Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  29 / 68 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 29 / 68 Next Page
Page Background

29

controleren

controleren

Werkproces 2.3 Controleert zijn reparatiewerkzaamheden en

rondt de opdracht af

Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld:

E Samenwerken en overleggen

J Formuleren en rapporteren

L Materialen en middelen inzetten

S Kwaliteit leveren

T Instructies en procedures opvolgen

Jouw docenten observeren of je de uitgevoerde werkzaamheden

controleert, het gebruikte gereedschap en apparatuur controleert

op defecten en daarbij milieuvriendelijk werkt.

Taak 11

Gereedschap controleren

Inteleverenresultaat

• Informatiemateriaal met doorsnedetekening van een

pneumatische moersleutel (luchtsleutel).

• Gebruiksaanwijzing (kopie) van een pneumatische

moersleutel.

• Tabel met aandachtspunten en opmerkingen.

Wanneer je klaar bent met de werkzaamheden, ruim je niet alleen

op, maar kijk je ook goed naar de conditie van je gereedschap. Je

controleert het gereedschap op defecten.

Als het defect is, kijk je of je het vervangt of laat repareren. Meestal

moet je daarover overleggen met je begeleider. Bij deze taak ga je

de luchtsleutel behandelen. Samen met de basisgroep probeer je

antwoorden te vinden op de vragen.

11.1

1 Informeer of er een gebruiksaanwijzing is van een luchtsleutel.

2 Maak een kopie van de gebruiksaanwijzing.

3 Zoek een afbeelding van een doorsnede van een luchtsleutel.

4 Vraag ook of er wel eens een luchtsleutel defect is geraakt.

Wat was er defect?