23
STAP 3 VOORBEREIDEN
Afbeelding 7:
OEFENING POSITIELASSEN VAN V-NAAD
LASVERBINDINGEN
ACTIVITEITEN
1
Voorbereiding oefening
1 Een kleine vooropening is economisch aantrekkelijk. Wat zijn
de nadelen van een kleine vooropening?
2 Waarom mag de vooropening en de openingshoek van een
V-naad lasverbinding niet onnodig groot zijn?
3 Waarom is in de laspositie PG de lasdoorsnede per laag of
snoer beperkt?
4 Elektroden zijn er in verschillende soorten. Waarvan is de keuze
van de te gebruiken elektrodesoort afhankelijk?
5 Wanneer wordt een basische elektrode toegepast?
6 Wat zijn de specifieke laseigenschappen van een basische
elektrode?
7 Zoek op of er meer soorten basische elektroden zijn. Schrijf
eventuele verschillen in laseigenschappen en technische
eigenschappen op.
8 Wat is het verschil in laseigenschappen tussen elektroden met
een rutiel bekleding en een basische bekleding?
9 Wat is de betekenis van de elektrodeaanduiding: E 43 2 R 2 2?
10 Waardoor ontstaan bindingsfouten?
11 Bij elektroden met een verhoogd rendement wordt er meer
materiaal neergesmolten dan de inhoud van de kerndraad.
Waar komt het extra materiaal dan vandaan?
12 Waarom is het van belang om de werkstukklem direct op het
werkstuk te plaatsen en niet aan de stalen tafel waar het
werkstuk op ligt?
13 Wat is de oorzaak van het, soms op één stukje, warm worden
van de laskabel?
14 Waarmee wordt de capaciteit van een lasapparaat
aangegeven?
15 Wat is de betekenis van de term ‘inschakelduur’ van een
lastransformator?
16 Wat is het gevolg als je de inschakelduur van een lasapparaat
regelmatig overschrijdt?
17 Bij het lassen wordt veel warmte aan het materiaal toegevoegd.
Als gevolg hiervan zal het materiaal vervormen. Hoe noemen
we die vervorming?
18 In welke richtingen, ten op zichtte van de las, kan die
vervorming plaatsvinden? Laat dit met een aantal tekeningen
zien.
19 Op welke manier kan die vervorming worden tegengegaan?
20 Om er zeker van te zijn dat een las sterk genoeg is, wordt er veel
onderzoek gedaan. Wat wordt er gemeten bij een trekproef?