27
Consortium beroepsonderwijs
ZON Netwerk voor Zorg-Welzijnsopleidingen
Z&W serie 2014
Opleiding:
Verzorgende niveau 3
codering: (2014-vz-ig3-ee3)
Voor de VVT, GGZ en GHZ zijn er in totaal 16 handelingen die beheerst moeten worden.
Voor de KZ zijn het er 15. In deze branche is partusassistentie verlenen verplicht. Dus
dit moet altijd geëxamineerd worden. Omdat dit een apart werkproces is, wordt dit apart
geëxamineerd.
Per handeling wordt de beoordelingslijst ingevuld aan de hand van de criteria hieronder. Er kan een
goed of onvoldoende gescoord worden.
Wanneer een onderdeel onvoldoende is dan is de handeling én het werkproces onvoldoende.
Om het werkproces af te sluiten met een eindoordeel goed of voldoende dient de volgende
berekening toegepast te worden.
Voor de VVT, GGZ en GHZ:
De helft van 16 is 8. Om minimaal een goed te kunnen scoren moet minimaal de helft + 1 goed
zijn. Dit betekent dat 9 handelingen met een goed moeten zijn beoordeeld.
Dit is 9 x 2 = 18 punten. Van de 9 onderdelen blijven er 7 onderdelen over die met voldoende
moeten worden beoordeeld. Dit is 7 x 1 = 7 punten. In totaal betekent dit bij 18 + 7 = 25 punten (of
hoger) dat het werkproces met een goed wordt beoordeeld.
Voor de KZ:
De helft van 15 is 7,5. Afgerond naar boven is dit 8. Om minimaal een goed te kunnen scoren moet
minimaal de helft + 1 goed zijn. Dit betekent dat 9 handelingen met een goed moeten zijn
beoordeeld.
Dit is 9 x 2 = 18 punten. Van de 9 onderdelen blijven er 6 onderdelen over die met voldoende
moeten worden beoordeeld. Dit is 6 x 1 = 6 punten. In totaal betekent dit bij 18 + 6 = 24 punten (of
hoger) dat het werkproces met een goed wordt beoordeeld.
Beoordelingslijst per handeling
De examenkandidaat:
Goed (2)
Voldoende (1)
Onvoldoende (0)
informeert de zorgvrager over de verpleegtechnische handeling
begeleidt de zorgvrager tijdens de verpleegtechnische handeling
informeert naar de voorgeschreven protocollen en werkprocedures t.a.v. de uit te
voeren handeling(en) binnen de instelling
kiest de juiste materialen en middelen voor de uit te voeren verpleegtechnische
handeling(en)
gebruikt de benodigde materialen en middelen efficiënt voor het uitvoeren van de
verpleegtechnische handeling(en)
rekent vlot en accuraat (indien van toepassing)
werkt hygiënisch volgens de richtlijnen van de instelling
werkt ergonomisch volgens de richtlijnen van de instelling
houdt rekening met het milieu volgens de richtlijnen van de instelling