul nu onderstaande tabel 5 in.
Tabel 5
Merk en type
voertuig:
Naam onderdeel dat
defect is:
Hoe geconstateerd
Vervangen of
repareren
4.5
In activiteit 4.4 heb je onderdelen ingevuld in tabel 5.
1 Wat kunnen eventuele gevolgen zijn als de klant doorrijdt met
een defect onderdeel?
2 Vul tabel 6 in.