10
KWALIFICEREND DOSSIER
Beoordelingsmethoden
Bij elke competentie staat aangegeven welke
beoordelingsmethode(n) worden ingezet om vast te stellen of jij
voldoet aan de gestelde eisen. Er kunnen vijf beoordelingsmethoden
worden ingezet. Deze methoden zijn:
• Observatie
• Productbeoordeling
• Beoordelingsgesprek
• Reflectieverslag
• Presentatie
BEGELEIDING
De manier en het proces van beoordeling kan het best aan de student verduidelijkt worden
aan de hand van een concreet formulier uit hoofdstuk 6.
Beoordelaars
Bij de beoordeling van onderliggende competenties (tweede deel van het formulier) staat
steeds voorop dat het resultaat van de werkzaamheden van de student bruikbaar moet zijn
voor het bedrijf(sleven). Bij deze beoordeling wordt steeds gekeken naar de bijdrage aan het
totale werkproces.
Observatie wordt altijd als beoordelingsmethode ingezet. Competent gedrag kan alleen via
observatie worden beoordeeld.
De beoordelaars die betrokken zijn bij een werkproces bepalen gezamenlijk de uiteindelijke
score en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor opmerkingen waarin scores D worden
verantwoord. Beoordelaars geven ook, bij de opmerkingen, aan waarom een competentie
de score G krijgt. Alle beoordelaars ondertekenen het door hen in overleg gezamenlijk
vastgestelde beoordelingsformulier per werkproces.
Wanneer een product de score O (onvoldoende) krijgt, dan wordt de
productbeoordeling
bij de aangegeven competentie(s) automatisch D (deels of niet aangetoond). Dat geldt
ook wanneer andere aangegeven producten bij die productbeoordeling wel een score V
of G hebben.
Door de gehanteerde cesuur wordt de score voor de hele competentie dan
automatisch D
(zie paragraaf 2.4).
Wanneer alle aangegeven producten een score V of G hebben of wanneer er geen
productbeoordeling staat aangegeven, voert elke beoordelaar de beoordelingsmethoden uit
waarvoor hij wordt ingezet. Een beschrijving van de beoordelingsmethoden en richtlijnen
voor de uitvoering daarvan zijn aangegeven in bijlage 1.