14
KWALIFICEREND DOSSIER
2.4 CESUUR
Examen
• Voor het behalen van dit examen moet je voor elke kerntaak ten
minste een ‘
V
oldoende’ behalen.
Kerntaak
• Een kerntaak is ‘
V
oldoende’ als alle onderliggende
werkprocessen tenminste beoordeeld zijn met ‘
V
oldoende’.
• Een kerntaak is ‘
G
oed’ als 55% van de onderliggende
werkprocessen beoordeeld is met ‘
G
oed’ en de overige
werkprocessen met ‘
V
oldoende’.
Werkproces
• Een werkproces is ‘
V
oldoende’ als 55% of meer van de
onderliggende competenties met ‘
V
oldoende of
G
oed’ is
beoordeeld.
• Een werkproces wordt beoordeeld met
G
oed als 55% of meer
van de competenties is beoordeeld met
G
oed en de overige
competenties met ‘
V
oldoende’.
Competentie
• Een competentie wordt beoordeeld met ‘
V
oldoende’ als alle
bijbehorende producten met een ‘
V
oldoende’ beoordeeld zijn.
Je hebt het gewenste gedrag laten zien met het bijbehorende
resultaat en je hebt voldoende kennis en vaardigheden getoond.
• Een competentie wordt beoordeeld met ‘
G
oed’ als alle
bijbehorende producten met een ‘
V
oldoende’ of ‘
G
oed’
beoordeeld zijn. Je gedrag is bovengemiddeld en/of je toont
bovengemiddelde kennis of vaardigheden.
• Competenties behorende bij de werkprocessen 3.1 K, L enT, 3.2
K, L en M, 3.3 J, K, L en S, 3.4 S enT zijn voor je kwalificering
kritische competenties. Bij de score ‘
O
nvoldoende’ wordt
het bijbehorende werkproces automatisch beoordeeld met
‘
O
nvoldoende’.