54
beroepstaak
Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren
2 Uitvoering
a Met welke zin begin ik mijn presentatie?
b Hoe gedraag ik me tijdens de presentatie (zitten, staan,
rondlopen, gebaren)?
c Welk materiaal gebruik ik tijdens de presentatie?
d Hoe zorg ik voor afwisseling tijdens de presentatie?
e Beantwoord ik tussendoor vragen van de luisteraars?
3 Afronding
a Hoe sluit ik mijn presentatie af?
b Hoe ga ik om met vragen uit het publiek?
Hoe voorkom je ruis?
• Spreek duidelijk.
• Werk met een duidelijk plan.
• Gebruik duidelijke termen en begrippen.
• Geef goed antwoorden op de vragen van het publiek.